blog placeholder

Eer de film vertoond werd kwam er een spreker voor de doeken. Het voorspel van de rollende tape; dit was niet zomaar een film. Dit is een klassieker. Niet minder dan driekwartier duurde het voorspel, het deed mijn hart sneller kloppen, er werden verwachtingen gevormd en het gevoel dat ik een met uitsterven bedreigde reuzen panda te zien krijgt bekroop me. Film leeken moeten immers een beetje kennis van zaken hebben, we kunnen niet zomaar een film kijken. Er moet wat uitgelegd worden. In dit geval stonden de vogels voor de sexualiteit van de vrouw, maar toch ook voor vrijheid, en de vrijheid die ze niet hebben in hun hokken. Uiteraard moet de mannelijke hoofdrolspeler een zeer complexe relatie met zijn moeder ontwikkelen, of ontwikkeld hebben, een twijfelachtig gevalletje Oedipus. Naar mijn mening hoeft er niet veel nagedacht te worden over de diepere betekenissen in de film. Ik neem u mee naar de jonge Alfred Hitchock aan het begin van de twintigste eeuw:

Hij keek zijn oma onbegrijpend aan. “Naar buiten” herhaalde ze. “Kom op, geef die beesten hun voer en je kunt weer met je speelgoed aan de gang”. Met een mistroostige blik greep hij de zak met zaden en liep via de achter keuken naar buiten. “verdomde beesten” mompelde hij in zichzelf, de gedachten aan die kranige ogen gaf hem al kippenvel. Hij zag het hok al staan, een met kippengaas omsingelde houten constructie. Er liepen meerdere rennen de broedruimte in waar een mengsel van stro en zaagsel voor een comfortabele broedplek zorgde. Hij pauzeerde voor het hok en keek Harry aan. Harry was zijn oma’s trots. Een haan met grillige kam en bloed doorlopen ogen. De veren in zijn staart glommen een staal blauwe glans, aan zijn poten zaten nagels als een zeis. Harry liep in zijn eigen ruimte, afgeschermd van de kippen.

Hij voerde Harry altijd als laatste, wierp hem een afkeurende blik toe en stapte het hok in. De kippen begonnen opgewonden rond te scharrelen in de wetenschap dat voer eraan kwam. Die opgewondenheid irriteerde hem, maar hij hield zich rustig en wierp een paar volle handen voer over de grond. Met een wild getokkel vielen de kippen het voer aan, Harry aangestoken door de drukte rennend heen en weer in zijn hok was gek met verlangen. Het jongetje schoof de grendel van Harry’s hok en stapte naar binnen.

Het deurtje viel achter hem dicht en Harry stokte in zijn pas. Harry keek hem recht aan, op geen beweging te betrappen. Zijn hart sloeg over en bonkte zijn keel in. Hij wilde zich omdraaien, “weg hier” dacht hij. Op dat moment sloeg Harry toe, met een wild gefladder sprong hij op, klauwen uitgestrekt en recht naar voren, trappend en fladderende viel hij het gezicht van de jongen aan. Hij probeert zichzelf te beschermen en bukt laag. Maar Harry weet van geen ophouden en bespringt hem van achter, pikt met zijn snavel aan de oren van de jongen, er loopt bloed langs zijn gezicht.

“Alfred!?” Kwam er uit de keuken. “ Alfred! Wat is er aan de hand?” Hij zag uit zijn ooghoek zijn oma de schuur in duiken. Even later kwam ze weer te voorschijn rennend richting het kippenhok, ze had een bijl in de aanslag en met een bekeken mep rolde Harry zijn kop over de grond. Maar een kip is niet zomaar geslacht het grootste deel van de haan bleef tegen Alfred aan fladderen en schoppen. Alfred, inmiddels doorweekt van het kippenbloed begint te rillen en huilen. Huilen zoals hij nog nooit had gehuild. Zijn oma tilde hem op, en droeg hem mee naar binnen. Legde hem in een klein bedje en schonk wat melk met zoete likeur in zijn flesje. Ze sloeg een kruis over hem en kuste zijn voorhoofd. Maar vanaf die dag zou Alfred nooit meer over de angst die Harry hem had ingeboezemd komen, elke vogel zou hem klamme handen en hart kloppingen bezorgen, tot op de dag van zijn dood.