blog placeholder

Uit een dergelijke relatie kan een vriendschap ontstaan. Vriendschappen  kunnen onder andere worden verklaard vanuit psychologisch oogpunt. Centraal staan de wensen en behoeften van individuen. Van belang zijn de individuele voorkeuren voor bepaalde anderen en deze kunnen voor iedereen  verschillend zijn. Daarnaast zijn er ook sociologische theorieën.  Vooral de mogelijkheden die individuen hebben voor vriendschappelijke contacten zijn essentieel (Völker,2008). Meer concreet kunnen er drie mechanismen beschreven worden die het ontstaan van vriendschappelijke relaties verklaren, namelijk gelegenheid, similariteit en status (Völker et al., 2008).

          Vanuit sociologisch oogpunt wordt er gekeken naar de eerste voorwaarde, gelegenheid. Het gaat om de mogelijkheid die een individu heeft op vriendschappelijke contacten in zijn of haar buurt, op het werk , of bij de sportvereniging. Het gelegenheidsprincipe legt de nadruk op het aanbod van eventuele relaties in een bepaalde sociale omgeving met een bepaalde sociale samenstelling. Het gaat hierbij niet om de individuele vraag naar bepaalde relaties.  Het idee is dat als men elkaar regelmatig tegenkomt en hierdoor het vertrouwen toeneemt, de kans op een relatie ook toeneemt. Indien men dus in een buurt woont waarvan het merendeel van de bewoners crimineel actief is, is de kans groter dat men dan ook met een crimineel bevriend raakt in plaats van een vriendschap met een niet crimineel persoon (Völker, 2008),(Völker et al., 2008).

            Het tweede mechanisme is de similariteit. Dit principe gaat ervan uit dat vriendschappen vooral ontstaan tussen mensen die op elkaar lijken. Vanuit psychologisch perspectief gaat het dan vooral om de gelijkheid van houdingen of meningen. De wensen en behoeften van een individu staan centraal. En binnen de sociologie zijn vooral sociaaldemografische kenmerken van belang, zoals leeftijd, sekse, opleiding of etniciteit. Meerdere onderzoeken wijzen uit dat mensen die overeenkomsten in houding, gedrag en sociaaldemografische kenmerken vertonen voor elkaar kiezen. Relaties tussen mensen die op elkaar lijken zijn bevredigend, ze begrijpen en bevestigen elkaar beter  (Völker, 2008), (Völker et al., 2008).

            Tot slot het statusprincipe. Dit derde mechanisme gaat ervan uit dat personen met een hogere status aantrekkelijkere vriendschapspartners zijn dan personen met een lagere status. Omgaan met mensen die een hoge status bezitten werkt statusverhogend. Dit principe werkt ook in de hand dat personen met een hoge status vriendschappen zullen aangaan met personen met een even hoge status. Het is niet aantrekkelijk voor een individu met een hoge status om een vriendschap te sluiten met iemand met een lagere status. Dit zal immers niet statusverhogend werken. Voor individuen met een lagere status is het dus moeilijk om een relatie aan te gaan met een persoon die een hogere status bezit. De uitkomst is dat sociale relaties klassengebonden zijn. Deze veronderstelling sluit aan bij het eerder genoemde similariteitsprincipe. Beide hebben hetzelfde resultaat, namelijk dat vriendschappen worden gesloten tussen personen die uit dezelfde sociale klasse of setting komen (Völker et al., 2008).