Ik ben zelf 16 jaar pleegkind geweest. Door de jaren heen heb ik gemerkt dat veel mensen vooroordelen hebben hierover. Velen denken dat het de schuld is van ‘slechte ouders’, of van het kind zelf. Maar wat kan men precies verstaan onder ‘slechte ouders’? Hoe kom je terecht in een pleeggezin? Hiermee wil ik aantonen dat het niet altijd even makkelijk is, zowel voor het pleegkind als voor de pleegouders.
Hoe het bij mij begon
Ik ben vanaf mijn geboorte tijdelijk in een pleeggezin geraakt. Ik woonde tijdens de week in een pleeggezin, en tijdens het weekend woonde ik bij mijn biologische moeder. Er was nog één andere dochter, maar zij was toen allang geplaatst.
Mijn vader was onbekend, omdat ik geboren ben tussen twee huwelijken door, en geen van de mogelijke mannen wil mij erkennen als zijnde zijn dochter. Toen ik twee jaar was, had mijn moeder een derde kind, mijn broer. Ze liet hem achter in het ziekenhuis waar hij geboren was, en hij werd dus onmiddelijk geplaatst in een pleeggezin, het gezin waar ik ook woonde.
Mijn moeder had een nieuwe vriend, en hij misbruikte mij. Ik durfde niets zeggen omdat hij me anders pijn ging doen. Het ging van kwaad naar erger, en mijn moeder had hem al door, maar ze deed er niets aan. Naarmate het langer duurde, kon ik het minder goed verbergen. Ik begon raar te doen als er mannelijk volk was, ik was er nooit bij met mijn gedachten. Uiteindelijk is alles uitgekomen bij het pleeggezin, omdat ik het niet meer kon verzwijgen. Pleegzorg ondernam actie, en ik mocht enkel mijn moeder bezoeken als haar vriend er niet was.
Ze beloofde me steeds opnieuw dat ze ging komen, en ik telde de dagen af. Uiteindelijk zat ik steeds voor niets te wachten. Ze was altijd ziek, of ze had gewoon geen tijd.
Toen ik acht jaar werd, had ze een ongeluk. Ze had een epileptische aanval gehad toen ze op reis was, waardoor er een trombose ontstaan is, en ze verlamd is gerakat.
Zo is alles eigenlijk begonnen. Ik heb in de loop der jaren drie pleeggezinnen gehad. In het eerste pleeggezin, waar ik eerst tijdelijk geplaatst werd, heb ik zes jaar gewoond. De man in dat gezin is toen overleden, en de vrouw kon het niet alleen aan. Samen met mijn broer werd ik opnieuw geplaatst, deze keer bij de biologische dochter van dat gezin. Zij was maar veertien jaar ouder dan mij, waardoor het vaak botste. Zij zag mij meer als slaaf, en alles wat ik deed was verkeerd. In haar ogen was ik een leugenaar, een bedrieger, en voor niets goed. Omdat het helemaal uit de hand begon te lopen, ben ik na vier jaar daar weg gegaan. Ik werd gescheiden van mijn broer, na twaalf jaar samen te leven. Ik ben toen in mijn laatste pleeggezin terecht gekomen, waar alles heel goed ging. Die mensen hebben meer dan 130 pleegkinderen in totaal gehad.
Nu ben ik 19 jaar, en woon ik samen met mijn vriend in een appartementje, en ik studeer psychologie. Als ik terugblik op mijn ervaringen als pleegkind, merk ik dat ik veel mis van echte liefde. Ik had wel mensen die mij in huis namen, terwijl ik eigenlijk volkomen vreemd ben. Daarvoor heb ik heel veel respect. Maar er is nooit sprake geweest van echte liefde. Ik merkte dat hun eigen kinderen altijd wel op een manier werden voorgetrokken. Ik heb veel behoefte gehad aan een knuffel van een ouder, of aan de erkenning dat ze trots zijn op wat hun kind bereikt heeft. Soms leek het voor mij, alsof ik mijn best probeerde te doen, terwijl iedereen steeds zei dat het vooral hun inspanning was geweest.
De vooroordelen
Veel mensen hebben vooroordelen over pleegzorg. Zij denken bijvoorbeeld dat het de schuld is van ‘slechte ouders’, of onhandelbare kinderen. Er zijn natuurlijk gevallen waar de ouders bijvoorbeeld een drank of alcoholprobleem hebben, of waar de kinderen inderdaad onhandelbaar zijn, maar niet iedereen is zo. Ik had een moeder die eigenlijk beter geen kinderen had gehad in haar leven. Ik heb geen contact meer met haar, omdat zij enkel aan zichzelf denkt.
Je kan bijvoorbeeld ook pleegkind worden omdat er plots een ouder overlijdt, en omdat de overblijvende ouder niet weet hoe te handelen als alleenstaande ouder. Of tijdens een echtscheiding kan er vaak een enorme hoeveelheid stress ontstaan, waardoor zij het beter vinden hun kind tijdelijk te plaatsen.
Het pleegkind
Een pleegkind zal nooit een volledig “normaal” leven kunnen leiden. Er komen maandelijks begeleiders en consulenten aan te pas. Maar er wordt altijd gewerkt naar een terugkeer naar huis, behalve als dit onmogelijk blijkt te zijn, zoals bij mij gebeurde.Het verschil tussen een pleeggezin en een “normaal” gezin, is eigenlijk niet zo groot. Je hebt regels om je aan te houden,en je hebt geen speciale voor- of nadelen aan het feit dat je pleegkind bent. Je kan natuurlijk altijd de wil hebben terug naar huis te keren, of altijd dromen over hoe het zou zijn moest je geen pleegkind zijn. Dan is het best om gewoon te denken dat het altijd voor je eigen bestwil is dat je geplaatst wordt, en vooral dat het niet wil zeggen dat je biologische ouders niet van je houden.
Belangrijk is dat je probeert te verwerken wat er ook gebeurd is. Je kan je verleden niet constant meeslepen, dat leidt enkel tot grotere problemen. Je probeert best het feit dat je pleegkind bent te aanvaarden, en er het beste van te maken.
Pleegouders en pleegzorg
Ik vermelde hierboven dat je nooit ‘echte’ liefde krijgt van pleegouders, maar ik bedoel hier niet mee dat ze totaal niet van je houden. Tenslotte nemen je pleegouders iemand in huis die eigenlijk volledig vreemd is voor hun. Voor pleegouders is het meestal niet gemakkelijk om pleegkinderen in huis te nemen. Zij weten soms niet hoe te handelen, en wat wel of niet kan. Er komt ook regelmatig controle van pleegzorg zelf. Maandelijks komt er een begeleider om te kijken hoe het met je gaat, en of je gelukkig bent. Als er problemen zijn kun je altijd bij hun terecht. Je krijgt wel appreciatie van pleegouders en pleegzorg. Als je je best doet, zien zij dat je het beste probeert te maken van je leven, en zij zijn trots. Het lijkt soms alsof ze trots zijn op wat zij bereikt hebben, omdat het vooral door hun is dat je verder kunt met je leven.
Ten slotte
Pleegkind zijn zal nooit gemakkelijk zijn. Je kan altijd het gevoel hebben om iets te missen in je leven, zoals een liefhebbend gezin. Ik wil alleen maar zeggen dat het altijd voor je eigen bestwil is dat je in een pleeggezin terecht komt, en je kan er beter het beste van proberen maken dan het van de negatieve kant te zien.