Als je van klassieke muziek houdt, kunnen leidmotieven je luistergenot enorm vergroten. Maar wat zijn dat precies?
Veel componisten gebruiken leidmotieven, maar enkelen zijn er beroemd mee geworden. Een van hen is Richard Wagner (1813-1883). Maar laten we eenvoudiger beginnen. De meeste mensen kennen Peter en de Wolf van Sergei Prokofiev (1891-1953). In dit muziekstuk zien we een zeer helder gebruik van leidmotieven. Iedere persoon in het sprookje heeft zijn eigen melodie gespeeld door een apart instrument of instrumentgroep. De violen spelen het thema van Peter, de clarinet speelt de kat en de wolven worden gespeeld door de hoornsectie. Als je de melodiën en de instrumenten goed herkent, kun je horen wat er in het sprookje gebeurt.
Richard Wagners wordt wel de vader van het leidmotief genoemd. Hoewel componisten voor hem er ook wel gebruik van maakten, heeft hij het gebruik enorm verfijnd. In zijn enorme opera-cyclus Der Ring des Nibelungen, vier opera’s met een totale lengte van ongeveer zeventien uur, komen honderden leidmotieven voor. Niet alleen zijn alle personen (ongeveer veertig hoofdpersonen) vertegenwoordigd door een leidmotief maar ook voorwerpen, zoals het zwaard en de Tarnhelm (om onzichtbaar te worden), natuurverschijnselen zoals water, vuur, storm, noodlot en zelfs concepten als noodlot, verraad en liefde. Het is een flinke kluif om ze allemaal te kennen, maar als je ze tijdens het luisteren herkent, wordt de opera opeens heel goed te volgen. Het zeer ingewikkelde verhaal wordt namelijk op drie manieren verteld: je hoort de tekst van de zangers, je ziet de avonturen op het toneel én je hoort de leidmotieven het verhaal vertellen.
Een prachtig moment zit aan het begin van de Walküre wanneer Siegmund en Sieglinde, die elkaar nog helemaal niet goed kennen, elkaar lang aankijken en het liefdesmotief opklinkt. De goede verstaander hoort de vonk overslaan. Even later hoor je heel in de verte het onheilspellende ritme van Hunding heel in de verte. Sieglinde’s echtgenoot is in aantocht!
De leidmotieven zijn de bouwstenen van de opera. Wagner gebruikt ze veel geavanceerder dan Prokofiev. Een leidmotief is niet gebonden aan een bepaald instrument en de motieven worden op allerlei manieren in de muziek verwerkt. Ze worden in stukjes gebroken, ze worden gecombineerd met andere motieven en ze worden soms uitgerekt of ingekrompen om onder een andere melodie te passen. Helemaal complex wordt het als Wagner de leidmotieven laat evolueren…
Hij heeft zijn halve leven aan de Ring gecomponeerd. In het midden van de Siegfried (de derde opera) zat hij vast. Siegfried zat onder een boom uit te rusten van zijn gevecht met de draak. Hij moest twintig jaar wachten voordat hij opstond en door het vogeltje (gezongen door een sopraan) naar Brünnhilde werd geleid. In de tussentijd had Wagner Der Meistersinger von Nürnberg gecomponeerd (een enorme opera van vijfenhalf uur). Toen hij verder ging met de Ring had hij wellicht een beetje genoeg van de oude leidmotieven en pastte hij ze aan. Luister zelf maar: de Rijndochters, waarmee de hele cyclus begint, hebben in de Götterdämmerung een ander motief. De laatste maten van de cyclus, als Walhalla in vlammen opgaat en Brünnhilde in het vuur springt, vormen een fenomenale explosie van leidmotieven. Een fantastische samenloop van melodieën, zelfs in verschillende maatsoorten, besluit het muziekstuk.