De media is in de loop van de negentiende eeuw een belangrijk middel van communicatie geworden in onze samenleving. Het heeft een hele hoop voordelen maar dit communicatiemiddel heeft voor de samenleving, en in het bijzonder voor de kinderen, ook een hoop nadelen.
Kinderen zijn tijdens hun eerste levensjaren tot aan de puberteit het meest beïnvloedbaar en kijken tijdens deze levensjaren een hoop televisie. Tijdens deze levensjaren is het van belang dat de ouders hun kinderen hierin begeleiden. Tegenwoordig zie je overal dat jongeren beïnvloed worden door de media. De jongens die zich gaan gedragen als rappers uit de Amerikaanse getto’s en de meisjes die zich steeds bloter kleden. Daarnaast wil merendeels van de meisjes het leven van The City of The Hills nabootsen.
Met de hoofdvraag “In hoeverre wordt de ontwikkeling van de jeugd beïnvloed door de media?” wil ik hier een antwoord op krijgen. Dit antwoord hoop ik te krijgen door middel van de volgende deelvragen:
- Wat is media en welke soorten zijn er?
- Hoe werkt de ontwikkeling van het kind?
- Wat is het gevolg van de invloeden van de media voor de ontwikkeling van de jongeren?
- Welke oplossingen zijn er voor de media en de jongeren?
- Welke rol kan de overheid daarbij spelen?
- Welke rol kan het gezin daarbij spelen?
- Welke rol kan het maatschappelijk middenveld daarbij spelen?
In hoeverre wordt de ontwikkeling van de jeugd beïnvloed door de media?
Deelvragen:
- Wat is media en welke soorten zijn er?
- Hoe verloopt de ontwikkeling van het kind?
- Wat zijn de gevolgen van de media-invloeden op de ontwikkeling van het kind?
- Hoe bemiddelt de school bij het mediagebruik van de jongeren?
- Wat kunnen de ouders doen omtrent de mediawijsheid van het kind?
Wat is media en welke soorten zijn er?
In Nederland is er sprake van vrijheid van drukpers. Dit houdt in dat de media zonder vooraf verlof om gevoelens en gedachten openbaar te maken, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. De vrijheid van drukpers is vastgelegd in de grondwet.
Artikel 7
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
Hoewel er dus geen voorafgaand verlof nodig is voor een publicatie, moet de uitgever wel rekening mee houden dat hij kan worden aangeklaagd als zijn publicatie smadelijk, lasterend of discriminerend is, of aanzet tot haat.
Media
Media is een meervoudsvorm voor verschillende soorten medium. Een medium kan onder meer doelen voor communicatie met velen, en daarom spreken we vaak over massacommunicatie. Daarnaast heb je tegenwoordig ook veel meer interactieve communicatie. Dit houdt in dat de kijker kan reageren op de publicatie/programma en dergelijke. Media zijn dragers van informatie.
Soorten Media
Geschreven Media:
- Bedrijfsbladen
- Familiebladen
- Damesbladen
- Consumentenbladen
- Woonbladen
- Jongerenbladen
- Maandbladen
- Weekbladen
- Opiniebladen
- Ouderenbladen
- Etcetera
Televisie:
- Internationale televisie
- Landelijke televisie
- Regionale televisie
Radio:
- Internationale radio
- Landelijke radio
- Regionale radio
Nieuwe Media:
- Interactieve Televisie
- Internet Sms Teletekst
-
Twitter
Kenmerken van moderne media
- Men vertrouwt de boodschappen van media sneller dan die van geruchten op de hoek.
