Metabolisch voordeel
Het succes van het koolhydraatarm dieet ligt in het metabolisch voordeel. Eenvoudig gezegd komt dit er op neer dat het lichaam meer energie nodig heeft om vet te verbranden dan voor de verbranding van suikers. Uw lichaam zal, als u het Koolhydraatarm dieet volgt (waarin vetten en eiwitten de plaats innemen van koolhydraten) dus meer energie verbruiken. U consumeert dan meer calorieën… en toch verliest u gewicht!
Door de juiste producten te eten, wordt het lichaam in staat gesteld om harder te werken. Daarbij wordt uitgegaan van onbewerkte, natuurlijke voedingsmiddelen. Die zijn voedzaam én u mag er meer van eten.
Hoeveel kunt u eten…?
Een logische vraag die opkomt is, welk onderscheid ontstaat als we koolhydraten vervangen door vetten en eiwitten? Is dat niet slecht? We nemen dan immers toch veel te veel calorieën op? Iedereen weet namelijk dat 1 gram vet of 1 gram eiwit meer calorieën bevat dan 1 gram koolhydraten. Dit klopt helemaal! Maar… we kunnen deze vergelijking tussen koolhydraten enerzijds en vetten en eiwitten anderzijds niet maken.
Probeert u namelijk maar eens 50 gram vet of eiwit te verorberen. Dat zal de meesten van ons absoluut niet lukken terwijl we met 50 gram koolhydraten totaal geen moeite hebben. Dit komt omdat vetten en eiwitten veel vlugger een verzadigd gevoel geven. Het is gewoon onmogelijk om van deze producten net zoveel te eten als van koolhydraten.
In het koolhydraatarm dieet krijgt u inderdaad iets meer calorieën binnen dan in een vetarm dieet. Maar u zult, door het metabolisch voordeel, ook meer calorieën verbruiken. Zelfs zonder extra lichaamsbeweging: simpelweg door de juiste producten te kiezen.
Geen honger!
Omdat vetten en eiwitten het lichaam vlug verzadigen en ook nog eens langzaam afgebroken worden, ontstaat minder snel een nieuw hongergevoel. Dat is een normale zaak: het lichaam is nog volop bezig met het verwerken van de maaltijd.
Even wat theorie
Het metabolisch voordeel werkt! Het is ook een natuurlijk, lichaamseigen proces. Om de werking ervan goed te kunnen begrijpen, laten we hier wat extra theoretische informatie over het metabolisme de revue passeren. Grofweg is metabolisme de term die aangeeft hoe het lichaam reageert op bepaalde voedingsstoffen.
In normale omstandigheden zal het metabolisme goed functioneren. Als er bijvoorbeeld koolhydraten het lichaam binnenkomen, dan wordt een bepaalde hoeveelheid insuline geproduceerd die net voldoende is om de tot glucose omgezette koolhydraten naar de cellen te transporteren. Er doen zich geen problemen voor: alle geproduceerde insuline wordt netjes gebruikt waarvoor het dient.
Verstoord metabolisme
Problemen ontstaan als het metabolisme verstoord is. Dan zal namelijk dezelfde hoeveelheid voedsel zorgen voor een overproductie van insuline. Er is slechts een deel daarvan nodig om glucose naar de cellen te transporteren. Het overschot wordt opgeslagen als lichaamsvet!
Maar hoe kan het dat het metabolisme bij sommige mensen opeens verstoord is? Heel vaak ligt de oorzaak hiervan in het eten van bepaalde voedingsstoffen, suiker en witte bloem. En dan niet alleen pure suiker maar ook dextrose, lactose, fructose, honing, maïssiroop en andere siropen.
Het koolhydraatarm dieet herstelt het metabolisme en zorgt voor een gecontroleerde insulineproductie. Om dat te laten lukken, gaan we vooral minder koolhydraten (suikers) eten.
