blog placeholder

Samenstelling van voedingsmiddelen en de rol van koolhydraten. Een koolhydraatarm dieet stelt de rol van koolhydraten centraal. Een koolhydraatarm dieet is echter veel méér dan alleen maar een dieet. Het is een manier van leven. Daarbij staat in eerste instantie een omschakeling binnen ons voedingspatroon centraal.

Uw lichaam

Het lichaam bestaat uit cellen die energie nodig hebben om te kunnen functioneren. Die energie kan worden ‘opgewekt’ uit vetten, eiwitten of glucose. Vetten en eiwitten komen als zodanig in al onze voeding voor. Het lichaam kan die stoffen dan ook rechtstreeks opnemen. Glucose vormt geen direct bestanddeel van onze voeding. Het wordt later gevormd doordat het lichaam koolhydraten ‘verwerkt’ tot glucose. In tegenstelling tot vetten en eiwitten kan glucose ook niet rechtstreeks worden opgenomen. Om glucose naar de cellen te vervoeren, is weer een andere stof nodig: de al eerder besproken insuline.

Samenstelling van voedingsmiddelen

Het lichaam haalt energie uit het voedsel dat we eten. Daarbij onderscheiden we drie grote groepen voedingsstoffen: koolhydraten, vetten en eiwitten.  

Vetten

Er bestaan onverzadigde vetten (uit plantaardig voedsel) en verzadigde vetten (uit dierlijk voedsel). Vetten worden door het lichaam verbrand zonder dat er insulineaanmaak voor nodig is. Ze kunnen dus onmiddellijk door het lichaam worden opgenomen.

Eiwitten

Deze groep voedingsmiddelen is belangrijk voor de weefselopbouw en de groei (of het herstel) van het lichaam. Ze komen voornamelijk voor in vlees, melkproducten, eieren en noten. Net als vetten, worden eiwitten rechtstreeks door het lichaam opgenomen. De productie van insuline wordt daardoor dus niet ontregeld.

Koolhydraten

In enorm veel voedingsmiddelen komen koolhydraten voor. Onder meer in brood, pasta, aardappelen en rijst. Het zijn in feite aaneenschakelingen van suikers, die bijna onmiddellijk worden omgezet in glucose en zorgen voor een (over)productie van insuline. Er moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen ‘goede’ en ‘slechte’ koolhydraten. Goede koolhydraten vinden we terug in bijvoorbeeld groenten, noten en zaden. De slechte zijn vooral de suikers en witte bloem.

De meeste producten die we eten bevatten bouwstoffen uit alle drie de groepen. Brood bevat bijvoorbeeld veel koolhydraten, maar ook eiwitten en zelfs een beetje vet. Als we naar koekjes, gebak en andere bewerkte producten kijken, dan zien we dat deze – naast eiwitten en veel vet – ook enorm veel slechte koolhydraten bevatten.

Suikerspiegel

Niet alle voeding die we eten wordt door het lichaam hetzelfde behandeld. Pure suiker wordt bijvoorbeeld heel snel omgezet in glucose. Die glucosestijging kennen we beter als de stijging van de suikerspiegel. Dit gaat als volgt in z’n werk: de suiker die we eten wordt snel omgezet in glucose (de suikerspiegel stijgt). Om de glucose naar de cellen te transporteren, wordt een grote hoeveelheid insuline aangemaakt. Die zorgt ervoor dat de glucose in korte tijd uit het bloed verdwijnt (de suikerspiegel daalt). Door het dalen van de suikerspiegel gaan we ons flauw voelen en krijgen we honger, wat zich vaak uit in het ‘plunderen’ van de kast met producten die onze suikerspiegel – al is het maar voor een tijdje – doen stijgen.

Maar er is iets nog veel erger…!

Dit ongecontroleerde eetgedrag ontregelt de evenwichtige werking van het lichaam. Er ontstaat een overproductie van insuline en die wordt rechtstreeks opgeslagen als lichaamsvet. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, zorgt dus niet de vetconsumptie voor aangroei van lichaamsvet maar juist de overproductie van insuline. De beste manier om die overproductie onder controle te houden, is het eten van producten die ofwel geleidelijk worden omgezet naar glucose, ofwel helemáál niet omgezet worden. Er wordt dan slechts langzaam (of zelfs helemaal geen) insuline afgescheiden. Bovendien wordt er maar net zoveel geproduceerd als nodig is om de glucose te transporteren.

Een constante suikerspiegel is een belangrijke factor in de strijd tegen de weegschaal. Het zal dus zaak zijn om slechts die producten te eten, die maar een beperkte invloed hebben op de suikerspiegel. Dat is het beste voor het menselijk lichaam.

Een koolhydraatarm dieet en de koolhydraten

Uitgangspunt van een koolhydraatarm dieet is om zoveel mogelijk verse, onbewerkte producten te eten. Zo sluit u uit dat u toch de ‘verborgen’ stoffen binnenkrijgt die u eigenlijk beter niet kunt eten. Met verborgen stoffen bedoelen we ingrediënten (zoals suikers) die deel uitmaken van kant-en-klare producten.

Kijkt u bijvoorbeeld op het etiket van een potje magere yoghurt met fruit, dan ziet u dat er ongeveer 10% suiker in zit. Ofwel: 10% puur vergif voor het lichaam.

Neemt u als basisprincipe, dat u zoveel mogelijk onbewerkte, natuurlijke producten eet, zonder de ‘slechte’ koolhydraten zoals suikers en witte bloem die door fabrikanten aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Op die manier wordt uw suikerspiegel niet verstoord en ontstaat er geen overproductie van insuline.