- Het imago van media blijft overeind ongeacht de kritiek die wordt geleverd
- De berichtgeving van de media is snel
- Het heeft een massaal bereik
- Als consument, luisteraar of kijker, heb je geen of een geringe invloed op de boodschap
-
Het wordt gezien als een belangrijk podium in de samenleving
Functies van de media
Functies voor de samenleving:
- Politiekinformatieve functie
- Spreekbuisfunctie
- Controlefunctie
- Commentaarfunctie
- Socialiserende functie
Functies voor de individu:
- Informatie
- Educatie
- Opinie- en meningsvorming
Socialiserende functie:
- Om mee te praten
- Om eenzaamheid te verdrijven
Recreatiefunctie:
- Ontspanning
- Gezelligheid
- Tijdverdrijf
- Sensatie
Hoe verloopt de ontwikkeling van het kind?
Welke ontwikkelingstheorieën bestaan er?
De ontwikkeling van de mens wordt onderverdeeld in verschillende fases. Het gedrag en de belevenis van het kind heeft in elke fase hun eigen kenmerken. In elke fase zal het kind stappen vooruit kunnen zetten. Wanneer een kind die stappen heeft gezet, wordt de fase afgerond en zal doorgaan naar de volgende fase van zijn leven. Tijdens deze ontwikkeling wordt er geen fase overgeslagen. Ontwikkelingspsychologen hebben theorieën waar hun standpunt op enkele punten kunnen verschillen. De een beweert dat wanneer een kind een fase heeft afgerond, deze achter zich zal laten. De ander is van mening dat er tijdens de ontwikkelingsfase wel steeds hogere vormen van gedrag en beleving komen, maar dat deze geen enkel ander fase zal vervangen, maar hieraan wordt toegevoegd. Het breidt zich dus als het ware uit.
Welke ontwikkelingsfases zijn er ?
Het mens maakt in zijn leven lichamelijke en psychische fases meemaken. De ontwikkeling van de mens bestaat uit vijf periodes en kan lichamelijk en psychisch ontwikkelen.
Fase een:
De eerste fase vindt plaats vanaf de geboorte tot aan de tandenwisseling van het kind. In deze fase is het kind heel open tegenover de buitenwereld en vertrouwt zeer snel de buitenwereld. Het kind is zich nog niet bewust van de gevaren, maar psychologen beweren dat kinderen dat onbewust wel aanvoelen. Het kind imiteert vooral de buitenwereld. Daardoor leert het kind onbewust wat goed en slecht is. Dit zal de basis vormen voor het normbesef van het kind. Daarom moeten kinderen ook een goed voorbeeld geven voor de kinderen, willen zij een goede toekomst voor hun kinderen.
Fase twee:
De tweede fase vindt plaats vanaf de tandenwisseling tot aan de puberteit. Het kind ontwikkelt een persoonlijkheid en wordt zich hiervan bewust. Het bevindt zich in zijn eigen wereld waarin hij zichzelf als de koning ziet van zijn wereld. Het kind is in deze periode rijk aan fantasie. Hij beschermt zichzelf van de buitenwereld door een stadsmuur om zijn sprookjeswereld. Zodra het kind in deze periode een negatieve ervaring meekrijgt, heeft het kind twee opties voor de verwerking hiervan. Het kind kan de negatieve ervaring laten zoals het is met geen verdere verwerking van de ervaring met alle schadelijke gevolgen van dien op de latere psychische ontwikkeling van zijn verdere leven. Of het kind zal de negatieve ervaring kunnen plaatsen en zal hiermee de gevolgen van de negatieve ervaring geen kans kunnen geven op de psychische ontwikkeling van zijn verdere leven.
Fase drie:
In de derde fase van de ontwikkeling bevindt de mens zich in de puberteit. In de puberteit brokkelt de stadsmuur stapsgewijs af. Het kind zal hierin de werkelijkheid onder ogen kunnen komen en zal de realiteit steeds meer kunnen scheiden van de fantasie.
Fase vier:
In de vierde fase van de ontwikkeling breekt de volwassenheid aan. De mens staat open voor de buitenwereld en neemt deze op in zijn eigen wereld. Hierin wordt de mens erg zelfstandig en er wordt ook van de mens verwacht dat deze zelfstandig de juiste keuzes kan maken.
