blog placeholder

Je kind is overdag al zindelijk, maar ’s nachts wil het nog niet lukken. De meeste kinderen zijn zo rond hun zesde verjaardag helemaal zindelijk. Dus overdag en ’s nachts. Een klein percentage heeft hier echter wat langer moeite mee. Geen probleem, ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Het ene kind is bijvoorbeeld sneller met praten en het andere kind weer met zindelijk worden. Toch wil je je kind natuurlijk graag op alle mogelijke manier helpen om van het bedplassen af te komen. Hoe kun je dat nou het beste aanpakken?

Wanneer wordt er gesproken van een probleemsituatie?

Volgens de psychologen wordt het bedplassen een probleem genoemd, wanneer je kind ouder is dan zes jaar en nog minstens twee keer per maand in bed plast. Eerst zal dan nog moeten worden uitgesloten, of het bedplassen geen medische oorzaak heeft. Als dit wel het geval is, dan spreken we van incontinentie en wordt dit vaak ook overdag opgemerkt. Je kind kan dan altijd zijn plas moeilijk of niet ophouden. Als je kind een periode van ongeveer drie weken achtereen ’s nachts droog is gebleven, dan is de medische oorzaak eigenlijk al uitgesloten. Plast je kind, die ouder is dan vijf jaar, vrijwel elke dag in zijn bed? Dan is er hoogstwaarschijnlijk sprake van incontinentie. Gelukkig komt dit maar zelden voor, bij zo’n 2 tot 3 procent van alle kinderen. Bij twijfel, raadpleeg altijd je huisarts.

Geduld is een droge zaak

Je kind plast in bed, hoe ga je daar mee om?

Ongeveer 80% van de kinderen,is voor hun zesde verjaardag volledig zindelijk. Ook ’s nachts droog blijven hoort daar dus bij. Een minderheid van de kinderen, lukt dit echter nog niet (altijd) op deze leeftijd. Vooral bij jongens komt het nog wel eens voor, dat het even iets langer duurt. Toch is het aantal kinderen in Nederland, dat na zijn zesde jaar nog in bed plast, 100.000. Neem bijvoorbeeld een kleuterklas, drie op de vijf kinderen uit de klas plast nog wel eens in bed ’s nachts. Het kan ook zijn, dat het een tijdje goed is gegaan om ’s nachts droog te blijven en dat het daarna toch weer mis gaat. Een nat bed dus in de ochtend. Geen reden tot paniek. Het ene kind is het andere niet en heeft af en toe gewoon iets meer begeleiding en tijd nodig bij sommige dingen dan het andere kind. Heel normaal dus, maar het vergt wel veel geduld van je als ouder. Blijf je kind vooral positief stimuleren. Geef je kind vooral niet het idee, dat hij iets verkeerds heeft gedaan als hij in bed heeft geplast. Het is immers niet met kwade opzet en je kind kan hier behoorlijk onzeker van worden, als hij telkens wordt gestraft voor iets waar hij eigenlijk niets aan kan doen en ook nog eens heel goed wíl doen. Je kind kan zelfs een schaamtegevoel gaan ontwikkelen en hier behoorlijk last van krijgen. Dat is natuurlijk het laatste wat je wilt voor je kind!  Een goede invloed op het uiteindelijk toch zindelijk worden ’s nachts, heeft dat natuurlijk ook totaal niet, in tegendeel. In de meeste gevallen wat betreft de opvoeding van je kind(eren) geldt vooral,dat positieve stimulatie het allerbeste werkt. Beloon je kind, als het goed gaat en praat er bijvoorbeeld samen over, wanneer het niet goed gaat.

Maak een overzichtskalender voor jezelf

Een handige tip om je te helpen bij de zindelijkheidstraining van je kind is bijvoorbeeld, het maken van een overzichtskalender voor jezelf. Hierin zet je het aantal droge en het aantal natte nachten in een schema op papier. Door het noteren van de data waarop je kind droog is gebleven of juist niet en het noteren van de tijdstippen waarop je bijvoorbeeld ontdekte dat je kind wél nat was, krijg je een beter inzicht in de verschillende situaties. Hierdoor kun je voor jezelf een plan opstellen en met behulp van je overzichtskalender, kun je de behaalde resultaten van je eventuele andere plan van aanpak bijhouden. Je kunt je kind hierbij betrekken, door hem positief te stimuleren met bijvoorbeeld een zonnetjeskalender. Iedere nacht, dat je kind helemaal droog is gebleven mag hij of zij een zonnetje op de betreffende dag plakken. Ook kun je ervoor kiezen, om een plaswekker te gebruiken. Samen met je kind zet je de wekker iedere avond. Ook kun je door je kind extra te laten drinken om een volle blaas te krijgen, de uitdaging nog groter voor hem maken, een spelletje wordt het dan dus voor je kind. Maar dit hangt volledig af van de wensen van je kind. Hij moet het wel willen en leuk vinden natuurlijk, laat het anders wat simpeler. Volg vooral je gevoel, zoals in de meeste opvoedsituaties uiteraard voorop staat. Maak er in ieder geval samen met je kind iets leuks van. Zo leert je kind op een ontspannen manier, vanzelf het zindelijk worden ook ’s nachts aan. Zónder dat je kind onzeker wordt van het niet kunnen wat zijn leeftijdsgenootjes al wel kunnen. Je kind zal alleen maar groeien van trots, wanneer het hem wél lukt.