HIV is een virus, en staat voor Human Immunodeficiency Virus wat dan weer in het Nederlands menselijk immuundeficiëntievirus betekend.
o Humaan: Het virus kan alleen mensen infecteren.
o Immunodeficiëntie: Het virus tast het afweersysteem van het lichaam aan.
o Virus: het is een virus.
Het virus HIV is verantwoordelijk voor de ziekte Aids.
HIV veroorzaakt Aids doordat het een bepaalde soort speciale witte bloedcellen (genaamd lymfocyten) aanvalt en vernietigt, die normaal gesproken het immuunsysteem regelen in geval van een infectie. Hierdoor is het virus niet alleen in staat zichzelf te vermenigvuldigen, maar schakelt het ook het systeem uit dat het lichaam beschermt tegen niet alleen dit virus, maar ook alle anderen.
Wat is HIV.
Het HIV virus is een virus wat als gastheercel een T-cel gebruikt. Dit is een belangrijke cel voor het afweersysteem. Het gebruikt deze cel voor het produceren van kopieën van zichzelf. Enige tijd na besmetting zal de T-cel sterven of opgegeten worden door het afweersysteem. Op deze manier zullen alle T-cellen afsterven en het afweersysteem zeer ernstig worden aangetast. Het afweersysteem kan de besmette T-cellen opeten als ze deze herkent. Het HIV virus muteert echter zeer snel waardoor nooit alle besmette T-cellen door het afweersysteem kunnen worden opgegeten.
Er zijn twee soorten HIV, HIV1 en HIV2. HIV1 komt over heel de wereld voor, HIV2 komt vooral in West-Afrikaanse landen voor. Als je besmet bent met HIV heet dat seropositief.
Het HIV virus behoort tot de RNA virussen en wel tot het type van de retrovirussen. Dit type virussen wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van het enzym (eiwit reverse transcriptase. Het virusdeeltje bestaat uit een bolletje met een diameter van ongeveer 0,0001 mm doorsnede. Het virusdeeltje is opgebouwd uit integrase, protease, RNAse-H (hoort bij reverse transcriptase), RNA en daarmee geassocieerd reverse transcriptase, omsloten door een eiwitmantel bestaande uit kerneiwitten met molecuulmassa’s van 24 en 18 kiloDalton (gesymboliseerd met de codes p24 en p18). Het geheel wordt omsloten door een lipide membraan afkomstig van de geïnfecteerde cel met daarin ingebed twee virale glycoproteïnen van respectievelijk 41 en 120 kiloDalton (gp41 en gp120).
Symptomen.
De incubatietijd voor het HIV virus bedraagt 2 tot 3 weken. Er kunnen zich dan griepachtige verschijnselen voordoen. Hierbij kun je huiduitslag krijgen die aan syfilis doet denken. Vaak besteden mensen hier geen aandacht aan omdat ze denken dat het om een griepje gaat. Het kan daarna jaren duren voor je er verder iets van merkt.
Na verloop van tijd kunnen zich de volgende verschijnselen voordoen:
o Onverklaarbare moeheid en je zwak voelen.
o Hoge koorts, die meer dan drie dagen duurt
o Nachtzweten.
o Vaak diarree hebben zonder duidelijke oorzaak.
o Gewichtsverlies terwijl je normaal eet.
o Weken achter elkaar vocht ophoesten.
o Gezwollen lymfeklieren.
o Witte uitslag in je mond, witte afscheiding uit de vagina of anus.
o Bij vrouwen een toename van vaginale infecties.
De enige manier om te weten of je besmet bent met HIV is een bloedtest te laten doen. Voor een test kun je de GGD bellen om te informeren waar je in jouw buurt hiervoor terecht kunt. De meeste grote ziekenhuizen hebben een polikliniek waar het gratis en anoniem kan.
Voor een test nemen ze bloed af. Dat onderzoeken ze op antistoffen (afweerstoffen) tegen HIV. Als die aanwezig lijken, doen ze vervolgonderzoek om zekerheid te hebben.
Een test is pas betrouwbaar als hij 3 maanden na de infectie wordt uitgevoerd, omdat het zo lang kan duren voor de antistoffen zich hebben gevormd. Je kunt na onveilig seksueel contact dus niet direct naar de kliniek hollen.
Medicatie.
