Hoera, jouw kleine schat heeft zijn (of haar) eerste stapjes gezet! Wanneer moet je nu de eerste schoentjes kopen, en vooral: waar moet je op letten bij de aanschaf hiervan? Dit artikel heeft het antwoord op je vragen.
Wat is het juiste moment om schoentjes te kopen?
Wanneer je baby of dreumes de eerste stapjes zet kun je hem het beste op blote voetjes laten lopen of op sokjes. Wanneer dit echter te koud is (of wanneer je het zelf wilt) kun je leren slofjes geven. Dit moeten hele soepele slofjes zijn zonder echte zool, waarmee bedoeld wordt dat de gehele slof van hetzelfde soepele materiaal zal moeten zijn. Dit is namelijk goed zijn voor de eerste loopervaringen, op deze manier leert je kindje namelijk hoe de voetjes werken zonder de hele dag schoentjes aan te hebben.
Welke schoenen moet ik kopen?
Wanneer een kindje tenminste drie maanden goed kan lopen, wordt het tijd voor de eerst ‘echte’ schoentjes. De babyschoentjes moeten flexibel en zacht zijn zodat je baby of dreumes zijn voetjes goed kan gebruiken voor de juiste balans. Het zooltje heeft bij voorkeur een antisliplaag. Je moet het zooltje met één hand kunnen buigen, dan is het soepel genoeg.
Koop bij voorkeur geen hoge schoenen. Hierdoor kan je kindje namelijk sneller struikelen, omdat hij zijn voetjes nog niet hoog genoeg op kan tillen. Hoge babyschoentjes zijn niet nodig voor het ondersteunen van de enkeltjes, dus daarom het advies: niet doen. Wanneer je toch hoge schoentjes wil kopen, is het belangrijk dat je baby of dreumes de enkels goed kan bewegen, zo niet dan bemoeilijkt dit het lopen. Zoek altijd naar schoentjes die gemaakt zijn van ademend materiaal zoals bijvoorbeeld leer, zodat de voetjes van je kindje niet gaan zweten en er geen irritaties kunnen ontstaan.
Welke maat schoentjes moet ik kopen?
Babyschoentjes mogen beslist niet te krap zitten. Je moet een vinger achter in het schoentje kunnen doen terwijl je kindje staat, dan is hij groot genoeg. De teen moet genoeg ruimte hebben, en er moet op gelet worden dat ook aan de zijkanten genoeg ruimte is. Wanneer je kindje op de tenen gaat staan, mogen de schoenen niet uitglippen, dan zijn ze te groot.
De meeste winkels geven een maattabel voor de babyschoentjes die zij verkopen. De juiste manier om de voetjes van uw baby te meten is door met een liniaal de voetjes op te meten. Meet hierbij van de hiel tot aan de grootste teen en tel hier vervolgens een halve centimeter bij op.
Let er ook op dat de voetjes, net als de voeten van volwassenen, soms een beetje opzwellen tegen het einde van een lange dag. Daarom is het verstandig om ’s avonds te meten zodat de schoentjes niet te krap zitten wanneer de voetjes van je baby of dreumes moe zijn.
Houd de voetjes goed in de gaten. In de eerste twee levensjaren heeft een kind ongeveer om de drie maanden een grotere maat nodig. Daarna hebben ze circa één keer per zes maanden een grotere maat schoenen nodig.
Kies ik voor veters of klitteband?
Uit gemaksoverwegingen wordt vaak voor klitteband gekozen. Dit is een persoonlijke keuze. Schoenen met veters zijn door je kindje moeilijker om zelf uit te trekken, in tegenstelling tot klittenband. Wanneer je kindje echter een hoge wreef heeft, zit klitteband vaak niet goed strak en glippen de schoentjes steeds uit. Met een veterschoen kun je de voorkant wat wijder maken, zodat je makkelijker de schoen aan kan trekken en hij tijdens het lopen beter om het voetje blijft zitten.
Houd er tot slot bij veterschoenen rekening mee dat de veters lang genoeg zijn om goed te kunnen knopen (het liefst met een dubbele knoop zodat de veters niet steeds los gaan). Zorg wel dat de veters niet over de grond slepen zodat je kindje kan struikelen.
