Tijden van feesten, omringd door onze beliefde naasten, brengen vaak onmiskenbaar de uitgerekende omstandigheden voor emotionele uitspattingen. De vertrouwde setting geeft immers de uistekende cocktail voor het onthullen van lang verborgen emoties.
Met een steeds meer materialistisch getinte samenleving, en een economie die naar de afgrond neigt, leggen velen de lat steeds hoger. Dit zorgt voor een extra kwetsbaarheid voor stress-aanvallen door tegenslagen die zelfs met een degelijk stress-regulatie-stysteem niet altijd even efficiënt kunnen aangepakt worden. Bovendien is het opbergen van gevoelens in bepaalde situaties en doorgaans bij mannen één van de gehanteerde normen in de westerse samenleving. Dan is het de dichtste familie- of kennissenkring waar de gevoelens wel het daglicht raken.
Eerst en vooral is materialisme iets wat het leven aan natuurlijke aspecten doet verliezen. Niemand wordt immers geboren met het oog op zich vol te laden met alle verrijkende techniciteiten dat we vandaag in het marktaanbod terugvinden. Als we bovendien naar de natuur terugblikken, dan zien we dat iedere soort zijn plek zoekt in de habitat met het oog op de voortplanting, en dat die plek vooral veiligheid en geborgenheid moet bieden die het voorbestaan van nakomelingen moet garanderen. Wanneer de lat echter te hoog ligt, verliezen we datgene uit het oog waar we het eigenlijk allemaal voor doen (je zou kunnen zeggen dat we in die zin over-geëvolueerd zijn). Dit zorgt ervoor dat we naast onze eigen waarden en normen gaan leven, die we immers van onze (voor)ouders meekregen. We leven dan niet meer naar dat zo gekoesterde nest, maar voor zaken die vaak gepaard gaan met status. Dit zorgt voor een innerlijk conflict dat in het slechtste geval uitmondt in depressie. In termen van psychologie heet het gevoel dat we ervaren discrepantie. Zonder naamkaart is dit gevoel moeilijk of niet te herkennen. We worden dan ook meteen aan de denktank gezet om tot datgene te komen dat ons gevoel veroorzaakte en een weg te vinden naar een oplossing en vooral een beter gevoel. Deze ervaring geeft ons inzichten en dwingen ons om ons gedrag aan te passen zodat we ons nadien terug beter voelen.
Wetende dat dit ons mogelijk vooruit helpt en we ons gevoel uiten bij de mensen bij wie we ons veilig voelen, zouden we dit hele gebeuren in een positief daglicht kunnen plaatsen, ware het niet dat we vaak enkel getuige zijn van boze camouflage-emoties die de ware essentie (waar het eigenlijk om gaat) verhullen. Daarbij komt dat er meestal eerst oude emoties moeten opgerakeld worden die nooit verwerkt werden (die kunnen teruggaan tot in de kindertijd), om tot de basis van de nieuwe emoties te komen en deze te kunnen verwerken. Alcohol is daarenboven dikwijls de onstekende factor voor uitspattingen tijdens de feestdagen. Deze gevoelens-versterkende stof beperkt tegelijk het vermogen om het bijhorende gedrag in te perken, waardoor de situatie uit de hand loopt.
Het enige wat de toeschouwer dan rest is een keihard relativeringsvermogen – indien we in lijn met een andere norm ‘de medemens behandelen zoals we zelf willen behandeld worden’, alsnog de nodige steun willen bieden.