blog placeholder

Soms verdwijnen dingen van lieverlee. Vroeger toen ik kind was had je nog pixiboekjes. Hele kleine dunne boekjes met allerlei fantasieverhalen over Nijntje of varkentjes of geitjes die iets leuks meemaakten en het liep altijd goed af. Makkelijk te lezen en altijd duurde het voorlezen maar 5 minuutjes en dan was het boekje uit, tijd voor een nieuwe.

Nergens kom ik ze meer tegen maar ik weet zeker dat veel mensen met kinderen er blij mee zouden zijn. Althans als je kinderen hebt zoals ik vroeger was wel. Ik was er verzot op, ik kon net lezen en ik kon me daar mee vermaken, tegenwoordig is de computer met spelletjes niet meer weg te denken.

1 boekje vond ik het leukste: “Varkentje Flop dat niet meer naar huis toe wilde.”

Pim zijn moeder riep hem dat het eten klaar was maar hij moest eerst zijn varkentje Flop binnenroepen anders kreeg hij geen eten en hij had zo’n honger. Pim rende naar buiten en riep: “Flop, kom je naar binnen want ik wil eten en heb zo’n honger!” “Nee” zei Flop en rende weg.

Pim liep naar de stok en zei: “Stok? kan je Flop slaan want Flop wil niet mee naar binnen en ik krijg geen eten en ik heb zo’n honger.” “Nee” zei de stok.

Pim rende naar het vuur en zei: “Vuur kan je de stok verbranden want de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zoo’n honger.” “Nee” zei het vuur.

Toen rende Pim naar het water en vroeg: “Water? kan je het vuur blussen want het vuur wil de stok niet verbranden en de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zooo’n honger.” “Nee” zei het water.

Toen rende Pim naar de koe en vroeg: “Koe? Wil je het water opdrinken want het water wil het vuur niet blussen en het vuur wil de stok niet verbranden en de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zoooo’n honger.” “Nee” zei de koe.

Toen rende Pim naar het touw en vroeg: “Touw? Kan je de koe vastbinden want de koe wil het water niet opdrinken en het water wil het vuur niet blussen en het vuur wil de stok niet verbranden en de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zooooo’n honger.” “Nee” zei het touw.

Toen rende Pim naar de muis en vroeg: “Muis? Kan je het touw doorknagen want het touw wil de koe niet vastbinden en de koe wil het water niet opdrinken en het water wil het vuur niet blussen en het vuur wil de stok niet verbranden en de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zoooooo’n honger.” “Nee” zei de muis.

Toen rende Pim naar de kat en vroeg: “Kat? Kan je de muis opeten want de muis wil het touw niet doorknagen en het touw wil de koe niet vastbinden en de koe wil het water niet opdrinken en het water wil het vuur niet blussen en het vuur wil de stok niet verbranden en de stok wil Flop niet slaan en Flop wil niet mee naar huis en ik krijg geen eten en ik heb zooooooo’n honger.” “Ja hoor….” zei de kat als je voor mij een klompje melk brengt. Pim gaf de kat een klompje met melk die hem tevreden opdronk.

Toen rende de kat achter de muis aan, de muis knaagde aan het touw die vloog naar de koe om hem vast te binden en die ontsnapte en begon aan het water te drinken en het water kroop naar het vuur en het vuur stak de stok in brand en de stok sloeg Flop en Flop rende naar huis. Eindelijk kon Pim eten.