Eind van het jaar is het steevast een topic op de werkvloer en tijdens feestjes: heb jij al goede voornemens gemaakt? Antwoorden variëren van: ja, ik ga eindelijk afvallen, tot: nee, goede voornemens hebben geen enkele zin. En inderdaad, slechts 1 op de 8 goede voornemens haalt de eindstreep. Waarom maken we dan goede voornemens? En hoe slagen ze wel? Enkele praktische tips om jouw goede voornemens tot een succes te maken.
Vorig jaar had tachtig procent van de Nederlanders ze weer gemaakt: goede voornemens. Afvallen stond daarbij op nummer één. Daarna komen: me minder druk maken, beter voor mezelf opkomen (vooral vrouwen willen dit), meer bewegen, meer aandacht voor familie en vrienden, en: zuiniger leven. De meeste goede voornemens sneuvelen ergens in januari.
Waarom maken we die goede voornemens toch?
Het eind van het jaar is een nieuw begin; we knallen de boze geesten met vuurwerk het jaar uit en willen dat ook figuurlijk doen. Het ritueel afsluiten van een periode en een nieuw begin maken is een gegeven dat in veel culturen op verschillende manieren wordt gedaan. Met goede voornemens willen mensen gezonder worden (ongeveer de helft van de mensen wil dit), meer plezier hebben, meer geld over houden of zichzelf ontwikkelen (de laatste drie motivaties scoren elk ca. 15 procent).
Maar goede voornemens mislukken meestal…
Ja. Uit onderzoek blijkt dat slechts 1 op de 8 goede voornemens slaagt.
En dat is ook logisch. We maken ze namelijk eigenlijk niet!
Want ‘afvallen’ is geen voornemen. Afvallen is iets wat gebeurt als je minder eet. Dus het voornemen zou moeten zijn: ik ga minder eten. En meer bewegen. Maar dan is nog de vraag: hoeveel minder eten? Hoeveel meer bewegen?
Hoe moet het wel?
Het leven kent geen garanties en goede voornemens al helemaal niet. Een deel hangt gewoon af van of je het nu ècht graag wilt, en van je doorzettingsvermogen. Dus van je motivatie en van je karakter/aanleg. Voor iemand met verslavingsgevoeligheid is het nu eenmaal moeilijker om bijvoorbeeld te stoppen met roken. In zo’n geval heb je hulp nodig van buitenaf. Wat je wel zelf in de hand hebt, is het maken van een goed plan. Dat voldoet aan de eisen van SMART. Voor sommigen is deze term (meer dan) bekend, maar heb je wel eens op deze manier je voornemens gemaakt?
Kijk, daar wringt de schoen…
Als je wilt afvallen, maak je zo een kwalitatief goed voornemen:
1. Wat is precies je doel? Dus: hoeveel wil je afvallen, in welke periode.
2. Hoe ga je dat meten en bijhouden? Elke maandagochtend op de weegschaal, resultaat noteren in een speciaal boekje.
3. Is het voldoende= Ben je tevreden met maat 36? Of is 38 beter?
4. Is het reëel? Je gaat het niet volhouden om vijf kilo per week af te vallen, en dat weet je ook. Dus doe iets minder.
5. Wanneer is het klaar? (En: hoe zorg je dat je zo blijft?)
Vul deze stappen in voor jouw doel. Op deze concrete, specifieke manier maak je minder kans dat je voornemen verdwijnt als de sneeuw smelt.
Een doel heeft behoefte aan een plan, niet alleen maar een kreet (‘Ik ga afvallen’).
En mocht het plan niet lukken: vraag hulp, maak een nieuw plan!
Zo hebben goede voornemens wèl zin.