blog placeholder

Naast enkele positieve gevolgen, heeft UV-straling op de huid ontzettend veel negatieve gevolgen! Lees ze hieronder.

Het bekendste korte-termijn effect is het rood worden van de huid, ook wel zonnebrand of erytheem genoemd. Dit wordt niet veroorzaakt door de voelbare warmte van de zon, maar door de ultraviolette straling van de zon. Hoewel UVB-straling de grote boosdoener is, draagt UVA-straling ook bij aan het verbranden van de huid. Verbranding komt het meest voor bij mensen met een lichte huid. De bloedvaatjes verwijden via bepaalde mechanismen en de huid wordt rood. De verbranding door de zon wordt behalve door roodheid ook gekenmerkt door warmte, zwelling en pijn. Hoe sterker de zonverbranding, hoe meer deze laatst genoemde verschijnselen op de voorgrond zullen treden. In de lichtste gevallen zal alleen roodheid optreden. Deze verschijnselen ontstaan meestal enkele uren nadat de huid verbrand is.Bij zeer ernstige zonverbrandingen kan door de massale ontsteking zelfs koorts ontstaan. Ook misselijkheid, hartkloppingen, hoofdpijn en braken komen voor. Verbranden is niet alleen pijnlijk, maar ook schadelijk omdat het het optreden van melanoom, een soort huidkanker, kan bevorderen (hier kom ik zo meteen op terug).Andere korte-termijn effecten die kunnen optreden, zijn huiduitslag en een tijdelijke vermindering van de werkzaamheid van het immuunsysteem.

Huidkanker

UV-straling wordt in de huid door moleculen zoals eiwitten en DNA geabsorbeerd, waarin dan veranderingen kunnen optreden. De veranderingen zijn vaak schadelijk, maar gelukkig worden beschadigde moleculen meestal afgevoerd. Er zijn verschillende herstelmechanismen in ons lichaam om beschadigd DNA te repareren. Beschadigingen van DNA kunnen zich echter ophopen en op lange termijn nare gevolgen hebben: huidkanker.

Wanneer er een kleine verandering in de DNA-structuur plaatsvindt, kan deze fout door andere eiwitten weer worden gerepareerd. Is de schade te groot, dan sterft de huidcel. Echter, wanneer er door de UV-straling een beschadiging van het DNA optreedt die niet door de cel wordt opgemerkt ofverkeerd wordt gerepareerd, kan de verandering aan het DNA blijvend zijn. In sommige gevallen kan de beschadiging zodanig zijn dat de cel zich ongeremd en ongecontroleerd kan gaan delen: huidkanker. Er zijn verschillende soorten huidkanker en voorlopers van huidkanker die door UV-beschadiging kunnen ontstaan, zoals actinische keratosen, plaveiselcelcarcinoom, basaalcelcarcinoom, en melanoom.

Actinische keratosen zijn ruwe, schilferende plekken op de huid. De kleur varieert van rood tot huidskleurig. Ze komen voor op delen van de huid die langdurig intensief belicht zijn geweest gedurende vele jaren. Daarom worden actinische keratosen vooral gezien in het gezicht, kalende schedels, oorschelpen en handruggen. Actinische keratosen gaan niet vanzelf weg, maar zijn wel te behandelen. Je kan ze laten aanstippen met vloeibare stikstof, verbranden d.m.v. een soort lasapparaatje (electroagulatie) of je kan een CO2 laserbehandeling ondergaan. Ook bestaan er crèmes die de aangetaste cellen doden en de gezonde huid niet of nauwelijks beschadigen.

Dat het te behandelen is, betekent niet dat de huid daarna weer helemaal gezond is. Als men actinische keratosen heeft is dat een signaal dat de huid al flink beschadigd is door de zon. Een goede bescherming bij zonnig weer door kleding of een goede zonnebrand crème is dan van groot belang.

Actinische keratosen worden door de meeste specialisten beschouwd als voorlopers van plaveiselcelcarcinoom (een kankersoort). Plaveiselcelcarcinoom is een ‘ergere’ vorm van basaalcelcarcinoom. Het zijn allebei tumoren veroorzaakt door langdurige blootstelling aan UV-licht, maar in tegenstelling tot het basaalcelcarcinoom is het plaveiselcelcarcinoom in staat om uit te zaaien naar de rest van het lichaam. Dit gebeurt meestal pas wanneer de oorspronkelijke tumor vrij grote afmetingen heeft bereikt. Ook kan het plaveiselcelcarcinoom kraakbeen of bot dat onder de huidtumor ligt, binnendringen.

