blog placeholder

In dit essay zal geprobeerd worden om u te overtuigen van de juistheid van de stelling:

“We moeten criminelen niet straffen met het ontzeggen van toegang tot onze gezondheidszorg.”

Ik heb deze stelling geformuleerd naar aanleiding van de essayvraag:

“Moeten we criminelen ook niet kunnen straffen met het ontzeggen van toegang tot onze gezondheidszorg?”

Ik zal de stelling gaan bewijzen aan de hand van zeven argumenten. Ik zal proberen om zoveel mogelijk tegenargumenten te weerleggen, want natuurlijk zijn er mensen die hier totaal anders over denken. Ik heb de stelling ingenomen omdat ik het bijzonder erg zou vinden als wij in Nederland criminelen zouden straffen door ze het recht op gezondheidszorg te ontzeggen. Voor dit essay heb ik gebruik gemaakt van verschillende literatuur zoals De waarden van de rechtsstaat door dhr. K. Schuyt evenals Juridische professies en de instrumentalisering van het recht door dhr. W. van der Burg.

Waarom moeten we criminelen niet straffen met het ontzeggen van toegang tot onze gezondheidzorg? Ten eerste is de genoemde oorzaak-gevolg-relatie – zijnde minder gezondheidszorg staat gelijk aan minder criminaliteit – niet van toepassing. Aangezien bij instelling van deze maatregel mensen een recht wordt ontzegd is er, mijns inziens, sprake van een strengere straf. Strenger straffen werkt niet. Dit wordt duidelijk uit meerdere onderzoeken naar dit onderwerp, daarbij beweerd Erik van de Emster[1], voorzitter van de Raad van de Rechtspraak, dat strenger straffen niet werkt omdat het de daders niet afschrikt. Het heeft daardoor geen preventieve werking, men gaat nu nog stiekemer te werk als ze weten dat de straf zo hoog ligt. Daarbij hebben de rijke ‘topcriminelen toch wel dusdanig veel geld dat – als ze gepakt worden – ze mensen om kunnen kopen voor zorgverlening.

Ten tweede ontneemt men mensen een fundamenteel recht, iets wat door de Grondwet en het Europees Vedrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verboden is. Bij de Grondwet loopt men namelijk tegen artikelen 1, 11 en 22 aan. Op de schending van artikelen 1 en 22 kom ik later terug, omdat het gebruik van deze artikelen dan veel gemakkelijker duidelijk gemaakt kan worden. Over de schending van artikel 11 zal ik nu iets vertellen, maar om dit te begrijpen moet u eerst weten wat artikel 11 inhoudt.

“Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.”

Wanneer het grondwettelijk recht op gezondheidszorg iemand ontzegd wordt, is er geen sprake meer van onaantastbaarheid van het lichaam. Zou je dit willen veranderen, dan moeten vervelende procedures gevolgd worden. Men moet eerst een voorstelwet aan nemen wat vervolgens beide kamers der Staten-Generaal doormoet. Hierna moet de Tweede Kamer ontbonden worden, wat nieuwe verkiezingen ten gevolge heeft. De Tweede Kamer dient ontbonden te worden, omdat het volk – als ze het niet eens zijn met de grondwetswijziging – dan een regering kan aanstellen die de wijziging niet door kan laten gaan. Geen gemakkelijke procedure dus, het zal dan ook niet snel toegepast worden. Bij het EVRM overtreedt men meerdere artikelen, om te beginnen bij artikel 2 EVRM, Recht op Leven. Men ontneemt iemand namelijk de kans op herstel bij ziekte of na een ongeluk, waarmee de kans op overlijden aanzienlijk groter wordt. Een indirecte doodstraf, wat ook verboden is volgens het EVRM en andere Nederlandse wetgeving. Het volgende artikel waarmee deze straf in strijd is, is artikel 3 EVRM, Verbod op Martelen. Ik ben van mening dat het hier gaat om een lijfstraf evenals psychologische marteling. Om bovengenoemde reden van minder kans op herstel en het feit dat het indirecte doodstraf betreft. Wordt het verbod op martelen geschonden. Als laatste wordt artikel 5 EVRM, Recht op vrijheid en veiligheid geschonden. Men verliest namelijk een groot deel van zijn veiligheid bij verlies van het recht op gezondheidszorg.

