blog placeholder

De geschiedenis van yoga.

– Astanga-yoga.
– Professor Krishnamamacharya.
– Shri K Pattabhi Jois.
– Patanjali’s pad van de acht ledematen.

 

De geschiedenis van yoga.

 

– Astanga-yoga.
– Professor Krishnamamacharya.
– Shri K Pattabhi Jois.
– Patanjali’s pad van de acht ledematen.

 

 

Astanga-yoga.
Astanga Vinyasa Yoga is een vertakking van de Hatha-yoga. Deze vorm van yoga werkt met behulp van houdingen, ademhalings- en zuiveringsoefeningen. Het woord ‘Hatha’ betekent ‘krachtig’ en het doel van Hatha-yoga is bevrijding van de wedergeboorte cyclus.

Andere takken van yoga naast Hatha-yoga zijn:
Bhkati-yoga (verering);
Karma-yoga (onzelfzuchtigheid);
Jnana-yoga (kennis verwerven).

In de Yoga Kurunta wordt een reeks asana’s (houdingen) beschreven die de kern van Astanga Vinyasa vormt. De Yoga Kurunta is een 500 tot 1500 jaar oude, op boomblad geschreven tekst. De schrijver ervan heette Vamana. Men weet niet of Vamana slechts de samensteller, of juist de uitvinder van Astanga-yoga was.

Zowel Krishnamacharya als Patthabi Jois hebben de Yoga Kurunta bestudeerd en studenten hier les in gegeven.

De Yoga Kurunta moet echter niet worden verward met de Yoga Korunta, gebruikt in een andere tak van Hatha-yoga. Yoga Korunta heeft namelijk betrekking op het gebruik van touwen tijdens yoga.

 

De Yoga Kurunta heeft drie reeksen houdingen beschreven:

Yoga Chikitsa (yogatherapie, ook wel primaire serie); 
Nadi Sadhana (reinigen van de kanalen, ook wel intermediaire serie ); 
Sthira Bhaga (goddelijke stabiliteit, ook wel gevorderde serie).

In iedere serie worden de houdingen verbonden door specifieke bewegingen die werken als tegenhouding, de zogenaamdevinyasa. Deze drie series vormen de fysiek meest uitdagende yogabeoefeningen die ooit zijn samengesteld.De primaire serie bevat veel voorwaartse buigingen, waar de intermediaire serie veel achterwaartse buigingen beschrijft. De gevorderde serie beslaat beiden, met een aantal moeilijke evenwichtsoefeningen.

Andere hoofdkenmerken van Astanga-yoga zijn Ujjayi-ademhaling en bandha’s. Deze term wordt gebruikt in de yoga om een spierconcentratie of ‘slot’ mee aan te duiden. Deze technieken worden tijdens de gehele yogabeoefening gebruikt. Doordat je het tijdens de yoga zeer warm krijgt, stimuleer je het zweten, wat het lichaam zuivert en zorg je ervoor dat het diepe strekken geen blessures veroorzaakt.

 

Professor Krishnamamacharya. 
Hij werd geboren op 18 novembver 1888 in Mysore (India) als Tirumalai Krishnamacharya. Hij legde het accent op het heilzame en transformationele potentieel van de asana-beoefening. Krishnamacarya was de meest invloedrijke yogi van de moderne wereld.

Toen hij vijf jaar oud was studeerde hij met zijn vader Sanskriet en yoga. Aan de Banaras University studeerde hij Sanskriet, logica en grammatica. In 1916 vertrok Krishnamacharya naar Mount Kailash in de Himalaya, Tibet om bij de grote yogi Shri Ramamohan Brahmachari te studeren. Nadat hij Brahmachari had overtuigd werd hij aangenomen als student. In een tijdsbestek van zeven jaar zou Krishnamacharya meer dan drieduizend asana’s hebben geleerd en teksten bestudeerd waaronder de Yoga Kurunta en de Yoga Sutras of Patanjali.

Na deze studie keerde Krishnamacharya terug naar het zuiden van India om Ayurveda te studeren en yoga te onderwijzen. Hij bestudeerde teksten in zijn geboorte taal Tamil waarna hij deze combineerde met wat Shri Ramamohan Brahmachari hem geleerd had wat hem een ongekend brede kennis opleverde.Toen Krishnamacharya vertrok uit Tibet gebood zijn leraar hem een gezin te stichten, maar ook zijn talenten te gebruiiken.