Fase vijf:
De periode die op volwassenheid volgt is het ouderdom. In de ouderdom gaat de mens terug naar wat hij eerder heeft meegemaakt. Deze fase heeft veel overeenkomsten met de eerste fase, de fase van de geboorte tot aan de tandenwisseling. Een mens gaat door verschillende ontwikkelingsfase van de persoonlijkheid, ook wel incarnatiefases.
De incarnatiefasen van de mens
Vanaf de geboorte tot aan de volwassenheid incarneert een mens. Iedere zeven jaar zal er een incarnatiefase voorkomen, waar de persoonlijkheid van de mens veranderen zal en hij andere interesses ontwikkelt. In een incarnatiefase zal er een grote lichamelijk en geestelijk verandering voorkomen waardoor het mens anders naar zichzelf zal gaan kijken en een ander referentiekader zal ontwikkelen.
Imitatie
Van de geboorte tot ongeveer wanneer het kind zeven jaar is zal de eerste incarnatiefase plaats vinden. Hierin zal het groeien van het kind en het eigen lichaam de belangrijkste rol spelen. Het kind gebruikt zijn zintuigen en staat open voor de alle indrukken van de omgeving. De omgeving heeft dus een grote invloed op het kind want het kind imiteert alles. Het kind ziet men lopen, het kind leert lopen. Het kind hoort men spreken, het kind leert dus ook spreken. Er zijn psychologen die beweren dat het kind kan voelen wat de volwassen voelt en dat dit invloed heeft op het kind. Het kind zal dit namelijk ook imiteren, want hierdoor wordt het kind als het ware bevrijd van de indrukken die op het kind zijn gemaakt. De eerste incarnatiefase is dus cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Niet alleen voor de psychologische maar ook voor de lichamelijke ontwikkeling. Een vredige en veilige omgeving zal positieve effecten op de groei van het kind hebben. Een wrede en enge omgeving waarin het kind voortdurend bang en ontevreden is zal een negatief effect hebben op het kind waardoor er schade aan het kind zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid kan optreden.
Bewust normbesef
De tweede incarnatiefase vindt plaats vanaf ongeveer zeven jaar tot een jaar of veertien, wanneer het kind zich in de puberteit bevindt. De openheid voor de buitenwereld van de eerste fase bevindt zich er niet meer in de tweede fase. Het kind heeft zelfstandigheid ontwikkeld door middel van het imiteren en het nabootsen in de eerste fase. Het kind kan al lopen, praten, tanden poetsen en dergelijke. In deze fase is het van groot belang dat het kind goede dingen leert en vooral afschuw leert te krijgen voor slechte dingen. Dit kan zeker een probleem zijn omdat veel slechte dingen goed worden gepraat in deze fase. Normbesef kan gewekt worden door het kind het goede te laten ervaren en te laten meebeleven wanneer de ouders het goede voorbeeld geven. Hierdoor zal het kind respect wekken voor zekere goede dingen. Er zijn drie serieuze bedreigingen voor het kind in deze fase:
- Het kind is te vroeg verstandelijk
- Te vroeg ervan uitgaan dat het kind al kan oordelen
- Het kind wordt te vroeg betrokken in de volwassen seksualiteit
Afname invloed op kind
In de derde incarnatiefase is het tijd voor de puberteit. Kenmerken van de puberteit zijn kritische gedachtes en sterke humeurwisselingen. Het kind is in de puberteit niet zo beïnvloedbaar als in de eerste twee incarnatiefases.
In de eerste fase is het belangrijk om zo min mogelijk verkeerde indrukken te laten overkomen op het kind. In deze periode doet het kind namelijk alles na. Zijn omgeving is een voorbeeld voor zijn handelen. Zodra er in de media geweld ontstaat en het kind ziet dat dan zal het kind dat imiteren. Als het kind in zijn tweede fase voldoende goede dingen leert en leert afschuw te krijgen voor slechte dingen, dan zal deze voldoende respect krijgen voor de goede dingen. Zo niet, dan zal hij het slechte verwarren met het goede.
