Iedere dag komen we in contact met andere mensen. We praten met ze, en werken samen met hen, of beoefenen samen een hobby. Als we in contact komen met anderen, beoordelen we hun gedrag en houding. We kijken naar wat ze aan hebben, hoe het haar zit, of iemand mooi is of niet mooi in onze ogen en we kijken naar hoe iemand zich gedraagt. Heel vaak gebeurt dit niet eens bewust. In de wachtkamer gaan we wat sneller naast die ene persoon zitten en wat minder vlot bij die andere.
Een praatje in de kroeg doen we ook vlotter met de ene persoon dan met de andere. Kijk naar het programma ‘Take me out’ en je ziet mannen door een panel van vrouwen meteen na binnenkomst zonder een woord te hebben gesproken goed- of afgekeurd worden. Het lijkt of we dit bijna automatisch doen, zonder ons bewust te zijn waarom we nu eigenlijk deze keuzes maken.
We beoordelen dus dagelijks anderen en we doen het allemaal. De huisarts beoordeelt zijn patiënten, de kassière haar klanten, de personeelsfunctionaris de sollicitanten voor een bepaalde functie. Maar moet nu bijvoorbeeld de personeelsfunctionaris onder woorden gaan brengen waarom hij die ene geschikt vindt voor deze vacante functie wordt duidelijk hoe moeilijk het is om iemand objectief te beoordelen.
Beoordelingsproblemen
Beoordelen lijkt erg op observeren, we observeren hoe mensen handelen, wat ze doen of juist niet doen, zeggen of juist niet zeggen. We zetten daarbij al onze zintuigen in, we horen, zien, ruiken en tasten af. We kunnen alleen niet alles tegelijk, anders komen er te veel prikkels op ons af. Daarnaast kan de ene persoon beter een bepaald zintuig inzetten omdat deze beter bij hem ontwikkeld is dan de ander.
Horen en zien doen we niet alleen met onze ogen en oren, we doen het met onze hele persoonlijkheid. Zo staat de ene persoon wel open voor een bepaalde gebeurtenis en de ander niet. Dit hangt erg af van waar wij in geïnteresseerd zijn, wat onze eigen normen en waarden zijn en welke ervaringen wij hebben opgedaan in ons leven. Neem als voorbeeld de tekening van Escher – Angels and Demons – de ene persoon ziet meteen alle zwarte duivels en de ander ziet de witte engelen. Het is maar net waar onbewust je focus op is: De vrachtwagenchauffeur vindt de strenge vorst een ramp, terwijl de schaatser volop geniet van de mooie schaatstochten die hij nu kan maken.
Kortom beoordelen is nogal subjectief en er zijn nogal wat mechanismen in ons die ons oordeel vertroebelen:
We kijken heel vlot naar het eindresultaat en zijn wat minder geneigd om te kijken naar het gedrag dat tot dit eindresultaat heeft geleid. Het gevolg hiervan is dat de invloed van de situatie te weinig wordt meegenomen in het oordeel. De goede resultaten schrijven we al vlot toe aan de perfecte situatie en de minder goede resultaten schrijven we toe aan de persoon. Denk maar eens aan die klungelige autobestuurder voor ons, het is een waardeloze chauffeur volgens ons en we zien over het hoofd dat de auto misschien van mindere kwaliteit is en daardoor minder snel dan onze Porsche is.
De meest voorkomende beoordelingsfouten
Selectieve perceptie
Over het algemeen zien we de dingen die ons het meeste aanspreken en daardoor baseren we ons oordeel nogal eens op te weinig waarnemingen.
Stereotypering
Bepaalde kenmerken van groepen mensen passen we automatisch toe op een individu uit de groep.
Eerste indruk
De observaties uit het eerste contact met een persoon worden bepalend voor ons oordeel.
Projectie
Eigenschappen van onszelf zien we ook in een ander zonder dat hier aanleiding voor is.
Halo-effect
Eén gunstige observatie zorg voor een goede beoordeling op alle aspecten
Horn-effect
Eén ongunstige observatie zorg voor een slechte beoordeling op alle aspecten.
Persoonlijke fout
De beoordelaar laat de algemeen gestelde normen voor wat ze zijn en houdt vast aan zijn eigen beoordelingswijze en normen.
Positiefout
De positie van de beoordelaar bepaalt de beoordeling van een persoon.
Centrale tendentiefout
Bij het beoordelen gaan we al gauw naar het veilige midden, een negatieve beoordeling wordt al gauw wat milder en een positieve beoordeling wordt afgezwakt.
Het valt dus niet mee om een objectief oordeel over iemand of een situatie te geven. En dat terwijl in bijvoorbeeld sollicitatieprocedures het van groot belang is dat ook daadwerkelijk de juiste persoon op de juiste plek komt. Nog steeds kan een slechte indruk ‘dodelijk’ zijn tijdens een sollicitatiegesprek, terwijl het goed mogelijk is dat de sollicitant alle kwalificaties in huis heeft. Inzicht hebben in de eigen beoordelingsfouten kan hierbij van dienst zijn.