De spreekwoorden zijn niet gek. Ze zijn gebaseerd op oude wijsheden, wijsheden die voortkomen uit ervaringen die mensen hebben. Zo is er die ervaring die leert dat wanneer je iets kunt voorkomen, dat je dan beter uit bent dan wanneer je dat niet doet. Het scheelt je tijd, moeite en geld. Voorkomen is beter dan genezen, zegt het spreekwoord. En als je zo dom bent dat niet te doen, span je het paard achter de wagen. Bepaalde regeringsvoornemens doen je wat dat betreft de wenkbrauwen fronsen.
Er zijn wel een paar voorbeelden te geven van dat “voorkomen”. Kleine kinderen gaan in hun eerste levensjaren naar consultatiebureaus. Daar wordt hun ontwikkeling nauwkeurig in de gaten gehouden. Zijn er dingen niet goed, dan wordt meteen ingegrepen. Dat scheelt het kind op latere leeftijd vervelende dingen, maar het maakt ook dat de maatschappij later niet veel meer geld uit moet geven om de zaken alsnog goed te krijgen.
Sporters doen als het goed is een warming-up. Ze rekken en strekken en zorgen dat hun spieren en hun lijf klaar is om een training te beginnen of een wedstrijd te doen. Die voorbereiding zorgt er voor dat ze veel minder snel blessures oplopen en wanneer ze dat wel doen, dat de blessures minder erg zijn. Dat voorkomen zorgt er bijvoorbeeld voor dat ze geen weken uit de roulatie zijn omdat ze op krukken moeten lopen of dure fysiotherapie moeten volgen om hun lichaam weer op orde te krijgen.
Een laatste voorbeeld: automobilisten moeten een rijbewijs halen voor ze de weg op mogen. We verwachten van ze dat ze in een goed onderhouden wagen de weg opgaan, een jaarlijkse apk is verplicht. We vinden ook dat ze in een bepaalde conditie de weg op moeten gaan: op tijd rusten, niet met alcohol of drugs achter het stuur en gestrest of anderszins. Doen ze deze dingen niet, dan volgen er ongevallen die de automobilist, de medeweggebruikers en de maatschappij handenvol geld kosten.
Het lijkt er sterk op dat Nederland van die weg van “voorkomen is beter…” afwijkt. We laten steeds mee over aan de vrije-markt-werking, mensen moeten zelf zorgen dat ze bepaalde dingen in orde hebben en de regering trekt de handen er van af. Als voorbeeld zou het tandartsbezoek kunnen gelden: waar het vroeger om een halfjaarlijkse controle ging, moeten mensen er nu zelf weer om denken. Tot men straks tot de ontdekking komt – en de crisis zal daar ook een rol in spelen – dat het slecht gesteld is met de Nederlandse gebitten en dan zal er wel weer een duur noodplan moeten komen.
In het onderwijs wordt minder geld gestoken, rugzakjes verdwijnen, zoveel mogelijk leerlingen moeten in die klas van 30 en toch moet wel iedereen aan z’n trekken komen. En dat in een samenleving die nou niet bepaald eenvoudiger wordt. Uiteindelijk zullen we tot de ontdekking komen dat in het onderwijs veel dingen mis gaan, dat kinderen er niet krijgen wat ze nodig hebben, dat er scheefgroei is. En dat zal leiden tot veranderingen en bijstellingen die veel tijd, moeite en geld kosten. Zonder twijfel meer geld dan nu wordt uitgespaard. Hoezo voorkomen….?
De zorg wordt uitgekleed. Minder zorg, minder handelingen, minder controles. Zou dat op den duur niet leiden tot meer zorgbehoefte, meer handelingen omdat niet eerder is ingegrepen, meer doktersbezoek omdat niet eerder meer is gecontroleerd. Wat is er bijvoorbeeld mis met de gedachte om 50-plussers om de bijvoorbeeld twee jaar een “apk” te laten ondergaan, teneinde ziekten voor te zijn, geld te besparen omdat je er meteen bij bent?
Natuurlijk is niet alle bezuiniging fout en natuurlijk kun je ook te veel willen voorkomen. Maar zoals nu dingen worden weg geschrapt, weggehaald, omvergehaald, is geen toonbeeld van doordenken. Je kunt nú geld besparen, maar welk beeld heb je dan van de ontwikkelingen? Wat is je beleid richting toekomst?
Voorkomen is beter dan genezen. Een oude waarheid, een waarheid als een koe. Er is nog een die een aanrader is voor het politieke bedrijf van tegenwoordig: bezint eer ge begint.