De ontwikkeling van de fantasie
Het kind heeft veel fantasie. Fantasie speelt een grote rol bij de belevenis van het kind. Het kind past fantasie ook toe wanneer hij naar een televisieprogramma kijkt. Wanneer het kind tussen de twee en vijf jaar is heeft het niet de bevoegdheid om de fantasie en de werkelijkheid van elkaar te scheiden. Voor het kind is er geen verschil tussen fantasie en werkelijkheid. Voor de verwerking van de beelden fantaseert het kind erop los om zichzelf gerust te stellen. Fantasie is als het ware de filter voor de verwerking van de beelden zodat het kind de beelden zal begrijpen.
Pas vanaf het kinds’ zesde jaar gaat het kind begrijpen wat het verschil is tussen tekenfilms en realistische films. Rond het zevende jaar kan het kind pas echt beseffen wat het verschil is tussen animatie en realistische films. Het kind zal zelfs de fantasie als hinderlijk beschouwen vanwege de grote mate van nieuwsgierigheid naar de realiteit.
Eigen mening
Dit onderdeel vind ik heel interessant. De ontwikkelingsfase en incarnatiefase hebben mij vooral laten zien hoe men zich ontwikkelt en dat bepaalde stoornissen van eventueel in het verleden van de mens worden bepaald door de ontwikkeling van het kind in zijn eerste twee incarnatiefases. Elke fase wordt bepaald door vroeger. Dit wekt bij mij veel interesse op.
Wat zijn de gevolgen van de media-invloeden op de ontwikkeling van het kind?
De televisie
Er zijn veel kinderen die thuis naar de televisie kijken. Bijna negentig procent kijkt dagelijks televisie en de kinderen van vier tot twaalf jaar, die het meest gevoelig zijn voor invloeden van de televisie, kijken wel 103 minuten televisie per dag! Tegenwoordig is de televisie een onmisbaar product in het gezin. Tevergeefs zijn wel de meeste ouders van mening dat de televisie een te grote rol speelt in het gezin. Daarnaast is er ook onvoldoende supervisie van de familie op het kijkgedrag van het kind. Een kind heeft hierdoor de mogelijkheid zelf te kijken naar wat hij wil. Vervolgens is het ook mogelijk dat wanneer het kind niet de capaciteit heeft om zelf weg te schakelen, hij naar programma’s kijkt met een inhoud dat niet geschikt is voor het kind.
Gevolgen
- Aandachtstekort
- Hyperactiviteit
- Concentratieproblemen
- Problemen sociale vaardigheden
- Contact met de realiteit vervaagt
- Vervreemden van familieleden
- Het kind ontaard van de directe wereld en zijn eigen lichaam
- Agressie door een tekort van uiting van energie
- Agressie door imitatie van gewelddadige beelden
- Ongehoorzaam tegenover ouders door onvoldoende regelmaat van de ouders
- Vertekend wereldbeeld
Door al deze gevolgen en de imitatie van de televisie beelden dat het kind te snel volwassen wordt. Kinderen worden hierdoor niet genoeg beschermd tegen de invloeden van de televisie. Zonder filter wordt het kind blootgesteld aan alle maatschappelijke problemen, waar het kind nog niet eens klaar voor is. Kinderen zijn namelijk nog niet zo op het kennisniveau, dat zij alle berichten kunnen begrijpen, als volwassenen kunnen. Als voorbeeld: kinderen hebben niet de capaciteit om te weten dat als er een vliegtuigramp wordt uitgezonden, te realiseren dat er duizenden andere vliegtuigen wel heel aankomen.
