Vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers om hun overtuigingen kenbaar te maken, zonder controle vooraf door de staat. De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, net als de meeste andere grondrechten. Zo zijn belediging en smaad onder bepaalde omstandigheden strafbaar.
Deze vrijheid van meningsuiting is een van de basisvrijheden. Doordat je mag zeggen wat je mening is, wat je van de dingen vindt, ben je eigenlijk pas echt burger Jouw mogelijkheid om te zeggen wat je wel en wat je niet vindt, is de basis van de democratie. Natuurlijk, je kunt stemmen, je kunt bepaalde personen in bepaalde besturen kiezen, je kunt er stukken over schrijven of reclame voor maken, alles is uiteindelijk terug te voeren op die vrijheid van meningsuiting.
Als je de geschiedenis kent, weet je dat die vrijheid er lang altijd niet is geweest. In sommige historische perioden was het zelfs erg gevaarlijk om jouw mening te laten weten. Vooral als die mening afweek van wat de rest dacht, kon het je zelfs de kop kosten. Daarbij kun je denken aan de vroege christenen in Rome: hun denkbeelden over wie ze al dan niet wilden vereren bracht hen onder nogal wat keizers in de arena waar wilde dieren of anders hun wachten. In de loop van de Middeleeuwen konden mensen eveneens vanwege hun afwijkende gedachten in gevaarlijke toestanden terecht komen. Het aanhangende van andere ideeën over bijvoorbeeld de kerk of het kennis hebben van de geneeskrachtige werking van bepaalde kruiden, hebben velen op de brandstapel gebracht.
Pas in de eeuwen daarna zie je langzamerhand meer ruimte komen voor de vrijheid van meningsuiting. In het Frankrijk van de 17e eeuw krijgen mensen als Voltaire hun kans, als is het ook dan lang niet ongevaarlijk om die mening te geven. Tijdens de Amerikaanse en Franse revoluties wordt deze vrijheid van meningsuiting als het ware vastgelegd. Al zal het nog vele jaren duren voordat het gewoon is geworden. Totdat het gewoon is geworden, worden bijvoorbeeld mensen de gevangenis ingegooid omdat ze bepaalde gedachten over het koningshuis uiten (Domela Nieuwenhuis) of gedood omdat ze een bepaalde mening hebben over een bepaalde heerser (Francisco Lorca).
Voordat het gewoon is geworden? In veel landen is er nog steeds geen vrijheid van meningsuiting maar brengt jouw mening je in gevaar of moet je vanwege je mening vluchten. Je hoeft de kranten maar open te slaan om te weten over welke landen het hier gaat of om te beseffen om welke mensen het gaat.
Voordat het gewoon is geworden? In de landen waar de vrijheid van meningsuiting al lang “gewoon” is, ontstaat nu de vraag of die vrijheid ook een grens heeft, of zo u wil een schaduwzijde. Betekent vrijheid van meningsuiting dat je inderdaad zonder je in te houden alles moet kunnen zeggen of is er een maar? Als je weet dat ongebreideld je mening uiten een klimaat veroorzaakt waarin dingen gebeuren die je ook niet wilt, is dan de grens bereikt? Of moet je je vrijheid van meningsuiting zonder meer kunnen uitoefenen en ben je nooit verantwoordelijk voor wat je daar mee doet?
In de dagen na de aanslagen in Oslo door Breivik deed de PvdA-leider Cohen min of meer een oproep aan Wilders om zijn visie hierover te geven. En Wilders lijkt bij uitstek de persoon om hier iets over te zeggen. Immers, vrijgesproken in een rechtszaak waar het gaat om die vrijheid van meningsuiting omdat hij dat als politiek persoon heeft gedaan, zou hij als politiek persoon ook zijn of de grenzen moeten (kunnen) aangeven. Misschien nog beter als deskundige. Want als je zo’n gebruiker van de vrijheid van meningsuiting heb je over die vrijheid en de grenzen van die vrijheid – en de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt – toch ook een mening?