Iedereen kent ze wel. De E-nummers bij de ingredienten van een product. Maar wat is een E nummer eigenlijk en zijn deze gevaarlijk?
Bij het maken van een levensmiddel worden bepaalde stoffen opzettelijk in het product verwerkt (additieven). De E-nummers in het product, dat zijn de additieven. Deze mogen niet zomaar worden toegevoegd maar moeten wettelijk zijn goedgekeurd. Ook mag men niet onbeperkt additieven gebruiken, de reden hiervoor is dat sommige additieven schadelijke effecten kunnen veroorzaken zoals een allergische reactie. Voor iedere additief is een maximale dosis bepaald. Op de verpakking moet het E-nummer en de algemeen gebruikelijke naam van het additief worden vermeld.
Wij maken onderscheid in de volgende additieven:
– Conserveermiddelen
Deze verlengen de houdbaarheid van een product.
– Antioxidanten
Antioxidanten zijn hulpmiddelen die zowel worden gebruikt om de houdbaarheid te verlengen en om verkleuring en het “ranzig worden” te voorkomen.
– Verdikkings- en geleermiddelen, emulgatoren en stabilisatoren
Deze stoffen zorgen voor een verandering van consistentie van het product. Zo wordt het bijvoorbeeld dikker of zorgt het ervoor dat 2 stoffen perfect met elkaar vermengd worden.
– Kleurstoffen
Kleurstoffen hebben invloed op de kleur van een product. Dit kan zijn door natuurlijke kleurstoffen, natuuridentieke kleurstoffen(deze lijken op natuurlijke kleurstoffen maar zijn chemisch bereid) of synthetische kleurstoffen.
– Aromastoffen en smaakversterkers
Deze stoffen hebben invloed op de smaak van een product.
– Voedingszuur en zuurteregelaars
Voedingszuren zijn organische zuren die worden toegestaan als conserveermiddel en als zuurteregelaar. Zuurteregelaars veranderen de zuurte van voedingsmiddelen.
– Zoetstoffen
Deze stoffen worden gebruikt ter vervanging van suiker om een product zoeter te laten smaken.
– Rijsmiddelen
In het eindproduct kennen rijsmiddelen geen functie meer maar in het productie proces word het gebruikt om een luchtige structuur en meer volume te verkrijgen.
– Meelverbeteraars
Door meelverbeteraars wordt het gebakken brood en gebak in kwaliteit beter en het rijsproces versneld.
– Antiklontermiddelen en antischuimmiddelen
Gaan klonteren en schuimen van een product tegen.
– Drijfgas en verpakkingsgas
Wordt gebruikt bij bijvoorbeeld frisdrank en bij spuitbussen met slagroom.
– Smeltzouten
Deze zorgen voor nieuwe eigenschappen bij kaas. Het zorgt ervoor dat de kaas kan smelten zonder dat het vet eruit loopt. Heel handig bij bijvoorbeeld smeerkaas.
Conclusie
Wanneer een E-nummer op de verpakking wordt genoemd is deze wettelijk goedgekeurd en hoeft u hier niet angstig voor te zijn. E-nummers worden met een goede reden toegevoegd aan een product en hier zijn strenge regels voor. Het is natuurlijk atijd mogelijk dat u overgevoelig of allergisch bent voor een additief maar al deze stoffen worden in hele kleine hoeveelheden toegevoegd aan producten.
Bron: Levensmiddelenleer (C. Catsberg, G. Kempen-van Dommelen)