Plaveiselcelcarcinoom begint vaak als een kleine wrat-achtige verhoorning, vooral op huiddelen die veel aan de zon zijn blootgesteld. Aanvankelijk is het plaveiselcelcarcinoom pijnloos, maar wanneer de tumor ongeveer 1 cm groot is, kunnen er pijnklachten ontstaan. Na verloop van tijd kan er een zweer ontstaan in de tumor. Het plaveiselcelcarcinoom kan, wanneer het niet meteen behandeld wordt, vele centimeters groot worden. Gelukkig komen uitzaaiingen van plaveiselcelcarcinomen weinig voor. Van de 100 patiënten met plaveiselcelcarcinomen die vroegtijdig behandeld worden, zal er één uitzaaiingen hebben. Essentieel is dat in het vervolg de huid goed beschermd wordt tegen zonlicht om extra ultraviolet-schade en daarmee ook nieuwe tumoren te voorkomen.

Melanoom is de ernstigste vorm van huidkanker. Zoals ik hierboven al had beschreven, beschermen melanocyten (pigmentcellen) de huid tegen de schadelijke invloed van zonlicht. Wanneer melanocyten in groepjes voorkomen kunnen duidelijke pigmentvlekken zichtbaar zijn; deze pigmentvlekken kennen we als moedervlekken. Net als andere soorten cellen in het lichaam kunnen melanocyten veranderen in kankercellen. Dit kan zowel met melanocyten in moedervlekken gebeuren als met melanocyten elders in de huid. In vergelijking met ander soorten huidkanker is het melanoom een agressief groeiende tumor die relatief snel uitzaait.

 

De belangrijkste risico factoren zijn:

  • Licht huidtype: mensen met een zeer licht huidtype (makkelijk zonverbranding) hebben groter risico op melanoom.
  • Zonverbranding op kinderleeftijd: regelmatige zonverbranding voor het 5e levensjaar lijkt een verhoogd risico te geven op ontwikkelen van melanoom op latere leeftijd. Dit komt omdat jonge kinderen een minder dikke huid hebben (minder hoorncellen), waardoor de cellen makkelijker beschadigd kunnen raken. Bovendien is het lastiger om beschadigde cellen op te ruimen omdat er relatief veel huidcellen worden aangemaakt (de huid moet groeien).
  • Moedervlekken: sommige moedervlekken hebben een verhoogd risico om te ontaarden in eenmelanoom. Dit betreft vooral de atypische (vlakke, wisselend gekleurde) moedervlekken en zeer grote aangeboren moedervlekken.

Melanomen worden net als andere soorten kanker behandeld. Ze kunnen operatief verwijderd worden, bestraald worden of de patiënt kan chemotherapie ondergaan. Dit laatste wordt meestal alleen gebruikt bij uitzaaiing.

Voorspellingen op de overlevingskans van melanoom-patiënten zijn moeilijk te maken. De kans is sterk afhankelijk van het feit of het melanoom al uitzaaiingen heeft gevormd of niet. Als het melanoom geheel verwijderd is en er geen uitzaaiingen zijn, dan is de patiënt genezen. Helaas is nooit met zekerheid te zeggen dat een melanoom níet uitgezaaid is op het moment dat het door de arts wordt verwijderd. Er kunnen al individuele melanoomcellen van de oorspronkelijke tumor losgeraakt zijn, die in de loop van de tijd op andere plaatsen in het lichaam een nieuwe tumor zullen gaan vormen. Deze ‘micro’-uitzaaiingen zijn in het begin van de controleperiode vaak moeilijk of zelfs helemaal niet op te sporen.

Voorkomen van melanomen:

Verstandig zonnen: bij het ontstaan van de meeste melanomen lijkt de zon een rol te spelen. Herhaaldelijke zonverbrandingen, vooral die vóór het 5e levensjaar zijn doorgemaakt, verhogen de kans op latere melanoomontwikkeling. Daarom is het van belang dat men de huid (en vooral de huid van kinderen) goed beschermt. Verder is het verstandig moedervlekken regelmatig zelf te controleren. Melanoom op de huid is een bijzondere vorm van kanker omdat deze in een vroeg stadium door de patiënt zelf kan worden opgemerkt. Wanneer er kleurverandering in of vormverandering van een moedervlek optreedt, het jeukt, pijn doet of zelfs gaat bloeden, dat is de kans groot dat er een melanoom aan het ontstaan is.