Daarnaast kunnen er ook door de hele tijd geconfronteerd te worden met geweld of pornografische beelden lichamelijke of geestelijke ziektes ontstaan. Kinderen hun gezondheid is namelijk de afgelopen jaren alleen maar verslechterd. Uitputtingsverschijnselen, maagklachten, nervositeit, slaapstoornissen, onrust en aantasting van de luchtwegen en spijsverteringsorganen. Allemaal gevolgen van mediagebruik.
Het gevolg dat kinderen agressief gedrag vertonen door het kijken van gewelddadige beelden wordt ondersteund door verschillende onderzoeken. Het eerste onderzoek is nu nog het meest geaccepteerde en het best onderbouwde onderzoek als het gaat over de invloed van het geweld op de televisie op kinderen.
Albert Bandura is een Canadees psycholoog. Hij is bekend geworden door zijn sociaalcognitieve leertheorie. Ook Bandura deed onderzoek naar de invloed van geweld op kinderen.
Hij verdeelde een groep kleuters in drie groepen. Alle drie de groepen liet hij een stuk film zien waar een plastic pop in elkaar geslagen werd door een volwassen man. Groep een kreeg de film te zien zonder enige toevoeging. Groep twee kreeg de film te zien waarin de man na afloop werd beloond met lekker eten en drinken. Groep drie kreeg de film te zien waarin de man na afloop werd gestraft en aan het einde van de film gaf Bandura de kinderen dezelfde plastic pop.
Groep drie ging het minst agressief om met de pop. Uit Bandura’s onderzoek bleek dus dat kinderen vooral leren geweld normaal te vinden. Zij leren dat geweld een goed middel is om geweld te stoppen. Maar dit alles is wel in samenhang met drie andere factoren. Deze factoren zijn het gedrag van het kind, van de film en van de omgeving van het kind. Daarnaast is het kijken van televisie ook schadelijk voor het aardig zijn in het kind en het zorgzame gedrag van het kind.
Naast psychische gevolgen treden er ook lichamelijke gevolgen op zoals:
- Zwaarlijvigheid door gebrek aan beweging
- Stroeve oogspieren en andere groepspieren als nek, schouders, rug door staren en te lang stil zitten
- Zwakkere weerstand doordat er te weinig blootstelling is aan ziektekiemen
- Concentratieproblemen door een zuurstofgebrek door een tekort aan frisse lucht
- Ademhalingsproblemen door een zuurstofgebrek door een tekort aan frisse lucht
Tegenwoordig richten de tv-zenders zich ook op peuters en kleuters. Er zijn zelfs programma’s voor de baby’s. De meeste programma’s voor lagerschoolkinderen zijn een stuk ernstiger geworden dan vroeger. Ze schotelen een zwaar wereldbeeld voor net als er competieve tekenfilms zijn met gevechtsscenes die een vertekend wereldbeeld geven.
Producenten van kinderprogramma’s leveren nu grote inspanningen om hun negatieve imago kwijt te raken. Ze bieden nu ook programma’s met een geïdealiseerd wereldbeeld als tegenbeeld. Zo worden er ook meer programma’s gemaakt waarbij de kinderen moeten meebewegen of dansen, maar dit is tevergeefs want veel kinderen kijken maar doen niet mee.
Daarnaast proberen de producenten ook meer educatieve programma’s te publiceren voor baby’s. Dit soort programma’s hebben alleen vrij weinig nut doordat ze het kijkgedrag van de baby’s teveel proberen te stimuleren.
Eigen mening
Ik ben van mening dat educatieve programma’s voor lagere schoolkinderen effectief kunnen zijn in beperkte mate. Uitstapjes met kinderen naar educatieve plekken hebben veel meer zijn voordelen dan het gebruik van media. Media kunnen gebruikt worden als extraatje voor vermaak of beloning van het kind. Stapsgewijs naarmate het kind de puberteit al heeft bereikt kan de televisie een rol spelen op de ontwikkeling van het kind, maar niet eerder.