In 1924 ging Krishnamacharya weer naar Mysore en onderwees hier van 1933 tot ’55 yoga in het Mysore Palace, aangemoedigd door Krishnarajendra Woodyar IV, de prins van Mysore. Hier schreef Krishnamacharya zijn eerste boek ‘Yoga Makarandam‘ (geheimen van de yoga). Het gymnasium van het paleis werd zijn yoga school, maar dat moest uiteindelijk sluiten vanwege het overlijden van de prins in 1940 en omdat hij bekend stond als zeer strenge leraar.

De studenten van Krishnamacharya hebben zijn leer met succes weten te exporteren naar het westen, en Krishnamacharya zelf stimuleerde vooral vrouwen en kinderen yoga te studeren.

 

Shri K Patthabi Jois.

Patthabi Jois wed geboren in 1915 in de brahmanenkaste (priesterklasse van het hindoeïsme) in Mysore, India. Veel brahmanenfamilies vonden yoga verdacht en vonden het een esoterische praktijk en dus ongeschikt voor een huisvader of een jonge brahmanenjongen. Ook Patthabi’s vader had geen interesse in yoga. Hij was astroloog en priester.
Toen Patthabi Jois in november 1927 naar een lezing en een demonstratie van yoga ging, vertelde hij zijn ouders dat niet, maar de demonstratie maakte heel veel indruk op hem. Hij besloot dat hij student wilde worden en hij werd aangenomen. Hier begon zijn studie bij professor Krishnamacharya.

Vanaf dat moment studeerde Patthabi Jois iedere ochtend, voordat hij naar school ging, asana’s bij Krishnamacharya. Hij leerde enorm snel vanwege zijn leeftijd en zijn fitheid.
Twee jaar later ging Patthabi naar het Sanskriet College in Mysore en stopte hij met de yoga lessen. Het contact met Krishnamacharya verwaterde. 

In 1931 kwamen de twee bij toeval weer in contact met elkaar, nadat Patthabi Jois een yogademonstratie bijwoonde die Krishnamacharya gaf in Mysore. Patthabi heeft vervolgens nog twintig jaar bij Krishnamacharya yoga gestudeerd. Nadat hij de asana’s onder de knie had, leerde hij pranayama (ademhalingstechnieken) en mediatie.

In maart 1937 werd Patthabi Jois aangewezen als Hoofd Yoga van het Sanskriet College door de prins van Mysore, ondans dat hij er toendertijd nog studeerde. In 1956 werd hij gepromoveerd tot professor in het Sanskriet en Advaita Vendanta. Hij ging in ’73 met pensioen.

In 1948 kocht Patthbai samen met zijn studenten een huis in Laxmipuram waarin hij het Astanga Yoga Research Institute oprichtte. Heden ten dagen stromen duizenden studenten naar Mysore, allemaal vanuit het westen. De aller eerste westerling die bij Shri K Patthabi Jois had gestudeerd had een boek geschreven na twee maanden les in Astanga-yoga te hebben gevolgd. Het boek heette Pranayama en hij vermeldde Patthabi’s naam en adres hierin. Opvallend is tevens dat er maaar weinig Indiërs interesse hebben in Astanga-yoga.

 

Patanjali’s pad van de acht ledematen.
Patanjali’s tekst bestaat uit 195 sutra’s (letterlijke vertaling: draad) in vier hoofdstukken. In hoofdstuk één wordt het pad van de yoga beschreven. In hoofdstuk twee worden de acht ledematen beschreven. De titel van het hoofdstuk kan worden vertaald als ‘methode’. Ook staan hierin de acht principes we moeten naleven, mits we niet met rampspoed te maken krijgen. Dit zijn:

Yama = sociaal gedrag (geweldloosheid, eerlijkheid, niet begeren etc.)
Niyama = individueel gedrag (zuiverheid, tevredenheid, soberheid,bewustheid van het ‘allerhoogste’)
– Asana = open en stabiele houding
Pranayama =  verfijnde ademhalingscontrole om de gedachten te concentreren
Pratyahara = losmaken van zintuigen om innerlijke perceptie te verbeteren
Dharana = concentratie
Dhyana = meditatie
Samadhi = zelfrealisatie, cognitieve eenwording.