Een drugsverslaving is een chronische ziekte. Het wordt gekaraktiseerd door veranderingen in het brein, wat resulteerd in een constant verlangen naar drugs. Drugs verschillen veel van elkaar, maar ze hebben wel een grote overeenkomst. Het is verslavend. In dit artikel wordt besproken langs welke weg drugs het brein en het gedrag beïnvloeden. Ook wordt er besproken wat de middelen met elkaar gemeen hebben en wat drugs verslavend maakt.
Er zijn verschillende manieren om drugs naar de hersenen te krijgen. Voorbeelden van methoden zijn roken, injecteren, snuiven of drinken. De snelste manier echter om een drug naar het brein te brengen is om het te roken. Het rook komt in de longen en daar komt het in het bloed. Eenmaal in het bloed circuleert het nicotine rond met neuronen. Tussen de neuronen zijn ruimtes om te communiceren met elkaar. Dat worden synapsen genoemd. In een synaps worden chemicaliën vrijgelaten door een neuron om met de andere neuron te communiceren. Die chemicaliën worden neurotransmitters genoemd. Er worden verschillende types of neurotransmitters losgelaten. Het type dat gebruikt wordt in de beloning regio van de hersenen wordt dopamine genoemd. De beloning regio zorgt voor een plezier gevoel nadat een bepaald gedrag is uitgevoerd, zoals eten, drinken of seks. De beloning regio van de hersenen zorgt ervoor dat het gedrag nog een keer herhaald wordt. Dit gebeurt omdat het is verbonden met dat deel van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor geheugen en gedrag. Drugs kunnen transmissies in synapsen vermakkelijken of verhinderen. Drugs dat het effect van een neurotransmitter blokkeert heet een antagonist. Een drug dat het effect verhoogd of minimaliseerd heet een agonist. De cel dat het bericht zal ontvangen heeft dopamine receptors, waar de dopamine zich aan zal hechten. Nadat de dopamine zijn werk heeft gedaan, wordt de dopamine weer opgenomen. Drugs zorgt ervoor dat dit niet gebeurt, wat voor een intents fijn gevoel zorgt. Dat wordt onthouden, wat weer voor herhaling van het gedrag zorgt. Dus opnieuw wordt er drugs gebruikt om hetzelfde gevoel te creëren. Het brein past zich vervolgens aan de drugs aan. Ook regio’s buiten de beloning regio worden aangetast door de drugs. De regio’s geheugen, leren en oordeel veranderen. Wanneer dit gebeurt wordt het ‘zoeken naar drugs gedrag’ een gewoonte.
Ondanks dat drugs verschillen op meerdere manieren, delen ze een bepaald effect op dopamine synapsen. Bijna alle drugs verhogen het uitstoten van dopamine. Een substantie wordt in de eerste plaats genomen als een poging om een pleziere ervaring te ervaren. De drug wordt vervolgens meer een meer genomen. Het lichaam merkt dat er wat fout is en probeert het lichaam aan te passen. Zo worden bijvoorbeeld het aantal dopamine receptoren verminderd. Omdat er steeds drugs worden genomen, treedt er tolerance op. Het lichaam raakt eraan gewend. Het gevolg is dat de gebruiker steeds meer drugs moet gebruiken voor hetzelfde effect. Zo raakt de gebruiker afhankelijk van de drug, omdat het lichaam vraagt om meer.
Hoe kan het dan dat heel verschillende stoffen toch een gelijk effect hebben? Er worden twee soorten drugs vergeleken om het duidelijk te maken. Eerst wordt heroïne besproken. In het brein zijn inhibiterende neurotransmitters actief die neurale activiteiten controleren. Wanneer inhibiterende neurotransmitters zich binden aan receptors, beletten ze de vrijlating van dopamine. Een exciterende synaps zorgt juist voor de activatie van een neuron. Wanneer een bepaald gedrag zorgt voor dopamine regelt het lichaam op een natuurlijke manier het afsluiten van inhibiterende neurotransmitters. Zo kan dopamine vrij worden gelaten en een gevoel van plezier opleveren. Wanneer er heroïne komt in het lichaam zorgt het gelijk voor het afsluiten van inhibiterende neurotransmitters en kan de dopamine vrij worden los gelaten, zonder er een bepaald gedrag voor uit te oefenen. De tweede drug die besproken wordt is cocaine. Na een bepaalde gebeurtenis die zorg voor vrijlating van dopamine, gaat dopamine zich binden aan zijn receptor om vervolgens weer terug te gaan. Cocaine echter blokkeert de dopamine transporters, waardoor de dopamine in de synaps blijft rond drijven. Zo wordt de cel overgestimuleerd, wat weer een plezierig gevoel geeft.
In het lichaam communiceren neuronen met elkaar door middel van neurotransporters. Die stoten chemicaliën uit, die weer in de synapsen terecht komen om de boodschap door te geven naar de andere neuron. Drugs zorgt dat er veel veranderd in de synapsen, zoals de uitstoot van dopamine. Door drugs wordt er meer dopamine uitgestoot of blijft het in de synapsen hangen, waardoor er een plezier gevoel optreedt. Het lichaam vraagt om steeds meer drugs waardoor de gebruiker er afhankelijk van wordt. Zo raken mensen verslaafd aan drugs.