Achter de meute aanlopen, dat was wat de media gisteren deed in het onderzoek van Radar en dat is wat er vaak gebeurd. Door deadlines en een overmaat aan vertrouwen worden bronnen vaak helemaal niet gecheckt op onwaarheden.
Maar is dat de schuld van de journalisten, die nu, in 2009, te maken hebben met de snelle media; wie als eerste met het grote nieuws komt heeft de kijkers, luisteraars of lezers ook als eerst? Even wat feiten op een rij.
Gister werd er op Radar een uiterst vermakelijke reportage uitgezonden. Hieruit bleek dat de farmaceutische industrie schaamteloos mensen naar de dokter ‘lokt’, met een onschuldige kwaal als winderigheid, door middel van tests en verborgen reclame op internet.
Een ander detail, dat ook niet als onbelangrijk mag worden gezien, is dat de algemene media hierbij klakkeloos overnam wat er werd gezegd in één persbericht, dat door Radar als test was geplaatst, vaak zonder zelfs maar te checken of hier een kern van waarheid in zat. Aan de telefoon werd direct ingestemd met het plaatsen van reclame of verwerken van het nieuws, zolang er maar geld voor zou worden betaald. De media trapte met open ogen in de test van Radar en in tientallen kranten, radioprogramma’s en tv-programma’s werd het onschuldige onderwerp aan de orde gebracht.
Op de school van Journalistiek wordt er nog gigantisch op gehamerd dat je altijd je bronnen dubbel moet checken en hoor en wederhoor moet toepassen (een bron met een andere mening moet raadplegen), in de ‘echte’ journalistiek wordt dit echt al gauw vergeten. In het Radar-onderzoek werd slechts twee keer naar de farmaceutische industrie verwezen.
Al eerder bleek uit een onderzoek van Kenniskring Crossmedia Content van de Hogeschool Utrecht dat áls journalisten al verder kijken dan hun neus lang is, dat vaak alleen is om zichzelf in te dekken en niet om achter de echte waarheid te komen. Ook uit de medische wereld kwam al eerder kritiek; ‘journalisten moesten meer vraagtekens zetten bij de informatie die ze kregen’.
Reden om niet te checken is meestal tijdgebrek. Maar ook hoog aan de lijst van redenen staat dat veel Journalisten van mening zijn dat ze zelf wel kunnen pijlen of hun bron betrouwbaar is. Ze vinden dat ze daarvoor genoeg ervaring hebben.
Uit de Mediamonitor 2007 kwam eerder al naar voren dat een steeds groter deel van het nieuws bestaat uit onbewerkt doorgegeven berichten van persbureaus, ondernemingen en andere belangenpartijen. En dan hebben we het nog niet eens over de ongecheckte, niet bevestigde, tegenstrijdige cijfers die in verschillende media naar voren komen, wanneer er een vliegtuigcrash of andere ramp plaats vindt.
Aan de andere kant is het een lastige kwestie. Tijdens een ramp is het des te meer van belang dat je als medium snel met je nieuws komt, anders zijn anderen je voor. Maar kun je dan beter met onwaarheden komen dan later met echt nieuws? Misschien. Wanneer er iets gebeurd in de wereld zappen mensen niet voor niks direct door naar BBC en CNN; zij zijn de eersten met nieuws.
Gelukkig hebben we altijd de rubriek ‘rectivicaties’ nog.