blog placeholder

Voor veel vrouwen is het zwangerschapsverlof van 16 weken veel te kort. Hun baby is vaak tussen de tien en twaalf weken oud als ze weer aan het werk moeten. Als er niets met de partner of grootouders te regelen valt, moeten moeders hun jonge kindjes al in een vroeg stadium bij een vreemde achterlaten, bij de kinderdagverblijf (KDV). Hoe gaan de moeders hiermee om.

Het zijn de mooiste dagen van je leven, de komst van jullie kindje. Na een periode van 9 maanden kun je jouw kindje eindelijk in je armen houden. Niet vreemd dat je er als moeder dan ook erg tegen op ziet om weer aan het werk te gaan. Die heerlijke dagen van je kindje verzorgen, voeden en kroelen vliegen om. Veel te snel. Natuurlijk zijn er ook moeders die het fijn vinden om weer aan het werk te gaan. Een beetje afleiding kan absoluut geen kwaad.

Zwangerschaps en bevallingsverlof

In de wet Arbeid en Zorg is bepaald dat een zwangervrouw recht heeft op Zwangerschaps- en bevallingsverlof. Deze periode bedraagt in totaal 16 weken. Het zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling. Deze periode mag maximaal 6 weken en minimaal 4 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum ingaan. Daarna volgt het bevallingsverlof van 10 tot 12 weken. Het bevallingsverlof duurt nooit minder dan 10 weken. Indien de baby te laat wordt geboren, wordt uw bevallingsverlof verlengd.

Weer aan het werk

Moeders kiezen er regelmatig voor om minder te gaan werken. De reden hiervoor is vaak dat zij hun baby niet fulltime naar de KDV willen brengen. Er zijn moeders die voorlopig niet meer willen werken. De moederinstinct en de geweten spelen hierin een sterke rol. Sommige moeders voelen zich schuldig als zij hun baby naar de KDV brengen. Anderen willen hun kostbaarste bezit liever niet bij een vreemde achterlaten. Voor de moeders die geen voorstanders zijn van de KDV is stoppen met werken niet per se noodzakelijk. Zij kunnen kiezen voor een oppas: familieleden en/of vrienden. Eén derde van de baby’s gaat naar een oppas en bijna een kwart van de baby’s gaat naar een KDV. Ouders kiezen minder vaak voor de KDV.

Een moeder aan het woord

Jane (26): “Heerlijk is die kleine van mij. Ik moet er niet aan denken om haar naar een kinderdagverblijf te brengen. Ze is tenslotte mijn eerste kindje, daar ben je toch echt wel extra zuinig mee. Ik heb het idee dat er bij een KDV niet genoeg tijd aan mijn dochter zal worden besteed. Vaak zijn er meer baby’s dan leidsters. Ik weet als moeder precies wat mijn dochter wilt. Dat zie ik aan haar en hoor ik aan haar manier van huilen. Bij een KDV weten zij dat niet. Sterker nog als de baby’s huilen, laten ze ze gerust een half uurtje huilen voordat er wordt gekeken wat er aan de hand is. Ik heb niet het gevoel dat ik mijn kindje met een gerust hart naar een KDV kan brengen. Een oppas zie ik ook niet echt zitten. Ja, mijn moeder die zou ik absoluut als oppas kiezen, maar zij werkt zelf ook. Gelukkig parttime dus er valt wel wat te regelen. Dan moet ik ook parttime gaan werken en moegten we wekelijks onze agenda’s naast elkaar houden. Mijn partner werkt fulltime en kan niet minder gaan werken.

Ach, hoe is het ook mogelijk dat het zwangerschapsverlof in Nederland maar 16 weken is. Ik kan me niet voorstellen dat een moeder haar baby van 10 weken zonder moeite achterlaat bij oppas of KDV om weer aan het werk te gaan. In landen zoals Noorwegen en Zweden krijgen vrouwen 1 jaar verlof, met behoudt van hun baan. Dat is ongelooflijk. Als mijn dochter 1 jaar is dan denk ik dat ik haar naar de KDV zal brengen. Gelukkig heeft mijn partner een goede baan en kan ik ervoor kiezen om tijdelijk niet te werken.”