Het internet
Kinderen hun geest is ingesteld op ontdekken, leren en proberen. In tegenstelling tot volwassenen hebben zij het geduld, de tijd en de behoefte om te spelen op het internet. Daardoor hebben kinderen een voorsprong op mediawijsheid. Hierdoor kunnen zij ook gauw websites tegenkomen die niet voor hun oogjes zijn bestemd. Kinderen bezoeken het internet om te spelen, voor de lol en om het contact met anderen.
Internet is een vorm van communicatie. Een vorm van communicatie waarbij je elkaar niet ziet, hoort, maar wel met elkaar praat. Er is dus ruimte om een andere identiteit aan te nemen. Men kan een andere leeftijd, naam, sekse en dergelijke aan nemen.
Dit is een groot voordeel voor jongeren die onzeker zijn over zichzelf. Op het internet worden ze dan geaccepteerd voor wie ze zijn maar niet veroordeeld. Ze kunnen zich anders voordoen dan dat ze zouden zijn in het echte leven. Het is dus een voordeel voor hun sociale vaardigheden.
Daarnaast is er ook nog de trend van sociale media. Hyves, Facebook, MySpace. Hier zetten jongeren hun persoonlijke gegevens, foto’s en het gaat allemaal om zien en gezien worden. Alle adviezen die worden gegeven met betrekking tot de persoonlijke gegevens, worden genegeerd.
Gevaren
- Laag zelfbeeld door cyberpesten
- Zwaarlijvigheid door onvoldoende beweging
- Verslaving
- Sociale Isolatie
- Ontmoetingen met onbekenden door een makkelijk een andere identiteit aannemen
-
Beperkte privacy van gegevens en dergelijke
Hoe bemiddelt de school bij het mediagebruik voor de jongeren?
De school is een goede plek waar het kind zich voldoende kan ontwikkelen. De school is dus een belangrijk maatschappelijk middenveld als het komt om te leren hoe het kind met de media moet omgaan. Jongeren zouden in de klas actief moeten leren omgaan met media zodat ze goed en kritisch gebruik kunnen maken van media. Maar hoe gebeurt dat nou nu?
Leerlingen krijgen tegenwoordig vanaf groep 5 of 6 al een standaard e-mail adres mee van school. Dat geeft het kind enorme communicatie mogelijkheden. Hiermee kunnen ze ook het kind bijleren voor het schrijven van brieven of e-mails.
Naast communicatie vaardigheden kan deze communicatie ook uitdraaien op pesten. Elk kind is gepest en heeft gepest. Scholen moeten zich bewust maken van het pesten en aan een veilige omgeving werken voor de leerlingen. De school moet zich inzetten voor preventie en als het uit de hand loopt op repressie. Daarnaast moet het kind ook leren hoe je met conflicten om moet gaan. Het zou voor het kind een enorm voordeel zijn als het kind op school leert hoe hij met conflicten en ook emoties om moet gaan. Hiervoor zou de school een vertrouwenspersoon kunnen aan stellen voor kinderen die nare ervaringen kwijt willen.
Om de leerling te beschermen tegen verkeerde sites of het tegengaan van misbruik van het internet zijn er systeembeheerders maar vaak heeft een school geen systeembeheerder. Dit maakt het makkelijk voor het kind om in andermans gegevens te kijken of een e-mail versturen onder andermans’ naam. Een systeembeheerder zou hierop toezicht kunnen houden door middel van eigen accounts met wachtwoord en het blokkeren van bepaalde websites.
Scholen hebben tegenwoordig ook regels betreffende de omgang met het internet.
Eigen Mening
Het is goed voor kinderen om te leren hoe ze moeten omgaan met de media. Ik ben van mening dat veel praten over wat er is voorgekomen op het internet en op de televisie helpt zo dat de kinderen ook andere inzichten van de media horen.
Wat kunnen de ouders doen omtrent de media wijsheid van het kind?
