Steeds meer kinderen krijgen overgewicht. Het aantal kinderen die een grote kans hebben op overgewicht, blijft ook groeien. Deze groeitoename is zorgwekkend.
Wat is overgewicht?
Overgewicht houdt in, dat iemand lijdt aan overtollig vet, waardoor de gezondheid negatief wordt beïnvloedt. Aan de hand van de BMI kan je zien of iemand lijdt aan overgewicht. Met de BMI wordt bepaald of iemand een gezond gewicht heeft of niet.
Het BMI bij volwassenen bereken je op de volgende manier:
Gewicht (kg) / Lengte² (m).
Als de BMI tussen de 25-30 ligt, is er sprake van overgewicht. Als de BMI boven de 30 ligt wordt er gesproken van obesitas (Voedingscentrum, 2008).
In het eerste levensjaar neemt het BMI eerst toe en dan weer af, vervolgens tussen het 5de en 6de jaar neemt het BMI weer toe. Als de BMI op jonge leeftijd toeneemt, neemt de kans toe dat het kind overgewicht ontwikkeld. Dit heet ‘adiposity rebound’.
Om het BMI van kinderen te berekenen doe je ook:
Gewicht (kg) / Lengte² (m).
Maar omdat kinderen in de groei zijn, hoort hier een ander BMI bij wil een kind overgewicht hebben. Als een kind een leeftijd heeft tussen de 12 en 16 jaar, heeft een kind bij het volgende BMI overgewicht:
Bij jongens: 15,47-23,90
Bij meisjes: 15,83- 24,37
Heeft een kind een hoger BMI (voor jongens 23,90 en voor meisjes 24,37), dan is er sprake van zware overgewicht/obesitas (Voedingscentrum, 2008).
In dit geval, belemmert overgewicht een kind dagelijks in zijn leven. Dit kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn, maar meestal is er bij een kind sprake van beide.
Incidentie en prevalentie cijfers.
Incidentie:
Bij incidentie gaat het om het aantal nieuwe ziekte gevallen in een bepaalde periode.
Bij overgewicht is het zo, dat binnen de afgelopen 25 jaar, het aantal kinderen met overgewicht maar liefst met 50% is gestegen (Eetonderzoek, 2010). Dus elk jaar steeg het aantal nieuwe gevallen met 2%, dit is zeer schokkend. De verwachting is dat het aantal kinderen alleen maar zal stijgen, mits er iets aangedaan wordt.
Prevalentie:
Prevalentie betekent het totaal aantal gevallen in een bepaalde periode dat aan een ziekte lijdt. Bij overgewicht is het zo dat 13% van de kinderen lijdt aan overgewicht, dit is 1 op de 8 kinderen (Eetonderzoek, 2010). Dit is schrikbarend veel. Als er niet snel iets aangedaan wordt, zal dit aantal alleen maar toenemen.
Risicofactoren en gevolgen.
Het gedrag en de omgeving van een kind is bepalend voor de oorzaken (risicofactoren) en gevolgen van overgewicht,
Risicofactoren zijn factoren die bepalen in hoeverre een kind risico loopt om overgewicht te ontwikkelen. Een aantal voorbeelden van risicofactoren zijn:
1. De gezinsgewoonten.
Het maakt veel uit wat voor culturele en religieuze achtergrond een kind heeft.
Ook de relatie en communicatie tussen ouders en kind speelt een grote rol. Men moet dan denken aan wat ouders hun kinderen voorschotelen en in hoeverre ouders hun kind aanmoedigen, bekritiseren, steunen en ze stimuleren om te bewegen (Voedingscentrum, 2009).
2. Het gewicht van de ouders.
Heel vaak ziet men dat ouders met overgewicht, vaak ook kinderen hebben met overgewicht. Men weet nog niet of dit genetisch bepaald is of te wijten is aan de levensstijl van de ouders. Bij deze factor is de leeftijd van het kind bepalend voor wat de invloed is van het overgewicht van de ouders. Bij kinderen van 1-3 jaar, is de kans op overgewicht op latere leeftijd het grootst (Voedingscentrum, 2009).
Het is dus duidelijk dat de omgeving een hele grote rol speelt. De omgeving thuis is al genoemd, maar de omgeving daarbuiten speelt ook een grote rol als kind opgroeit. Denk maar aan de invloed van vrienden, een overvloed aan fastfood op straat etc. Omgeving bepaalt, bewust of onbewust, ons gedrag. Dus ook ons eetgedrag.
De gevolgen van overgewicht kunnen heel ernstig zijn.
De gevolgen van overgewicht kunnen zich afspelen in de volgende gebieden:
– Lichamelijk gebied
– Psychisch gebied
– Sociaal gebied
Op lichamelijk gebied kan het o.a. diabetes, hart- en vaatziekten en zelfs kanker veroorzaken. Het kan zo zijn, dat een kind geen conditie meer heeft en moeilijk kan ademhalen (bijv. na een inspanning zoals de trap oplopen). Dit is niet normaal op zo’n vroege leeftijd.
Op psychisch gebied kan een kind een minderwaardigheidscomplex opbouwen. Het is vaak zo dat een kind met overgewicht vaak wordt gepest en nagekeken, dit kan veel pijn veroorzaken. Het kind krijgt een negatief zelfbeeld en dit kan leiden tot zware depressies. De gevolgen die zich hier op psychisch gebied afspelen, kunnen invloed hebben op sociaal gebied. Kinderen met overgewicht willen niet meer omgaan met kinderen zonder overgewicht, omdat ze dat niet durven. Zij schamen zich dan teveel voor hun lichaam (Diëtenlijst, 2010).
Sterftecijfer van overgewicht.
Volgens de GGD (2010), is het sterftecijfer van mensen die lijden aan overgewicht c.q. obesitas is niet te vinden en ook niet te bepalen.
Overgewicht is namelijk geen directe doodsoorzaak, maar een risicofactor die de kans op allerlei ziektes (o.a. diabetes en hart- en vaatziekten) verhoogd.
Ondanks dit, zijn er wel cijfers bij het CBS bekend over het aantal mensen die lijden aan overgewicht, dit is te zien in de onderstaande tabellen:
Nederland 2009 |
Jongens & Meisjes (in %) |
Jongens (in %) |
Meisjes (in %) |
Overgewicht |
13,0% |
12,6% |
13,4% |
Extreem Overgewicht |
2,1% |
1,6% |
2,6% |
Tabel 1 Onderzoek CBS 2-20 Jaar (2010) [Overgewicht/Extreem Overgewicht]