Bij de laatste spellingshervorming in 1996 heeft men het probleem van de tussen-n in samengestelde woorden aangepakt. Is het “bessensap” of “bessesap”? De bestaande regels uit 1954 waren onlogisch en onnodig moeilijk. Maar zijn de nieuwe regels logischer en makkelijker dan de oude?
De nieuwe regels zijn anders dan de oude, maar helaas is het er niet bepaald eenvoudiger op geworden. Het ergste vind ik dat er in veel te veel worden een n werd voorgeschreven, zoals in “pannenkoek” en “smartengeld”. Een gedrocht, de constructie met die n ertussen.
Een alfabetisch schrift is een schrift met een klein aantal tekens, die voor klanken staan. Dit in tegenstelling tot schriften met tekens die voor een heel woord staan, zoals Chinees. Voorbeelden van alfabetische schriften zijn: het Latijnse alfabet, dat wij gebruiken; het Griekse alfabet, het Cyrillische alfabet, dat in Rusland en Bulgarije gebruikt wordt; het Arabische alfabet; het Thaise alfabet.
De idee van spelling van een alfabetisch schrift is dat je voor iedere klank een vast teken gebruikt. Hoewel hier historisch gegroeide uitzonderingen op bestaan (cadeau i.p.v. kado) blijft dit het basisidee. Dit geldt zelfs in het Engels, dat de meest onregelmatige spelling heeft.
Bepaalde Nederlandse klanken worden niet overal in Nederland uitgesproken, in het westen zegt men “lope”, in het oosten zegt men “loopn” of “loopm”. En in sommige delen van het land zegt men netjes “lopen”.
Om nu in een woord een letter te introduceren die NERGENS wordt uitgesproken, dat is krom. Nergens zegt men “smarteNgeld”, behalve misschien in de nieuwsbulletins sinds deze nieuwe spelling bestaat. En dat is dus een effect van deze spellingsverandering, dat sommigen het woord gaan uitspreken zoals het gespeld wordt; terwijl het omgekeerd behoort te zijn: schrijven zoals het uitgesproken wordt.
Het zou beter zijn, als je een spellingsvereenvoudiging voorstaat, om consequent de N weg te laten in samenstellingen: pannekoek, smartegeld, mierenest. Dat is eenvoudig en komt gemiddeld gesproken dichter bij de uitspraak in de werkelijkheid dan de huidige spelling.
Het punt is, dat de tussen-N in werkelijkheid helemaal niet bestaat. Er is sprake van een tussen-E. Sommige samenstellingen lopen niet lekker: pankoek, smartgeld. Daarom krijgen ze er in de uitspraak een sjwa-klank tussen: pannekoek en smartegeld.
Waarom zou er na die E een N moeten volgen? Dat een mierenest altijd meerdere mieren heeft, hoeft je toch in de spelling niet tot uiting te brengen? Mieren-nest. Een kudde buffels is een buffelkudde. Hier breng je in de spelling ook niet tot uiting dat het altijd om meerdere buffels gaat? Als men had ingezien dat de tussen-N niet bestaat en de tussen-E wel, dan zou het spellingsprobleem opgelost zijn.
Bijna althans. Naar mijn smaak blijven er een paar uitzonderingen, zoals herenhuis. Voor mijn taalgevoel is die N hier echt aanwezig. Het deel “heren” komt hier van de verouderde tweede naamval, een herenhuis is een huis der heren.
Je zou moeten onderzoeken hoe samengestelde woorden uitgesproken worden en daarop de spelling baseren. Spelling behoort een weergave te zijn van de uitspraak, spelling behoort niet een voorschrift te zijn hoe je de taal moet uitspreken. De huidige regels uit 1996 schrijven voor te veel samengestelde woorden een tussen-n voor, zo vaak dat je gerust van een gedrocht in de spelling kunt spreken.