Snerende schoonmoeders: de kracht van een sprekend personage
Wat zou een boek waard zijn zonder pratende personages? De pratende wolf, de klagende dochter en de snerende schoonmoeder: ze hebben één ding gemeen. Allen hebben zij gesproken tekst in het verhaal. Maar hoe kun je als schrijver hierin variëren zonder eentonig te worden? Hieronder verschillende manieren om je personage tekst te geven.
De ingrediënten van een goed verhaal
Doorgaans bestaan verhalen uit verschillende ingrediënten. Allereerst geeft de schrijver omschrijvingen geeft van een situatie (“het was op een koude winterdag, waarop ieder weldenkend mens zich met een dampende kop koffie in een behaaglijk warme woonkeuken zou willen begeven, toen …”), van gebeurtenissen (“…er plotseling een schim opdook tegen de noordwestelijke muur”) en handelingen van personages (“Al bevend sprak zij toen haar onbehagen uit”.).
Maar om een verhaal levendig te maken, is het noodzakelijk dat een boek wordt doordrenkt met personagetekst. Dat zijn de taaluitingen van personages. Om dit te verduidelijken, kun je je een stripverhaal voorstellen. Het plaatje dat je ziet, is als het ware de beschrijving van de situatie of de handeling. Het praatwolkje bij een poppetje is de personagetekst. Door verschillende personages te laten spreken, ben je als schrijver niet meer alleen aan het woord. Er klinken meerdere stemmen. Dit wordt door Bachtin (een literatuurwetenschapper) heteroglossia of meerstemmigheid genoemd.
Drie manieren om je personage tekst te geven
Je kunt je personage op drie manieren tekst geven.
- Je laat direct het personage aan het woord. Dit is de directe rede. “En toen zei zijn grootvader: “Jongeman, het is tijd dat je gaat. Roep je vader bij me”.
- Je vertelt zelf wat het personage zegt. Dit is de indirecte rede. “Zij vertelde hem dat ze erg ziek was”. Een andere variatie hierop is de diëgetische samenvatting waarbij je de tekst van het personage eigenlijk geheim houdt voor de lezer. Je vertelt hem dat het personage wat zegt, maar niet precies wat. “Terwijl zij met hem praatte, probeerde hij voortdurend haar handbewegingen te volgen.”
- Jij als auteur en het personage in je tekst komen tegelijkertijd aan het woord. Dit is een zeer effectieve methode om dubbele boodschappen over te brengen, maar vergt behoorlijk wat vakmanschap van de schrijver. Dit heet de vrije indirecte rede. “Hij stemde niet in met haar verzoek, ondanks haar aandringen. Had hij maar iets langer in haar trouwe ogen gekeken, dan zou zijn lot er anders hadden uitgezien…”. Je kunt op deze manier een dreigende ondertoon creëren voor de lezer en een soort flash forward tonen.
Een paar laatste tips
Leg een paar van je favoriete boeken voor je neer en noteer de manier waarop dialogen zijn ingebed in de vertelwijze. Zo kun je jezelf steeds meer oefenen in vloeiende overgangen in je eigen verhaal.
Denk eraan dat je je personage een passende tekst geeft. Een schoorsteenveger praat niet als een burgemeester en een crimineel niet als een jongedame. Juist in het taalgebruik van je personage geef je hem zijn karakter. Doe er je voordeel mee en wees niet bang om enigszins te overdrijven. Zolang de boodschap maar overkomt bij je lezer!