blog placeholder

Wanneer gevraagd wordt naar een canon van kunstenaars, komt al snel de naam Bernini om de hoek kijken. Deze bekende kunstenaar uit de zestiende eeuw, vaak in één adem genoemd met groten als Michelangelo en Da Vinci, werd ook in zijn eigen tijd al als virtuoos beschouwd. Het oeuvre van Bernini is divers en grootschalig en zeker de moeite waard om nader te bestuderen. Niet alleen de prachtige fonteinen, die hedendaags nog steeds te bewonderen zijn in Rome zijn pronkstukken van Bernini’s hand, maar ook het ontwerp voor het Sint-Pietersplein en de colonnade mag beschouwd worden als een hoogtepunt in zijn carrière. Dit meer architecturale werk van Bernini valt uitzonderlijk op tussen zijn overige werk, want hoewel Bernini nooit getraind was als architect, voltooide hij de opdracht die hij kreeg van de toenmalige paus op dusdanig hoog niveau, dat het plein nog steeds een studie object is voor de wetenschap en een trekpleister voor de doorsnee toerist.

Gian Lorenzo Bernini en het Sint Pietersplein

De plek van het Sint Pietersplein in het oeuvre van Bernini

Wendy de Boer

 

Wanneer gevraagd wordt naar een canon van kunstenaars, komt al snel de naam Bernini om de hoek kijken. Deze bekende kunstenaar uit de zestiende eeuw, vaak in één adem genoemd met groten als Michelangelo en Da Vinci, werd ook in zijn eigen tijd al als virtuoos beschouwd.

Giovanni Lorenzo Bernini werd geboren in 1598 te Napels en groeide op met de beeldhouwkunst. Zijn vader Pietro Bernini leerde hem hoe hij uit brons en marmer prachtige kunstwerken kon vervaardigen en er wordt gezegd dat Bernini dit als kind al onder de knie had. Hij bleek een natuurtalent en bewerkte het marmer op dusdanige wijze dat de texturen van het marmer nog steeds de indruk geven echt vlees, haar en draperieën te zijn bij de toeschouwer.

Het oeuvre van Bernini is divers en grootschalig en zeker de moeite waard om nader te bestuderen. Niet alleen de prachtige fonteinen, die hedendaags nog steeds te bewonderen zijn in Rome zijn pronkstukken van Bernini’s hand, maar ook het ontwerp voor het Sint-Pietersplein en de colonnade mag beschouwd worden als een hoogtepunt in zijn carrière. Dit meer architecturale werk van Bernini valt uitzonderlijk op tussen zijn overige werk, want hoewel Bernini nooit getraind was als architect, voltooide hij de opdracht die hij kreeg van de toenmalige paus op dusdanig hoog niveau, dat het plein nog steeds een studie object is voor de wetenschap en een trekpleister voor de doorsnee toerist. De opvallende ovale vorm voldeed perfect aan alle eisen die de opdrachtgever, Paus Clemens VIII, destijds gaf. Bernini kon vanaf dat moment met recht niet alleen beeldhouwer maar ook architect worden genoemd. Men kan dusdoende stellen dat het ontwerp voor het fameuze plein in Vaticaanstad een grote rol speelde in het oeuvre van Bernini. Maar de vraag blijft dan, van welke voor aard was deze rol? Zorgde het ontwerp voor het plein voor een omslagpunt in zijn carrière of is de plek van dit grootse werk veel bescheidener in het totale oeuvre?

Bernini’s oeuvre

Om hier een goed zicht op te krijgen is het allereerst van belang om het oeuvre van Bernini, weliswaar in grove lijnen uitgewerkt, nader te bestuderen. Bernini’s hoogstwaarschijnlijk eerste werk -Baldinucci beweert dat de jonge Bernini slechts 15 jaar oud was[1]- was een sculptuur van de heilige Sint Laurens, gemarteld op een brandstapel. In die periode vervaardigde hij nog een beeld van een heilige, namelijk Sint Sebastian. Bernini maakte overigens pas echt naam met zijn portretten. Dit waren beeldhouwwerken uit marmer van voornamelijk geestelijken waar hij vaak ook een lijst om heen bewerkte, zodat het effect van een geschilderd portret werd gecreëerd. Frontaliteit speelde hier een grote rol, het hoofddoel van een portret was immers dat de persoon herkend werd. Opvallend aan veel van dit werk is de informaliteit van veel portretten. De gesculptuurde gezichten schonk Bernini in veel gevallen sprekende ogen en monden die leken te zingen, lachen of converseren.

Rond 1620 ontving Bernini zijn eerste officiële grote opdrachten. Zo maakte hij beelden van helden uit de klassieke oudheid als Aeneas en Anchises en Neptunes en Triton, laatstgenoemde duo werd geplaatst boven een vijver. In deze grotere werken lag veel meer nadruk op beweging en emotie, Bernini legde een bepaald, vaak cruciaal moment uit een verhaal vast als ware het een foto of filmstill. De fonteinen die Bernini niet veel later maakte, behoren tegenwoordig nog steeds tot de meest bekende bezienswaardigheden in Rome. De Triton fontein op het Piazza Barberini bijvoorbeeld laat zien hoe Bernini niet alleen een levensecht beeld kon maken maar ook zeer goed wist hoe hij, met de manier waarop het water de lucht in zou spuiten en weer over het beeld zou vallen, de voorstelling kracht bij kon zetten. Een van de meest spectaculaire fonteinen is de Fontana dei Fiumi (Fontein van de rivieren, 1651) op het Piazza Navona. Bernini heeft hier de 4 rivieren de Ganges, de Donau, de Rio della Plata en de Nijl uitgebeeld, in het midden bevindt zich een obelisk, overigens niet van Bernini’s hand, die waarschijnlijk eerst in het circus van Maxentius heeft gestaan.