Terwijl de meeste vormen van kanker vooral bij ouderen wordt gezien, is het melanoom een tumor die vaak bij jonge patiënten wordt gezien. Het is, samen met o.a. leukemie, een van de belangrijkste soorten kanker die bij jonge mensen voorkomt. Melanoom op de kinderleeftijd is overigens uitermate zeldzaam. Het aantal gevallen met huidkanker is de afgelopen decennia toegenomen. Deze toename is waarschijnlijk voornamelijk het gevolg van de toegenomen populariteit van het ‘bruinen’. Per jaar wordt in Nederland circa 2400 keer een melanoom vastgesteld.

 

Ogen

UV-straling draagt ook bij aan oogstoornissen. Een aantal voorbeelden zijn sneeuwblindheid/lasogen (hoornvliesverbranding), netvliesverbranding en staar.

In het oog is verbranding van het hoornvlies (sneeuwblindheid/lasogen) het belangrijkste acute effect. Door te lange blootstelling aan de UV-straling van de zon (bijvoorbeeld skiën zonder afdoende oogbescherming) kan binnen enkele uren sneeuwblindheid ontstaan. Lassen is daarnaast een bekende bron van UV-straling.Door het lassen ontstaan er hoge temperaturen waarbij UV-straling vrijkomt. Bij onvoldoende bescherming van de ogen zijn lasogen het gevolg.

Bij deze aandoeningen zijn de ogen opgezet, rood doorlopen en tranen daarbij hevig. De straling geeft ook een pijnlijke verbranding van de oogleden, het oogwit en het gevoelige hoornvlies. Het hoornvlies is beschadigd, waardoor de patiënt zijn ogen nauwelijks open kan houden. Doordat het hoornvlies verbrand is, zal de patiënt tijdelijk wazig zien en kan er hoofdpijn optreden. Pijnlijke oogleden duiden erop dat de huid van het gezicht ook verbrand is. De klachten van pijn treden enkele uren na de blootstelling op en gaan meestal binnen een week weer over.

Volgens sommige bronnen zou chronische blootstelling van UV-licht aan de ogen leiden tot cataract (ook wel (grijze) staar genoemd) maar dit is nooit bewezen. Cataract is een troebeling van de ooglens waardoor het zicht vermindert. In extreme gevallen wordt de ooglens geheel ondoorzichtig, waardoor blindheid van het oog optreedt.

In het oog, vlak achter de pupil, zit de normaal heldere en doorzichtige ooglens. Deze bestaat uit eiwitten en water. De eiwitten zijn zodanig gerangschikt dat de lens doorzichtig is. Maar bij cataract worden deze eiwitten in stukjes afgebroken. De stukjes klonteren samen in de lens. Daardoor verkleurt de lens naar geel, groen en verder tot oranje en bruin. Soms verschijnen wittige wolkjes of vlokken in de lens. Deze worden opaciteiten genoemd.

Aanvankelijk hinderen ze het invallende licht nauwelijks. Naarmate ze groter en dikker worden, verstrooien ze dat licht echter steeds meer. Minder licht bereikt het netvlies en bovendien worden de invallende lichtstralen verbogen. Er is sprake van staar.

Als staar onbehandeld blijft, kan het gezichtsvermogen op den duur geheel verloren gaan. Staar kan tegenwoordig echter door middel van een kleine operatie verholpen worden: de ondoorzichtig geworden lens wordt verwijderd en daarvoor in de plaats wordt een kunstlens geplaatst. Deze ingreep door een oogarts vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving en heeft een lage kans op complicaties.

Verder zijn er nog andere minder erge, maar absoluut geen fijne lange termijn-gevolgen van blootstelling aan UV-licht: vroegtijdige veroudering van de huid (photoaging), pigmentvlekken (vaak onderdeel van photoaging) en andere cosmetisch storende effecten.

Ultraviolet licht is een beruchte ‘sloper’ van elastine vezels en bindweefsels. Het breekt de elastinevezels, die de huid soepelheid en veerkracht geven, af. Het is vergelijkbaar met wat er met een gewoon elastiekje gebeurt dat in de zon ligt: binnen enkele dagen is het elastine kapot en verkruimelt het elastiekje. Natuurlijk wordt er in de huid steeds nieuwe elastine aangemaakt om de afgebroken elastine te vervangen. Dit aanmaakproces neemt normaliter af bij het ouder worden, maar bij langdurige blootstelling aan UV neemt de productie nóg sneller af. Wanneer de afbraak groter is dan de aanmaak wordt de huid slap en ontstaan rimpels. Dit noemt men in het Engels photoaging.

Pigmentvlekken zijn vaak onderdeel van de zogenaamde photoaging. Dit zijn vlekken met veel pigment die veroorzaakt worden door de zon en vaak ook hormoonschommelingen in je lichaam. Een voorbeeld hiervan is de zwangerschapsmasker (melasma).