Uw kind gaat naar de middelbare school. Het gaat verder weg en zal voor een groot deel van de dag ook op school zijn. Op school ontstaat voor uw kind een andere, eigen wereld. Bevolkt door mensen die u niet kent: medeleerlingen en docenten. En in die wereld gebeurt van alles waar u geen weet van hebt. Een wereld waarin onder andere wetten regeren die schoolregels heten.
Schoolregels. Scholen proberen de gebeurtenissen in de wereld die school heet te regelen. Een school probeert er voor te zorgen dat het geen gekkenboel wordt, dat iedereen gewoon naar school kan gaan zonder daarbij bang te hoeven zijn voor andere leerlingen. Dat wil niet zeggen dat er geen dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Dat gebeurt net zo goed als in de “grote mensenwereld’.
Schoolregels zijn er natuurlijk in soorten en maten. Regels die stellen hoe laat je op school moet zijn en dat je geacht wordt rommel in de prullenbakken te gooien. Regels die bepalen wat je wel of niet met je mobiel mag doen, waar je je fiets moet zetten, misschien zelfs regels die het verkeer in de school regelen. Tot regels die iets zeggen over de omgang met elkaar: van niet duwen en trekken tot niet vechten en elkaar niet beschadigen (niet met je handen en niet met je woorden).
Regels zijn nodig. Dat zal ieder weldenkend mens beamen. Ook iedere ouder. Regels zijn ook nodig om het opgroeiende kind grenzen te leren. Om het te leren dat er in de wereld ook dingen zijn die niet kunnen en die je niet doet. En dat, als je je niet aan die regels houdt , je straf krijgt. Om een goed mens te worden is het nodig dat een kind leert om te gaan met regels, zowel thuis als op school (en daar weer buiten: op z’n zaterdagwerk, bij het kranten bezorgen, en ga maar door).
Soms zijn ouders het niet met schoolregels eens. Doorgaans is dat zo wanneer hun kind straf krijgt omdat het zich niet aan een bepaalde regel heeft gehouden. Het is bijvoorbeeld meerdere keren te laat gekomen of zat te praten tijdens de repetitie of de mobiel ging af tijdens de les. Het kind gaat over een grens en zal op dat moment de gevolgen moeten dragen. Daar leert het – als het goed is – van: het groeit in hoe je met andere mensen en situaties omgaat. Het leert verantwoordelijk te zijn voor het eigen gedrag.
Als ouders dan in protest gaan, ontnemen ze – zou je kunnen stellen – hun kind die mogelijkheid om te groeien, die mogelijkheid om zelf verantwoordelijk te zijn voor wat het doet. Het is niet meer de derde partij in het spel, het wordt ondergeschikt gemaakt aan de partij van de ouders.
Als ouder zou je je eens moeten voorstellen hoe je zou reageren als school zich zou bemoeien met de regels thuis. Jóúw regels die jij nodig vindt om het kind thuis tot z’n recht te laten komen! Probeer zo ook om te gaan met de schoolregels: de thuisregels van de onderwijssituatie van je kind.