blog placeholder

Het syndroom van asperger is niet erg bekend. Dit is natuurlijk erg lastig voor de mensen die gediagnosticeerd zijn. Juist om deze mensen beter te laten leven is het belangrijk dat de omgeving weet wat asperger inhoud en hoe je ermee om kunt gaan. Hier ga ik wat uitleg over geven.

Waar komt het vandaan?

Het eerste wat ooit geschreven is over het syndroom is door Hans Asperger. Hij omschreef in zijn proefschrift 4 kinderen met allerlei kenmerken van het sydroom. Hij noemde dit autistische psychopathie . Dit was al in 1944 tegelijkertijd met Leo Kanner, die ook kinderen had omschreven met kenmerken die sterk overeen kwamen. De kinderen van Leo Kanner werden kinderen met klassiek autisme en van Hans Asperger werd een 30 jaar niets meer gehoord. Pas net nadat hij overleden was kwam er een artikel geschreven door Lorna Wing. Lorna deed onderzoek naar kinderen met klassiek autisme die op latere leeftijd juist taalvaardig erg vooruit gingen. Zei heeft de benaming het syndroom van Asperger in het leven geroepen. Dit is natuurlijk een beknopte versie van geschiedenis. Hans Asperger zelf is de rest van zijn leven bezig geweest als kinderarts.

De diagnose.

Momenteel is Asperger opgenomen in de DSM-IV. Dit is een handboek om psychische problemen vast te stellen wat gebruikt wordt door psychologen en psychiaters. Er is de mogelijkheid tot het invullen van een vragenlijst door bijvoorbeeld een leerkracht. Aan de hand van de score van deze lijst kan er een diagnostisch onderzoek plaatsvinden. Er wordt dan een gesprek gehouden met de ouders of de onderzochte. Dit hangt af van de leeftijd. Juist omdat het syndroom nog niet zo lang bekend is zijn er ook veel volwassen mensen die wel Asperger hebben maar waarbij het nog niet bekend is. In dit geval zal het gesprek dan ook met deze mensen plaatsvinden. Uiteraard is het ook belangrijk dat andere stoornissen uitgesloten worden.

De kenmerken.

Ik heb de kenmerken gesorteerd. Zo ontstaat er een duidelijk beeld en kun je de kenmerken eventueel beter plaatsen.

Sociale beperkingen / emotionele bijzonderheden

  • Niet weten wanneer er geplaagd wordt.
  • Emoties en gevoelens niet snel uiten.
  • Jezelf altijd voor de ander laten gaan.
  • Niet van lichamelijk contact houden.
  • Als iemand iets verteld, geeft dat niet altijd een gevoel.
  • Je wordt egocentrisch gevonden door de omgeving.
  • Je anders voelen dan anderen.
  • Moeite met intimiteit en seksualiteit.
  • Inlevingsvermogen is er weinig tot niet.
  • Slechte tot geen non-verbale communicatie (denk hierbij aan oogcontact).
  • Volharding op hetzelfde (eigenwijs).
  • Moeite hebben met het krijgen van relatie en die in stand houden.
  • Moeite met grenzen, deze worden niet aangevoeld.
  • Eerlijkheid, andere mensen kunnen hier niet altijd even goed tegen.
  • (emotionele) kwetsbaarheid.
  • Moeite met gelijkwaardige contacten, meer nemen dan geven.
  • Lagere frequentie van contacten. Als je de vrienden in keer per maand ziet is dat (meer) dan genoeg.
  • Graag alleen willen zijn, letterlijk. Maar ook figuurlijk, dissociëren, absences/black-outs.
  • Moeite met groepen mensen. Niet meer aan het gesprek willen deelnemen.
  • Moeite met oppervlakkige gesprekken, het onderwerp moet liever serieus zijn.
  • Er is ook weinig humor aanwezig.
  • Liever iets op je eigen manier doen en niet graag samenwerken.
  • Liever een op een (individueel) contact.

Psychisch., in je hoofd.

