Het woord vitamine is een combinatie van vital (leven) en amine (essentiële stof voor het lichaam). Vitaminen zijn dus belangrijk voor een gezonde levensstijl en ze voorkomen ziektes. Er zijn verschillende soorten vitaminen, namelijk vet-oplosbare en water-oplosbare vitaminen. Wat is het verschil?
De vet-oplosbare vitaminen zijn:
- Vitamine A
- Vitamine D
- Vitamine E
- Vitamine K
De water-oplosbare vitaminen zijn
- alle B-vitaminen (B1, B2, B3, B6, B12, biotine, folaat en pantotheenzuur)
- vitamine C.
Het verschil tussen deze vitaminen, behalve de werking, is het volgende:
- De absorptie; water-oplosbare vitaminen komen direct in de bloedbaan terecht, terwijl vet-oplosbare eerst in het lymphe-systeem komen alvorens het bloed in te gaan.
- Transport; water-oplosbare vitaminen komen ‘los’ in het bloed voor, vet-oplosbare zitten altijd aan een eiwit vast omdat ze niet oplosbaar zijn in het bloed.
- Opslag; water-oplosbare vitaminen komen vrij voor in weefselvocht, vet-oplosbare worden opgeslagen in het lichaamsvet.
- Excretie (uitscheiding); de water-oplosbare vitaminen worden via de nieren uitgescheiden met de urine, vet-oplosbare daarentegen, blijven voornamelijk in het lichaam(svet) zitten.
- Toxiciteit (te hoge inname); bij de water-oplosbare vitaminen komt dit nauwelijks voor, omdat een teveel kan worden uitgescheiden. Bij vet-oplosbare vitaminen kan dit makkelijk voorkomen, omdat deze worden opgeslagen en nauwelijks worden uitgescheiden.
- Behoefte; water-oplosbare vitaminen moeten in frequente dosis worden geconsumeerd (eens in de 1-3 dagen). Vet-oplosbare worden opgeslagen en hoeven dus minder vaak genuttigd te worden; wekelijks of maandelijks is voldoende).
Zie mijn andere artikelen voor uitgebreide uitleg over de verschillende water-oplosbare en vet-oplosbare vitaminen.