In dezelfde periode dat Bernini zijn fonteinen maakte (rond 1650), ontving hij ook opdrachten voor graftombes, altaarstukken en verdere decoraties in kerken, wat onder andere tot het beroemde Sint Teresa altaar resulteerde in de Cornaro Kapel.

Een van de door Bernini meest rijk versierde kerken in Rome is de jezuïtenkerk de Sant’Andrea al Quirinale (Sint Andreas op de Quirinaal, 1658) waar hij waarschijnlijk voor het eerst niet alleen als beeldend kunstenaar werk leverde, maar ook een klein uitstapje maakte naar de architectuur. Naast het hoge altaar dat direct opvalt wanneer men de kerk binnenstapt, bemoeide Bernini zich ook met de gehele vorm van de kerk. Wegens ruimtegebrek mocht het nieuwe complex niet te groot worden en Bernini vond hiervoor de oplossing door het gebouw een ovale vorm te geven waarbij het hoofdaltaar en de hoofdingang zich in een kleine apsis zouden bevinden in plaats van in een lang uitgerekte apsis. Toch mag hier niet gesteld worden dat Bernini zichzelf een architect waande; hij gebruikte slechts enkele elementen uit het vakgebied wanneer dit nodig was.[1]

Het Sint Pietersplein

Rond 1656 raakte Bernini uiteindelijk betrokken bij de bouw van het Sint Pietersplein. Al eerder, van 1624 tot 1633, had hij een bijdrage geleverd aan het interieur van de kerk en maakte hij het Baldakijn wat boven het graf van Petrus is geplaatst.

Het Sint Pietersplein moest aan verschillende factoren voldoen en dit maakte het ontwerp niet eenvoudig. Het hoofddoel van het plein was dat het plaats kon bieden voor de menigte die onder andere het Urbi en Orbi van de paus bij wilde wonen. De ruimte moest dus groot genoeg zijn maar moest tegelijkertijd er voor zorgen dat ieder individu wel zicht bleef houden op de paus. Daarnaast moest ook rekening worden gehouden met de zegeningen op zondag die de paus vanuit zijn privévertrekken geeft. [2]

Bernini’s oplossing [3] was wederom een ovale vorm. Zijn ideeën resulteerde in een ovaal plein dat als het ware omarmd werd door twee zuilengangen (colonnades) met een grote trap voor de kerk. De vorm van het plein is dit keer niet alleen praktisch zoals bij de Sant’Andrea al Quirinale maar symboliseert ook de orbis (latijn voor wereld) die zich vergadert voor de pauselijke zegeningen. De colonnades staan naar Bernini’s eigen zeggen voor ‘de moederlijke armen der kerk’ die de orbis bescherming bieden.

Al deze factoren bij elkaar (de colonnade, de ovale vorm, de trappen en de kunstwerken op het plein) zorgen dat de blik van de bezoeker vrijwel direct gestuurd wordt naar de kerk en dat was exact Bernini’s intentie. Wanneer men naar het verloop van Bernini’s werk kijkt na het project omtrent het Sint Pietersplein, kan men stellen dat de kunstenaar zich in nog meer kerkelijke opdrachten mengde maar wel weer terugviel op zijn werk als beeldhouwer. Hij decoreerde verscheidene kapelletjes en maakte nog velen sculpturen en graftomben. Een hoogtepunt uit zijn latere werk is het werk voor op de brug die leidde naar Castel Sant Angelo (De Engelenburcht, Rome). De burcht, uit de tijd van keizer Hadrianus (135 na Christus), was in Bernini’s tijd een pauselijk vertrek geworden en daar hoorden een entree bij wat de paus waardig was. Paus Clemens VIII gaf Bernini de opdracht tien engelen te maken die de Arma Christi uitbeelden, dat wil zeggen de voorwerpen die te maken hadden met de kruisiging van Christus. De engelen die overigens uiteindelijk op de brug kwamen te staan zijn niet van Bernini zelf maar van zijn leerlingen.

Echt een architecturaal hoogstandje heeft Bernini na het Sint Pietersplein schijnbaar niet meer geleverd. Zijn carrière liep als een stijgende lijn naar deze climax toe: van de portretten naar een immens, indrukwekkend plein. Er kan geconcludeerd worden dat de bouw van de Sant’Andrea al Quirinale, waarbij Bernini de functionaliteit van een ovale vorm inzag, een omslagpunt in zijn carrière was. Zijn ideeën over de vorm van deze kerk hebben onmiskenbaar invloed gehad op zijn ontwerp voor het Sint Pietersplein waarbij wederom de vorm ovaal de oplossing was. De plek van het Sint Pietersplein mag gezien worden als een hoogtepunt én een buitenbeentje in het totale oeuvre. Want al heeft Bernini in verhouding niet veel architectuur op zijn naam staan; het werk wat hij leverde voor een van ’s werelds meest adembenemende kerken heeft er toe geleid dat hij inderdaad met recht naast beeldhouwer, ook architect genoemd mag worden.

 

[1] Hibbard, 1950, p.148

[2] Hibbard, 1950, p. 151, 152

[3] Letarouilly, 1963, p. 107