Tot nu toe is een HIV-besmetting nog niet te genezen. Er bestaat echter wel medicatie die de deling van het hiv-virus remt, en daardoor het ontstaan van ziekteverschijnselen en aids meestal voor langere tijd tegengaat.
Echter, om Aids te genezen moeten niet alleen de opportunistische infecties (infecties die alleen kan optreden bij mensen met een verminderde afweer, wanneer deze persoon ziek of verzwakt is bijvoorbeeld.) maar ook het HIV-virus moet gestopt en vernietigd worden. De opportunistische infecties kunnen in veel van de gevallen (makkelijk) worden bestreden. Het HIV-virus moet bestreden worden, omdat deze Aids veroorzaakt door het immuunsysteem aan te tasten. Als het HIV volledig zou kunnen worden vernietigd, zou het afweersysteem weer goed gaan werken. Helaas is HIV heel moeilijk te bestrijden omdat het zeer snel muteert.
HIV-remmers.
AIDS is een ongeneselijke ziekte. Dit betekend niet dat AIDS niet te behandelen is. AIDS wordt behandeld met HIV-remmers. Deze medicijnen (inhibitors) zijn stoffen die bepaalde processen, afspelend in de levenscyclus van het HIV-virus remmen.Zo kan het HIV virus geen kopieën maken. De vermenigvuldiging van het HIV-virus neemt af waardoor de concentratie in het lichaam daalt. Hierdoor werkt het immuunsysteem beter, waardoor de kans op AIDS vele malen kleiner wordt voor de patient. Door de remmende medicijnen kunnen mensen dus veel langer leven zonder lichamelijke klachten. Wat helemaal niet belangrijk is, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, is dat je vroeg bij een HIV-besmetting bent. De remmende middelen worden over het algemeen ook pas gebruikt vanaf het moment dat de hoeveelheid cd4 cellen van een besmet persoon enige tijd tussen de 200 en 300 hebben gelegen. Natuurlijk is het wel belangrijk dat het vroeg ondekt wordt, zodat de desbetreffende persoon goed rekening kan houden met het besmetten van andere mensen. Bij twijfel van besmetting is het dus altijd verstandig een HIV test te laten doen.
Bacteriën, of in elk geval de meeste bacteriën, kunnen worden bestreden door middel van antibiotica. Helaas is dit niet het geval voor het bestrijden van virussen. De oorzaak is dat een virus leeft in een gastheercel, wat het heel moeilijk maakt een medicijn te ontwikkelen dat wel de besmette cellen treft, maar de gezonde cellen met rust laat. Het lichaam zelf is echter de beste bestrijder van besmette cellen, maar door dat HIV juist in de afweercellen nestelt, is het lichaam hier niet snel genoeg toe instaat. Het lichaam breekt weldegelijk het HIV-virus af, maar het virus deelt zich te snel. Naast de eigenschap om snel te delen van HIV, muteert het virus ook zeer snel en vaak. Doordat het virus zich steeds anders voordoet, is het moeilijk een medicijn te ontwikkelen. Steeds als er na lange tijd een medicijn voor één variant van het HIV-virus, zijn er al weer vele nieuwe.
Voorkomen.
HIV wordt verspreid via lichaamsvloeistoffen zoals bloed, vaginaal vocht, voorvocht, sperma en moedermelk. Om besmetting met HIV te voorkomen is het nodig om direct contact met het virus en dus de lichaamsvloeistoffen te voorkomen. Dit houdt voor bijvoorbeeld drugsverslaafden in dat ze schone naalden moeten gebruiken. Het vermijden van bloedcontact is heel belangrijk, mensen die besmet zijn met HIV moeten dus oppassen als ze open wondjes hebben, want als ze daarmee iemand aanraken op een plaats waar deze ook een wondje hebben is het risico op besmetting heel groot.
HIV is een SOA. Het virus is dus seksueel overdraagbaar. De enige manier om een HIV besmetting te voorkomen is door veilig te vrijen. Hieronder wordt in het algemeen verstaan het vrijen met condoom. Dit geld ook voor anale penetratie. Ook besmetting via orale seks is mogelijk. Om dit veilig te doen, is een condoom of beflapje vereist.
Wat is AIDS.