Ten derde worden de ethische grondwaarden van vertrouwen en gelijkheid aangetast. Met vertrouwen wordt hier bedoeld dat men er van uit mag gaan dat een ieder, dus ook de overheid, zich aan de regels houdt. Dit collectieve vertrouwen maakt de rechtsstaat zoals wij die nu kennen mogelijk. Bij gelijkheid moet gedacht worden aan de formele rechtsgelijkheid en materiële gelijkheid die in een sociale-verzorgingsstaat, zoals de onze, wordt nagestreefd. Met aangetast bedoel ik dat men het vertrouwen in de rechtsstaat zal verliezen, omdat deze nu mensenrechten schendt. Ook bedoel ik hiermee dat de rechtsstaat mensen achter andere mensen stelt, waardoor er niet meer voldaan wordt aan het gelijkheidsbeginsel artikel 1 van de Grondwet wordt dus ook nog eens geschonden. Van algemene rechtvaardigheid is dan ook geen sprake meer, omdat men het idee krijgt dat straffen – in vergelijking met de daden – niet meer toepasselijk zijn. De bevolking zal ook tegen een straf als deze zijn omdat het indruist tegen alle vormen van moraal en ethisch besef; het vertrouwen van de burgers schendt; bepaalde burgers een groot onrecht aan gedaan wordt, waardoor het vertrouwen in de rechtsstaat door burgers wordt opgezegd.

Ten vierde zijn de gevolgen voor de samenleving gigantisch groot. Met samenleving bedoel ik zowel het Nederlandse volk als zijnde samenleving als de gevangenis waarin een crimineel zit opgesloten. De gevolgen zijn zo groot, omdat veroordeelde rond kunnen blijven lopen met besmettelijke soms levensbedreigende ziektes. In een gewone Nederlandse buurt zullen hierdoor veel mensen deze ziektes ook krijgen, met als gevolg dat onschuldige mensen worden gestraft. Sommige van deze mensen zullen deze, voor hen levensbedreigende ziektes, niet overleven. Met name de mensen die normaal gesproken al in een risicogroep zitten – kinderen onder de twee jaar, zwangere vrouwen, mensen die al een ernstige ziekte hebben en mensen boven de zestig – zullen een nog hogere kans op besmetting hebben. Binnen een gevangenis zal besmetting zo mogelijk nog sneller gaan, omdat er veel mensen dicht op elkaar zitten in een relatief kleine ruimte. Dit allen in aanmerking genomen schendt de rechtsstaat dan ook nog eens artikel 22 lid 1 van de Grondwet. Dit lid houdt in dat de overheid maatregelingen ter bevordering van de volksgezondheid behoort te nemen. Door criminelen gezondheidszorg te ontzeggen vergroot de overheid de kans op besmetting van ziektes en dan wordt artikel 22 lid 1 van de Grondwet door de overheid niet nagestreefd.

Ten vijfde leggen alle artsen een eed af welke hen verplicht tot het verlenen van zorg. Zien zij bijvoorbeeld een ongeluk op de snelweg waar nog geen hulpdiensten bijzijn, dan zijn zij verplicht tot het verlenen van eerste hulp. Doen zij dit niet dan wacht hen een bezoekje aan het tuchtcollege in hun regio. Dit tuchtcollege kan ze, conform artikel 48 BIG[2], 6 verschillende straffen opleggen zijnde:

  • 1. een waarschuwing;
  • 2. een berisping;
  • 3. een geldboete van ten hoogste €4.500;
  • 4. schorsing van de inschrijving in het register voor ten hoogste een jaar;
  • 5. gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid van het in het register ingeschreven staande betrokken beroep uit te oefenen;

6. doorhaling van de inschrijving in het register[3].

Om één van deze straffen te ontlopen zijn artsen verplicht om de veroordeelden zorg te verlenen, wat er weer toe leidt dat ze zich niet aan de wet houden. De instelling van deze regeling zou dus ten gevolge hebben dat artsen criminele activiteiten gaan uitvoeren, om zich aan hun eed te kunnen houden.

Als laatste wil ik nog inbrengen dat er gerechtelijke fouten worden gemaakt, wat tot veroordelingen van onschuldigen en/of verkeerde veroordelingen leidt. Laten we als voorbeeld eens kijken naar de zaak van Lucia de Berk, zij werd in 2003 veroordeeld voor zeven moorden en drie pogingen tot moord. In 2010 bleek echter dat zij deze moorden helemaal niet gepleegd had, sterker nog dat het helemaal geen moorden betrof. Zij heeft zeven jaar onschuldig vastgezeten, maar stel je nu eens voor dat zij zeven jaar geen recht op gezondheidszorg had gehad. Dan was ze misschien wel komen te overlijden door een justitiële dwaling. Een klein foutje kan dus al snel grote gevolgen hebben.

Samenvattend betekend dit dat we criminelen niet moeten straffen met het ontzeggen van toegang tot onze gezondheidszorg, omdat de oorzaak-gevolg-relatie niet van toepassing is, de rechtsstaat haar burgers een fundamenteel recht ontneemt, de ethische grondwaarden vertrouwen en gelijkheid worden aangetast, de gevolgen voor de samenleving gigantisch groot zullen zijn, artsen een eed hebben die ze verplicht tot het verlenen van gezondheidszorg en er nog altijd gerechtelijke fouten worden gemaakt.

[1] http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/546281/2010/11/30/Harde-straf-helpt-niet.dhtml

[2] Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

[3] http://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/overdetuchtcolleges/centraaltuchtcollege/taakvanhetctg/