blog placeholder

Bij de ontdekking van Amerika door Columbus (1492) waren er 20 miljoen indianen. 400 jaar later bleven er maar een klein miljoen over. Deze leefden in reservaten en waren zo goed als alles kwijt: hun manier van leven, hun geloof, hun vrijheid.

Maar de indianen overleefden hun legende en nu eisen ze hun rechten terug op. Ze willen hun land en hun manier van leven terug. De rode draad doorheen hun gevecht voor zichzelf was en is hun typische muziek.

Het is vooral in de reservaten dat de indianen hun cultuur hebben overgeleverd. Dankzij de powwows, grote indiaanse feesten, zijn ze opnieuw meer geïnteresseerd in hun eigen gewoonten en cultuur.

Indiaanse muziek bestaat uit zang en drum. De mannen slaan in één ritme op de drum, en ondertussen zingen ze.
Indianen geloven dat zingen een geschenk van de wind is.
De drum symboliseert de aarde en het ritme van de drum staat voor de hartslag van de mensen en de aarde.

Sommige stemmen gebruiken ook de kopstem bij de gezangen.
De liederen zijn telkens ter begeleiding van dansen. ter gelegenheid van een overwinning, of om de goden te eren. De dansers zijn gekleed in dierenhuiden en getooid met pluimen en kralen.
De veren van de arend bijvoorbeeld hebben een heilige kracht: omdat de arend zo hoog vliegt, is hij het dichts bij God. Als een dansen eer veer verliest, stopt de dans. Er volgt dan een hele ceremonie voordat de veer opgeraapt wordt.