  • In je eigen wereld zitten.
  • Je sluit je af voor de omgeving.
  • Weinig creativiteit.
  • Sterk analytisch.
  • Visueel denken, een plaatje in je hoofd maken. Vaak worden deze plaatjes schematisch opgezet.
  • Moeite hebben met het zien van grote lijnen, de details komen vaak naar voren. Hierdoor kun je het overzicht verliezen.
  • Moeite hebben met meerdere dingen tegelijkertijd doen.
  • Naïviteit.
  • Erg graag duidelijkheid en structuur hebben.
  • Onzeker zijn in het nemen van beslissingen of keuzes maken.
  • Sterk gevoel voor rechtvaardigheid, als je het recht hebt moet je het ook krijgen.
  • Het niet zien van dingen, bijvoorbeeld de vloer dweilen. Er moeten gerichte opdrachten komen.
  • Een rationele denker.
  • Intens opgaan in interesses.
  • Stereotype interesses, welke erg intens zijn.
  • Dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) maar ook de interesse.
  • In de kindertijd kan er een aantal keer van interesse gewisseld worden.
  • Tijdens de puberteit komt de “definitieve” interesses.
  • Vaak technische, systematische, wetenschappelijk en bètavakgerelateerde interesses.
  • Hier lang over door blijven praten. Ook wanneer de ander interesse heeft verloren.

Bijzonder taalgebruik.

  • Professortje, je weet het beter dan de ander, want jou manier is de juiste manier, je hebt er immers goed over nagedacht. Dit weten de andere mensen niet dus kan erg gemeen overkomen.
  • Pedant taalgebruik (wandelende encyclopedie).
  • Moeite met figuurlijke taal. Deze wordt vaak niet begrepen.
  • Hyperlexie. Het snel begrijpen van moeilijke taal en taalkundig goed ontwikkeld zijn.

Lichamelijke kenmerken.

  • Onhandige grove motoriek, slechte coördinatie.
  • Stereotype bewegingen/tics.
  • Onhandigheid.
  • Traagheid (deze valt eigenlijk onder meer kopjes, ook wel psychisch).
  • Het hebben van routines, deze hoeven niet functioneel te zijn.

Diverse kenmerken.

  • Gedrevenheid, wat je wil dat krijg je ook.
  • Wilskracht.
  • Doorzettingsvermogen.
  • Gezichten niet of met moeilijke kunnen herkennen.
  • Moeite met drukte, behoefte aan rust hebben.
  • Dingen (opdrachten) voor je uit schuiven.
  • Perfectionistisch.
  • Moeite met het nemen tot initiatief.
  • Behoefte hebben aan voorspelbaarheid, slecht tegen veranderingen of onverwachte dingen kunnen.

Comorbiditeit. 

Het kan voorkomen dat iemand met het syndroom van Asperger meerdere “stoornissen” heeft. Comorbiditeit betekend dan ook twee of meerdere gediagnosticeerde stoornissen/ aandoeningen. Dit kan voorkomen maar dit hoeft niet. Veel voorkomende stoornissen/ aandoeningen die samen met Asperger gaan zijn:

  • Klinische depressie.
  • Oppositineel-opstandige gedragsstoornis
  • Angststoornissen, vooral obsessiecompulsieve stoornis en fobieën.
  • Syndroom van Gilles de la Tourette.
  • Dysgrafie, moeite met schrijven er is geen sprake van een intellectuele stoornis
  • Dyslexie, een achterstand in het lezen, spellen en zelf schrijven.
  • Dyscalculie, een rekenstoornis.

Leven met asperger.

Voor mij is het moeilijk om te omschrijven hoe het is om te leven met Asperger. De enige mensen die dit goed kunnen omschrijven zijn mensen met het syndroom zelf. Wel kan ik praten uit mijn ervaringen van een familieleden. Ik kan vertellen over twee verschillende levenslopen. Een waarbij het op late leeftijd bekend werd en één waarbij het al jong is vastgesteld.

