Oud en nieuw is een traditie in ons land. We zijn samen met familie of vrienden en doen zoveel mogelijk leuke dingen samen. Het kan bijvoorbeeld leuk zijn om herinneringen op te halen, een spelletje te spelen of wat tv te kijken. Er zijn deze avond vaak leuke programma’s of cabaret op tv. Ook horen er natuurlijk typische gerechten en lekkere snacks bij een oudejaarsavond. En natuurlijk wordt het nieuwe jaar ingeluid met een hoop geknal en mooie kleuren in de lucht. Elk jaar weer wordt er ontzettend veel geld besteedt aan oud en nieuw, vooral aan vuurwerk, dat we tijdens de jaarwisseling kunnen bekijken.
Goede voornemens
Als het nieuwe jaar begint willen we die goed beginnen, zodat we een jaar tegemoet gaan waarin we niet meer de fout in gaan. Je wilt je slechte gewoontes kwijt of wilt juist nog meer goede dingen doen. Het kan heel goed zijn om bewust met je slechte eigenschappen bezig te zijn en er actief mee bezig bent om er wat aan te doen. Je ziet op deze manier in wat niet goed gaat in je leven en wat wellicht anders zou kunnen.
Champagne
We drinken champagne als we iets te vieren hebben en het nieuwe jaar inluiden is dan ook wel het grootste feest in Nederland. Daar hoort dus champagne bij volgens velen. We gaan het nieuwe jaar letterlijk knallend tegemoet als we de champagnefles ontkurken.
Vuurwerk
De lucht vertoont op oudejaarsnacht alle kleuren van de regenboog: het effect van duizenden vuurpijlen. Maar dat is pas zo sinds de jaren zestig. Vroeger maakten mensen vooral héél véél herrie tijdens de jaarwisseling. Buskruit, kerkklokken, trommels en fluitjes werden gebruikt.
De behoefte om lawaai te maken aan het begin van het nieuwe jaar is eeuwenoud. De Germanen deden het al. Ze verjoegen zo de kwade geesten van het voorbije jaar en verwelkomden het nieuwe. Deze gewoonte om herrie te maken in de nacht van 31 december op 1 januari bleef bestaan.
Na de Tweede Wereldoorlog (1945) hadden de meeste mensen wel even genoeg knallen gehoord. Maar halverwege de jaren zestig gingen de Nederlanders, net als vóór de negentiende eeuw, weer massaal de straat op om herrie te maken. Nieuw was het siervuurwerk. Eerder werd dat vrijwel alleen ter ere van keizers en koningen afgestoken. Vanaf de twintigste eeuw waren de vuurpijlen bereikbaar voor iedereen.
Een alternatief voor vuurwerk is carbid; het carbidschieten is vooral in het noorden en oosten van Nederland in gebruik. Dit gebeurt meestal op oudjaar overdag.
Oliebollen
Er doen diverse theorieën de ronde over de oorsprong. Een daarvan is de verwijzing naar Germaanse stammen in het gebied dat later Nederland zou gaan heten. Zij zouden ten tijde van het Joelfeest, de periode tussen 26 december en 6 januari, dergelijke gebakken waren genuttigd hebben. Volgens de Germanen zouden de godin Perchta en andere slechte geesten ’s avonds ronddwalen. Om deze geesten tevreden te stellen werd voedsel geofferd, waarvan het meeste in gefrituurd deeg zat. Door het vet in de oliebollen zou het zwaard van Perchta van het lichaam glijden, waardoor diegenen die oliebollen gegeten hadden niet opengereten zouden worden.
Wat geloofwaardiger is, is dat de oorsprong aan het einde van de Middeleeuwen ligt. Kerstmis was destijds het einde van de vastenperiode die op 11 november begonnen was: reden om te vieren dus. Oliekoeken, gemaakt van houdbare grondstoffen (al het verse voedsel was immers al op) waren een voedzame traktatie.
De derde optie, waarschijnlijk in combinatie met de tweede, is dat de oliebol uit Portugal komt. Het vermoeden bestaat dat de Portugese Joden tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten hun recepten meenamen. In Portugal at men destijds al iets wat op oliebollen lijkt: oliekoeken met (gedroogde) zuidvruchten. De olie zou verwijzen naar de olie uit de eeuwig brandende lamp in de tempel van Jeruzalem. Veel Joodse gerechten hebben een verwijzing naar het geloof.