blog placeholder

In de natuur houden organismen zich naast eten en veiligheid, voornamelijk bezig met seksualiteit. Maar wat houdt dit woord eigenlijk in?

Seksualiteit is het gedrag dat direct of indirect met de paring samenhangt. Een soort organisme overleeft door zich voort te planten. Er zijn twee soorten voortplanting. Geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplanting.

Ongeslachtelijke voortplanting

Veel dieren en planten planten zich ongeslachtelijk voor. Er ontstaat een kloon van identieke nakomelingen. Bij ongeslachtelijke voortplanting is er geen voorbereidend gedrag: het is aseksuele voortplanting. Ongeslachtelijke voortplanting heeft als voordeel dat het aantal individuen snel toeneemt. Er is namelijk maar een ouder nodig voor het krijgen van nakomelingen. Een ander voordeel is de grotere overlevingskans. Als de ouder eigenschappen heeft die voordelig zijn in het leefmilieu dan krijgt de nakomeling precies dezelfde gunstige eigenschappen. Dit voordeel kan echter ook omslaan naar een nadeel. Als het leefmilieu veranderd en de gunstige eigenschappen plotseling ongunstig worden dan kan een grote groep met dezelfde eigenschappen in een keer uitsterven.

Geslachtelijke voortplanting

Bij geslachtelijke voortplanting is iedere nakomeling uniek. Je kunt dit binnen je eigen gezien ook zien. Ieder kind krijgt een andere genenmix van pappa en mamma. Geslachtelijke voortplanting wordt ook wel seksuele voortplanting genoemd. Is de genenmix die het organisme doorkrijgt van zijn ouders voordelig dan zal het organisme blijven leven en zullen de gunstige eigenschappen opnieuw overgeerft worden. Is de genenmix nadelig dan zal het organisme hoogswaarschijnlijk uitsterven. Hierdoor past een groep organismen zich steeds aan aan hun leefmilieu. De goede eigenschappen worden doorgegeven, de slechte niet. Dit proces heet natuurlijke selectie. Voordelen van geslachtelijke voortplanting zijn makkelijkere handhaving in een ander leefgebied en betere afwering tegen veranderende ziekteverwekkers.

Partnerkeuze

Het veroveren van een partner, seksuele selectie, is een onderdeel van natuurlijke selectie. Veel dieren leven buiten de voortplantingstijd alleen. De paartijd is de enige tijd van het jaar dat ze elkaars paden kruisen. Mannetjes laten zich vooral lokken door geuren terwijl vrouwtjes meer voor geluiden kleuren en gedrag gaan. De paartijd staat voor de meesten dieren vast als een bepaalde periode van het jaar. De zorg voor de nakomelingen ligt bij de meeste dieren bij de vrouwtjes. Bij dieren komen verschillende typen relaties voor. Sommige dieren zijn polygaam, een mannetje heeft meerdere vrouwtjes en sommige dieren zijn polygaam, een mannetje heeft maar een vrouwtje. Naast de functie voortplanting heeft seksueel gedrag ook vaak de functie van het verminderen van sociale spanningen.