Wanneer Asperger pas op latere leeftijd wordt ontdekt is er het gehele leven vooraf al enige onduidelijkheid. De persoon voelt zich anders maar weet niet wat er aan de hand is. Zo kan het zijn dat het schooltraject moeizaam is verlopen en zo ook het werk. Zo kan het zijn dat de persoon een in tak terechtkomt die eigenlijk minder geschikt is. Een managers functie is een van de voorbeelden. Hier moet je veel met andere mensen samen werken en goed letten op tekenen die zowel non verbaal als tussen de regels door zichtbaar worden. Dit is voor iemand met Asperger erg lastig. Om een heel leven je ander voor te doen dan je bent is erg vermoeiend. Je leeft het hele leven eigenlijk met een “masker”. Je gedraagt zoals maatschappelijk gewenst is en bent (bij gebrek aan een betere omschrijving) “niet trouw” aan je eigen identiteit. Wanneer er dan eindelijk een diagnose wordt gesteld vallen er veel dingen op zijn plaats. Ineens zijn alle irritatie punten te begrijpen. Maar dan ben je er nog niet, dan moet de persoon met Asperger en de omgeving hier nog mee leren leven. Maar omdat het nu open en duidelijk is (bij de mensen van wie het voor belang is om te weten) kan je bijvoorbeeld duidelijk zeggen, nu snap ik je niet. Of gewoon letterlijk vragen, is dit een grap? Ook zal de omgeving moeten leren om duidelijk te zijn en vooral ook direct en eerlijk. Bijvoorbeeld om te vertellen dat een boodschap is overgekomen. Zeg dan: ik heb gehoord wat je vertelde en begrijp je standpunt. Ik zal dit in overweging nemen bij mijn besluit. Ga er hier daarna dan ook niet meer op in. Vaak is het zo dat hoe vaker je iets verteld hoe onduidelijker het wordt. Juist omdat je het in andere woorden probeert te vertellen.

Bij kinderen met Asperger zal het leven ook niet direct gemakkelijk gaan. Het is verstandig om een kind naar een school te laten gaan waarbij de ervaringen hebben. Hiermee wil ik niet zeggen dat het kind direct naar een speciale school moet maar dat de stoornis bekend is en dat alle medewerkers die te maken hebben met het kind weten wat het is en hoe hiermee om te gaan. Ook zal er binnen het huishouden duidelijkheid en structuur aanwezig moeten zijn. Maar wanneer je weet dat er Asperger is kun je een heel eind komen.

Asperger en werken.

Wanneer een kind nog jong is heb je wel enkele voordelen. Je kan bijvoorbeeld gericht kiezen voor een beroepstak. Zoals verteld hierboven zijn niet alle beroepen even handig voor mensen met Asperger. Zo kan er gekozen worden voor een beroep dat erg individueel is. Dit wil niet zeggen dat mensen met Asperger niet met bijvoorbeeld kinderen kunnen werken. Het probleem ligt da niet bij de kinderen waar mee ze werken. Die zijn juist heel open, direct en eerlijk. Het probleem kan ontstaan bij de collega’s, de vergaderingen en al het anderen wat erbij komt kijken. Wat eventueel een optie is zal een baan zijn in de ict, vrachtwagenchauffeur of dergelijke. Natuurlijk moet je altijd kijken waar de interesses liggen en hierbij een baan zoeken.

Slotwoord.

Wat ik als laatste nog wil zeggen is dat ieder persoon verschillend is. Zo ook ieder persoon met Asperger. Het kan dus zijn dat iemand met Asperger niet alle kenmerken heeft. Dit vind ik erg belangrijk om nog eens goed te onderstrepen. Wanneer men namelijk denkt dat alle mensen hetzelfde zijn kunnen er grote misverstanden ontstaan. Praat dus met de persoon in uw omgeving en vraag direct wat er gedaan kan worden om te zorgen voor een goed verloop. Maar vraag vooraf ook of de persoon het hier wel over wil hebben. Anders kunnen er erg ongemakkelijke situaties ontstaan. Daarnaast wil ik ook nog vertellen dat Asperger ook zeker zijn voordelen kan hebben. Wanneer er een misstand is ontstaan bij bijvoorbeeld een verkeerd afgenomen examen kan een persoon met Asperger, als er genoeg tijd is, goed alle papieren doornemen en heel precies analyseren wat er aan de hand is en welke opties er zijn. Het zijn de details, meer hoef ik denk ik niet te zeggen.