Jeroesjalajim sjel zahav (Jeruzalem van goud) is een lied over de schoonheid van Jeruzalem.
Jeruzalem
Het lied over de stad Jeruzalem in Israel Jeruzalem, in het hebreeuws ook wel ” Jeroesjalajim” genoemd , is sinds 1949 is de hoofdstad van Israël met een gemengde Joodse en Arabische bevolking.
Over Jeruzalem zijn diverse liederen geschreven, waaronder:
- Hakotel
- Hatikwa
- Jeroesjalajim sjel zahav (Jeruzalem van goud)
- Sisoe et Jeroesjalajim
- Sjejibane bet hamikdasj
- Zot Jeroesjalajim
Jeruzalem van goud is een van de bekendste liedjes. Het lied wordt ook gebruikt als tweede volkslied van Israël. Tevens werd het gekozen als lied voor het jubileum op Israëls vijftigste verjaardag in 1998.
Het ontstaan
Jeruzalem van goud is een lied dat in 1967 geschreven is door de Israëlische componist en tekstdichter Naomi Shemer nadat ze , door de burgemeester Teddy Kollek, werd uitgenodigd om een lied te componeren voor het Israëlisch Songfestival in 1967. In het Hebreeuws heet dat lied “Jeroesjalajim sjel zahav”. Het werd geschreven voordat de Zesdaagse Oorlog begon, Israël Oost-Jeruzalem innam, en de westmuur in die stad weer toegankelijk werd voor Joden.
Inhoud
Jeroesjalajim sjel zahav heeft een poëtische tekst. Het lied gaat over de stad Jeruzalem. In de avond hebben de gebouwen in de stad een gouden gloed (door de ondergaande zon). Dit komt omdat er een speciale soort stenen gebruikt is bij de bouw van de stad, vandaar de titel. Behalve dat het Jeruzalem beschrijft, worden er ook andere plaatsen van het land genoemd waaronder de Dode Zee.
Hieronder vindt u het refrein van het lied
Jeroesjalajim sjel zahav – Jeruzalem van goud
wesjel nechosjet wesjel or – en van koper en van licht
halo lechol sjirajich – Is het niet zo dat voor al jouw liederen
ani kinor – ik een viool ben?
Uitvoering
De zangeres Shuli Nathan zong het lied tijdens het Israëlische zangfestival van 1967. Het nummer werd tevens uitgevoerd in een jubileum show van Israëls 50ste verjaardag. Het werd gezongen door de Israëlische zangeres, van Jemenitische afkomst, Ofra Haza in 1998.