Aids is een ziekte dat wordt veroorzaakt door het virus HIV. Aan het eind van de jaren ’70, begin jaren ’80 kwam er een tot dan onbekende ziekte aan het licht in Amerika en iets later in Europa. Kenmerkend aan deze ziekte was dat het weerstandssysteem van de getroffen personen aangetast werd, dat negen van de tien patiënten homoseksueel waren en 98% man. Er werd in eerste instantie gesproken over GRID (Gay-Related Immuno Deficiency). In 1982 werd bekend dat ook gebruikers van verdovende middelen bloedziekte hemofilie de ziekte konden krijgen. Mensen met die bloedziekte kregen AIDS door besmet bloed. De ziekte kreeg de volgende naam: Acquired Immuno-Deficiency Syndrome (verworven immunodeficiëntiesyndroom).
Medici kwamen er achter dat de ziekte te maken had met het afweersysteem. Dit kwam doordat een belangrijke groep bloedcellen die onze weerstand regelt, de CD4+ T-cellen, afnam bij mensen met AIDS. Hierdoor krijgen mensen met AIDS opportunistische infecties; ziektes die mensen met een normaal functionerend afweersysteem niet zullen krijgen, maar mensen met een verzwakte weerstand dus wel. Dat was bijvoorbeeld het geval met longontstekingen door het organisme Pneumocystis jiroveci, die bij deze mensen vaak voorkwam. Gezonde mensen lijden nooit aan een infectie met dit organisme Ook bleek dan mensen besmet het AIDS eerder stierven aan infecties terwijl gezonde mensen het wel overleefden.
De Nederlandse onderzoeker Jaap Goudsmit schreef dat het aidsveroorzakende virus, HIV, al tientallen jaren eerder dan gedacht voorkwam in Europa. Het virus zou verantwoordelijk zijn geweest voor enkele epidemieën van de eerder genoemde Pneumocystis-longontsteking. De eerste epidemie was in de Poolse stad Danzig (GdaĆsk) in 1939. Het virus was waarschijnlijk meegekomen met Duitse soldaten vanuit Kameroen. De tweede epidemie vond plaats in Nederland tussen 1955 en 1958 in de Kweekschool voor Vroedvrouwen in Heerlen. Er zijn in oude bewaarde weefselmonsters van patiënten die toen aan onverklaarbare ziekten waren gestorven, aidsvirussen teruggevonden.
Het AIDSvirus is oorspronkelijk afkomstig van apen. Volgens Goudsmit is het virus bij mensen terecht gekomen door de jacht op en de handel in apen, het kappen van het Afrikaanse regenwoud en de kolonisatie van Afrika. Het HIV virus stapte dus van de aapgastheer, naar de mens en evolueerde verder.
Samenzweringstheorie.
Volgens sommige auteurs is AIDS gemaakt door de mens. Een van die auteurs is Alan Cantwell. Hij zegt onder andere dat de eerste gevallen van AIDS in Amerika zich tegelijk voordeden met een project waarin homoseksuelen in New York meededen aan de hepatitus-B experiment. Dit gebeurde in het New York Blood Centre. Ze kregen meerdere doses van een experimenteel vaccin, in 1978 en 1979, dat was ontwikkeld in chimpansees.
Hij wijst ook op de toename van genetische manipulatie van virussen, onder andere in kankeronderzoek in het begin van de jaren ’70. De opkomst van deze genetische manipulatie leidde volgens Cantwell tot allerlei nieuwe virussen en ziektes. Hij suggereert dat HIV misschien een virus is ontwikkeld voor biologische oorlogsvoering. Verder ziet Cantwell een verband tussen de AIDS-epidemie in Afrika en allerlei grootschalige vaccinatieprogramma’s van de Wereldgezondheids-organisatie (World Health Organization, WHO).
Symptomen.
AIDS leidt tot een algemene immunodeficiëntie. Dit wil zeggen dat de afweer tegen bedreigingen voor het lichaam wordt afgebroken. We spreken van het AIDS-stadium als er per µl bloed nog slechts 200 T-bloedcellen of minder worden aangetroffen.
Deze lage afweer leidt tot een grotere gevoeligheid voor infecties. Een AIDSpatiënt wordt sneller ziek en kan aan meer ziekten tegelijk gaan lijden. Dit noemen we het AIDS related complex.
De volgende symptomen kunnen optreden als ziekten én symptomen:
o longziekten
o kanker
o herpes
o schimmelinfecties
o chronische diarree