Geloven heeft met religie te maken en is met hart en ziel geloven, dat er een almachtig wezen is, dat alles bestiert. Terwijl Wetenschap kennis is die verworven is door waarnemingen en experimenten. Toch liggen ze niet ver van elkaar.
Geloof en Wetenschap.
Geloven is ook met vertrouwen en overtuiging er zeker van te zijn dat er een Opperwezen is, dat wij God noemen, zonder dat wij Hem kunnen zien. Dat wij het scheppingsverhaal uit Genesis van de Bijbel geloven.
Wetenschap omvat de systematisch verworven kennis met onze zintuiglijke waarnemingen en empirische (=proefondervindelijke) bewijzen.
De oude Griekse filosofen verdeelden de wereld in twee bestaansvormen, de materiële en de geestelijke. De oude wijsheer Socrates geloofde dat er een goddelijke stem in ons zit en vertelt het geweten ons.wat juist is..”Hij die weet wat goed is, zal ook het goede doen “. Socrates zei ook het volgende: “Als we over kennis spreken, is dat iets wat we weten en kunnen meten”.
Na de opkomst van het Christendam gingen de geestelijken van de Rooms Katholieke kerk zoeken naar inzichtelijke argumenten voor het geloof. Zij waren van mening, dat de antwoorden op vragen over de “Zin van het bestaan” gevonden konden worden in Bijbelse geschriften. In de Middeleeuwen was de kerk een dominante gezaghebbende instantie, die sceptisch stond tegenover alle Natuurwetenschappelijke vindingen.
Maar de grote omslag vond pas veel later plaats, namelijk in de 17e eeuw. De waarneming en de ervaring werden steeds belangrijker, waardoor wetenschap niet meer alleen op logisch denken werd gebaseerd. Nieuwe visies en inzichten van beroemde wetenschappers als Galilei, Copernicus en Newton, die allerlei waarnemingen en experimenten uitvoerden, zorgden echter niet voor een afkeer tegen het geloof. Toen de Natuurwetenschappen steeds meer structuur, orde en wetmatigheid vonden in het Universum, de Kosmos of het Heelal, zagen de geestelijken daarin juist de scheppende kracht van de almachtige God.
Toen aan het begin van de 19e eeuw steeds meer orde en structuur in biologische organismen werden ontdekt, werden ook deze door de R.K. Kerk geïnterpreteerd als bewijs van God’s grootheid en almacht.
Hiermee is aangetoond, dat Geloof of Religie en Wetenschap dichtbij elkaar staan. Weten en geloven, in de betekenis van overtuiging en vertrouwen, gaan veelal samen en staan niet in tegenstelling tot elkaar.
Want als we denken dat we iets weten, is er ook een element van geloven aanwezig en we weten dat ook vele wetenschappers religieus zijn ingesteld.