blog placeholder

In dit artikel wordt uitgelegd hoe men kan testen op gehoorschade. Verder wordt uitgelegd welke testen er zijn.

Testen op gehoorverlies.

Is men doof, slechthorend of is het gehoor in orde?

Als men vermoedt dat er sprake is van gehoorverlies kan men dat testen op het internet of een hoortest af laten nemen bij een audicien. Daarna zal men bij een negatieve uitslag naar de huisarts moeten gaan, om te controleren of het geen verstopping door een prop of tijdelijke gehoorverlies door verkoudheid is, dat de uitslag kan beïnvloeden. Als de huisarts ook het vermoeden heeft van gehoorverlies zal hij/zij de persoon doorverwijzen naar de KNO-arts. De KNO-arts controleert nog specifieker op mogelijke verstoppingen en ontstekingen in het oor. Dan zal de audioloog toetsen welke en wat voor niveau geluiden wel en niet worden gehoord.

Er zijn maten voor het meten van gehoorverlies, deze zijn:

  • 0 – 30 dB De persoon is normaal horend tot licht slechthorend. Hierbij zal een fluisterend gesprek of gesprek op ruime afstand niet goed begrepen worden.
  • 30 – 50 dB De persoon is licht tot matig slechthorend. Een fluisterend gesprek of de afstand is meer dan 1 meter is te moeilijk om te volgen.
  • 50 – 70 dB De persoon is ernstig slechthorend. Hierbij worden gesprekken tussen meer dan 2 personen moeilijk te begrijpen, maar luide tonen worden nog begrepen.
  • 70 – 90 dB De persoon is zwaar slechthorend. Hierbij zal zelfs als de andere persoon luid spreekt de luisteraar moeite hebben met het verstaan en begrijpen.
  • 90 -120 dB De persoon is doof. De persoon hoort niks van een gesprek.
  • 110 – 120 De persoon is diepdoof. De persoon verstaat niks, maar heeft nog wel wat gevoel van trillingen van bijvoorbeeld harde geluiden.
  • 120 – … De persoon is vibratiedoof. De persoon voelt zelfs geen trillingen in het oor van harde geluiden.

Nederland heeft andere maten voor het meten van gehoorverlies dan andere landen.

Soorten testen.

Audiometrie is het meten van het gehoor. Dit kan men laten doen bij een audicien of in het audiologisch centrum (AC). 

Subjectieve hoortesten zijn metingen waarbij de persoon moet deelnemen, actief luisteren genoemd. Dat betekent dat de persoon moet aangeven wat men wel en niet hoort.

  • Bij een toonaudiogram is een test waarbij door middel van een koptelefoon geluiden op verschillende sterktes wordt gegeven. De persoon moet aangeven welke geluiden wel worden gehoord. Ook wordt gemeten of het middenoor goed werkt en hoe vlug het oor uitput en dus minder hoort.
  • Een spraakaudiogram is een test om te zien hoe goed men het verschil tussen geluiden hoort. Men moet dan woorden nazeggen en bij jonge kinderen moeten ze het juiste plaatje aanwijzen dat bij het woord hoort. BV. bij het woord vogel geen kogel zeggen of aanwijzen.

Objectieve hoortesten zijn metingen waarbij gekeken wordt in welke mate het oor reageert op verschillende geluiden. Hierbij hoeft de persoon dus niet actief te luisteren. Deze testen worden voornamelijk gebruikt bij baby’s, die niet kunnen zeggen wanneer ze iets wel of niet horen.

  • Bij Oto Akoestische Emissies (OAE) wordt het gehoor van baby’s getest. Deze worden tegenwoordig gedaan voor de baby 6 weken is. De test bestaat uit een dopje dat in het oor wordt geplaatst met daarin een luidspreker dat geluid maakt in het oor en een microfoon dat geluid dat het oor maakt (als het geluid hoort, maakt het oor een licht geluid) opneemt.
  • Bij Brainstem Evoked Response Audiometry (BERA) / hersenstamaudiometrie wordt er geluid door een koptelefoon aan de baby verstrekt. Via elektroden geplaatst in de nek wordt de hersenactiviteit opgemeten. Deze meting laat de reactie op hoge tonen zien en of de oorzenuw juist functioneert.
  • Bij Tympanometrie wordt er ook een dopje geplaatst in het oor. Deze heeft 3 buisjes, voor geluid te geven, geluid op te meten en de luchtdruk eventueel aan te passen. Deze test is om de beweging van het trommelvlies te meten.

Samengevat

Voor het definitief vaststellen van gehoorverlies, zal men metingen moeten laten verrichten bij een huisarts en vervolgens bij de KNO arts. Subjectieve metingen zijn toonaudiograms en spraakaudiograms. Objectieve hoortesten zijn OAE, BERA en Tympanometrie.