Er zijn allerlei determinanten die aan aantrekkingskracht ten grondslag liggen, zowel biologische als sociale. Aantrekkingkracht is iets wat altijd en overal voorkomt. Met de een kan men goed opschieten en met de ander wat minder. Het is leuk en interessant om erachter te komen wat er nou precies voor zorgt dat mensen elkaar aantrekken of juist afweren. Op die manier kan men meer leren over de onderliggende drijfveren die ervoor zorgen dat men iemand graag mag of juist niet. De vraagstelling die ik met mijn artikel wil gaan beantwoorden is: Wat zorgt ervoor dat mensen elkaar aantrekkelijk vinden?
De voornaamste determinanten van ‘houden van’ zijn attitudeovereenkomst, persoonlijkheid- of behoeftenovereenkomst, fysieke nabijheid en frequentie van blootstelling. Een vraag die verder onderzoek vereist is welke factoren een grotere determinatieve rol hebben en welke een minder krachtige invloed uitoefenen op ‘houden van’. Er werd verwacht dat persoonlijkheidovereenkomst gewaardeerd werd als het minst belangrijk, sinds er bewijs is van een proces dat strijdig zou kunnen zijn met persoonlijkheidovereenkomst: aantrekking gebaseerd op aanvullendheid van behoeften of persoonlijkheid. Als deel van een complex onderzoek werd, voor overwegend basisonderzoekers en studenten op medische scholen, een vragenlijst opgesteld die hen vroeg de mate van belang van elk van de voorgenoemde factoren aan te geven in de vorming van hun vriendschappen met iemand van hetzelfde geslacht. Uit deze test kwam naar voren dat nabijheid als minder belangrijk werd gewaardeerd dan de andere factoren. Attitudeovereenkomst werd het meest gewaardeerd. De uitkomst van een lage mate van belang toegeschreven aan nabijheid, suggereert dat het gezegde ‘ de beste voorspelling of twee mensen vrienden zijn, is hoe ver ze uit elkaar leven’ niet opgaat.
Drie studies onderzochten een model van aantrekkingskracht waarin de cognitieve evaluatie van het doel individueel de voornaamste determinant van interpersoonlijke aantrekkingskracht was. Het project leverde bewijs op dat iemands cognitieve evaluatie van de kwaliteit van een individu (a) niet hetzelfde is als interpersoonlijke aantrekkingskracht, (b) als bemiddelaar optreedt voor het effect van overeenkomst en (c) wordt vastgesteld door de valentie van informatie die iemand ontvangt uit attitudes toegeschreven aan de partner. Deze uitkomsten bieden een cognitieve interpretatie van het effect van overeenkomst en getuigen van een algemeen model van aantrekkingskracht: aantrekkingskracht is gebaseerd op een evaluatie van de kwaliteit van een individu. De kwaliteit van het individu, kan worden bewezen door een veelheid aan signalen: overeenkomstige attitudes, bezitten van positieve kwaliteiten, beroepssucces en fysieke aantrekkelijkheid. Ten slotte suggereert de derde studie dat affectieve en zelfrelevante overtuigingen verenigd met uit cognitief voortgekomen waarderingen, aantrekkingskracht bevorderen.