blog placeholder

Ten tijde van het Classicisme, 18e eeuw, overheerste de verstandelijke reactie. Nu in de Romantiek, de 19e eeuw, kwam het gevoel op de eerste plaats. Keerpunt in dit alles was de Franse Revolutie. Het volk kwam nu aan de macht en bevorderde ook een andere houding ten opzichte van levens- en dus ook kunstuitingen. Het gevoel, intens geluk en diepe smart, ging een steeds grotere plaats innemen in de muziek. De fantasie won het vaak van de werkelijkheid. Dromen, visioenen, spoken en duivels, heksen en avonturiers waren in romans, gedichten, schilderijen en muziek vaak aanwezig. De strakke, evenwichtige vormen uit het Classicisme werden overgenomen door muziek vol expressie van gevoelens.

Gevoelens kon men in de muziek vertalen door gebruik te maken van de volgende muzikale componenten:

– Rubatospel: de muziek net iets langzamer of sneller spelen dan de notenwaarde aangeeft. ( tempowisselingen )

– Dynamiek: ppp tegenover fff ( snelle afwisseling tussen heel erg zacht en extreem luid )

-Lange muzikale zinnen ( geen vraag en antwoord zoals in het Classicisme )

-De melodieën zijn vaak gebaseerd op de harmonie ( de melodie wordt pas gecomponeerd als de akkoorden bekend zijn )

-Chromatiek ( dus veel halve toonsafstanden )

-Modulaties ( overgaan naar andere toonladders Tertsverwantschap ( moduleren naar toonladders die een terts boven of onder de begintoonaard liggen )

-Volle akkoorden ( veel tonen werden tegelijkertijd gespeeld )

-Virtuositeit ( zeer ingewikkelde passages, die alleen zijn weggelegd voor degenen met veel talent en gedrevenheid )

In de Romantiek maakte men veel gebruik van zogenaamde “Buitenmuzikale gegevens”. Inspiratie ontleende de componist aan schilderijen, gedichten, de natuur, sprookjes, mythologie,religie etc. Men noemt dit “Programmamuziek”. Aan deze muziek ligt vaak een verhaal, een programma, aan ten grondslag. De hang naar mystiek is erg groot. doodsverlangen en een voorliefde voor graven en kerkhoven gingen hiermee samen. Ook de hang naar het vreemde, exotische en het onbereikbare vormde een grote aantrekkingskracht. Voorbeeld: Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgsky.

Tederheid en hartstocht vinden we ook terug in de muziek. De composities krijgen vaak titels mee als: “Dromerij”, “Zomernachtsdroom” etc. In het begin van de negentiende eeuw waren er veel jonge mensen die onder de indruk waren van dichters als Eichendorf en Müller. Zij schreven romantische gedichten en lieten hun hartstocht de vrije loop. De componist Schubert was dol op deze gedichten en ging ze op muziek zetten. Deze romantische kunstliederen werden meestal door piano begeleid. Schubert organiseerde bijeenkomsten, vaak bij wat rijkere mensen, waar tal van kunstenaars bijeenkwamen. Gedichten werden voorgedragen, schilderijen bekeken en ook liederen werden gezongen. Deze bijeenkomsten werden “ Schubertiades” genoemd. Oude volksmelodieën en volksdansen waren ook een grote inspiratiebron voor componisten. In de Romantiek ontstonden zogenaamde “Nationale Scholen”. Deze componisten gingen op zoek naar hun nationale cultuurbezit. Met hun muziek wilden zij het nationale bewustzijn versterken.Volksmelodieën werden in de composities verwerkt. Liederen werden vaak in de volkstaal gezongen en gingen vaak over verhalen uit hun eigen land. Ook het ritme van de volksdans werd vaak als uitgangspunt genomen. Voorbeeld: Chopin gebruikt voor zijn het ritme van de Polonaise en Mazurka voor zijn pianocomposities. De componisten schrijven vooral voor piano of symfonieorkest. De wals was in deze tijd zeer populair.

De Symfonie onderging gedurende de negentiende eeuw tal van veranderingen. Veranderingen in vorm. De componisten voelden zich steeds minder gebonden aan de traditionele opzet van hoofdvorm en andere delen. Er ontstonden grote contrasten door onder meer gebruik te maken van de klankkleur van de verschillende instrumenten. Nieuwe instrumenten als de: harp, altviool, tuba, wagnertuba, contrafagot en basklarinet deden hun intrede in het orkest. Ook tal van nieuwe speelwijzen, als tremolo – staccato-portato en legato werden ingevoerd. Het romantisch symfonieorkest was wat betreft bezetting dan ook veel uitgebreider dan het symfonieorkest uit het Classicisme. De dirigent werd dan ook steeds belangrijker. Hij drukte vaak zijn persoonlijke stempel op de muziek.

In de Romantiek was men ook zeer gecharmeerd van virtuositeit. Franz Liszt schreef zeer gecompliceerde pianomuziek. In de opera werden ingewikkelde coloratuur aria’s gezongen. Ook werd Paganini, een vioolvirtuoos uit die tijd, aanbeden