Voor vrouwen is de vrijheid om te kunnen kiezen nog niet zo oud. Slechts een paar generaties terug, geloofden vrouwen nog dat ze geen keuze hadden als het op geboortebeperking, buitenshuis werken of studeren aankwam. En toch vinden vrouwen van nu het vreemd dat ze zo kunnen worstelen met het maken van keuzes.
Voor vrouwen is de vrijheid om te kunnen kiezen nog niet zo oud. Slechts een paar generaties terug, geloofden vrouwen nog dat ze geen keuze hadden als het op geboortebeperking, buitenshuis werken of studeren aankwam. En toch vinden vrouwen van nu het vreemd dat ze zo kunnen worstelen met het maken van keuzes.
Stel dat het kon, met een tele-tijdmachine terugkeren naar de tijd van mijn overgrootmoeder. Ik zou haar vinden in een groot huis in Enschede, ze is de afgelopen jaren bijna doorlopend zwanger geweest of heeft borstvoeding gegeven. Tien kinderen zijn er al. Het verzorging van de kinderen en het huis is haar domein. Er is geen wasmachine, wel een meid die de was doet. Het domein van mijn opa is zijn dokters-praktijk. De keuzes over deze verdeling zijn gemaakt door de tijdsgeest, de kerk en de pastoor.
Keuze-C.V
Hoewel onze ´keuze-C.V´s´ (of lijst van ervaringen in het maken van keuzes) veel langer zijn dan die van onze voormoeders en zelfs langer dan die van onze moeders, bestaat er nog altijd de ‘mindset’ van geen keuze hebben. Bijvoorbeeld:’ Het is nu eenmaal zo dat hij minder in het huishouden doet´ of ‘dat ik meer voor de kinderen zorg en hij verdient meer dan ik´.
In de overtuiging van ‘het is nu eenmaal zo’, klinkt er iets door van de vrouwen voor ons en dat is niet verwonderlijk. Door hen zijn we grootgebracht; hun levens, hun pijn, hun keuzes en ´niet-keuzes´ maken deel uit van onze geschiedenis. We komen er niet onderuit hun, ondermijnende, keuzepatronen te herhalen, zoals het je opofferen, de toeschiet-reflex (´ik ben er al voordat iemand mij nodig heeft´) en het gebrek aan eigenwaarde.
Train je keuzespier
We zijn echter ook in staat om ondermijnende patronen te doorbreken. Hoe doen we dat? Het begint ermee dat we last krijgen van patronen die vanzelfsprekend waren voor hen die jou voorgingen. En je krijgt er last van omdat je weet dat het beter of anders kan. Nu begin je ‘jouw keuzespier’ te trainen. Spieren ontwikkelen zich namelijk doordat jij de grenzen van hun kunnen opzoekt en dat doet zeer. Door de pijn te vermijden ontwikkel je jouw spieren niet, je fysieke spieren niet en ook je keuzespier.
Door voor ogen te houden waar je naar toe wilt, kun je verder komen dan je dacht. En zijn we steeds meer in staat om krachtige keuzes te maken. Zo kunnen we ons eigen verhaal leven met de steun van onze voormoeders in onze rug.