Een ouder is de belangrijkste rol bij de oplossing van het probleem van hoe de kinderen de media interpreteren. Het kinds’ jaren voor de puberteit zijn de meest beïnvloedbare. Het is dus van belang dat de ouders er alles aan doen om in deze periode het kind het goede voorbeeld te geven. Niet alleen op het gebied van televisie kijken of internet maar dat de ouder het kind laat zien wat goed en fout is. Het kind zal zich dan zelf bewust worden wat goed en fout is en dit als filter gaan gebruiken bij het kijken van de televisie en het gebruik van het internet.
Daarnaast moet de ouder ook regels voor het kind opstellen omtrent het kijken van televisie en het gebruik van het internet.
De tijden
De ouder helpt het kind dagelijks een kijk- en speelplan te maken waarin de tijden de inhoud en de dagen komen te staan. Zodra de ouder het er niet mee eens is, legt de ouder zijn keuze uit en staat de ouder het kind bij bij andere keuzes. De ouder spreekt van te voren af samen met het kind hoeveel tijd het kind per week en per dag spendeert achter de computer of de televisie De ouder kan als hulp een recorder gebruiken zodat als het programma op een verkeerd tijdstip wordt uitgezonden de ouder deze kan opnemen en later terug kan zien.
Begeleid
De ouder maakt er een gewoonte van om op het kijkwijzeradvies te letten en zo doet het kind dat ook. De ouder bekijkt de programma’s/websites eerst zelf of speelt de spelletjes eerst zelf zodat de ouder kan zien of het wel gepast is voor het kind De ouder legt het kind uit welk soort programma’s, websites of spelletjes niet goed voor hen is en waarom niet.
Samen
De ouder kijkt of speelt mee met het kind en praat met het kind over de programma’s, websites of spelletjes. De ouder vermijdt een eigen computer of televisie voor het kind. Dit kan voor afzondering van het kind zorgen. De ouder zorgt dat de televisie of computer in de huiskamer staat voor overzicht op wat het kind doet.
Media bewust
De ouder zegt niet direct ja of nee wanneer het kind vraagt om te kijken of spelen, maar vraagt wat het kind wil zien en waarom. Zo zorgt de ouder dat het kind bewuster leert te kiezen. De ouder houdt een media gebruikslijstje bij. Hierin wordt verwerkt hoeveel het kind en de ouders spendeert aan media per dag. De ouder praat met het kind over wat er in de werkelijkheid gebeurd en wat er alleen op televisie voorkomt. Zo leert het kind te scheiden wat realiteit is en fantasie.
Praat en luister
De ouder luistert naar het kind wanneer het kind verteld over zijn gedachten en gevoelens bij het gebruik van media dat hen boeit. Zo raakt de ouder betrokken bij hoeveel supervisie het kind nodig heeft en of het kind te veel erin opgaat. De ouder bespreekt met het kind hoe de conflicten in de media worden opgelost en de andere mogelijkheden daarvan.
Geef het voorbeeld
De ouder controleert de programma’s, websites of spelletjes op momenten dat het kind er niet bij is.
Eigen mening
Ouders spelen de belangrijkste rol bij de ontwikkeling van het kind. Ik ben dus van mening dat de ouder er alles aan zou moeten doen om het kind te leren wat goed of slecht is. De ouder zou het kind zo beperkt mogelijk televisie moeten laten kijken en zoveel mogelijk het kind naar buiten mee moeten nemen. Van de praktijk leert het kind meer dan de televisie. Het kind zou de informatie ook beter onthouden als het er zelf direct bij betrokken is. De televisie zou alleen bij kunnen staan door middel van educatieve programma’s als extra. Het internet is alleen van belang als middel om aan school gerelateerde stukken te werken. Sociale media zou als extraatje erbij kunnen maar lijkt mij veel te gevaarlijk met alle risico’s eraan verbonden. Het kind zou het zo weer veel beter af doen als het samen gaat spelen met vriendjes of vriendinnetjes thuis.