De in's en out's voor moeders met een stotterend kindje
Help, mijn kleintje stottert
,,Het gebeurde allemaal op een prachtige zomerdag. Ik was bezig met de eerste verjaardagstaart voor mijn kleine mannetje, want morgen werd hij één jaar. Hij werd één jaar en had nog helemaal nooit een verstaanbaar woord uitgesproken. Ik had al veel eerder verhalen gelezen van moeders waarin ze vertelde dat hun kindje al praatte toen hij of zij negen maanden was. Ik maakte me nog geen zorgen. De een is altijd iets eerder dan ander, dacht ik altijd maar. ‘’
De volgende morgen haalde ik Tom, zo heet onze zoon, uit zijn bedje. Hij was nu één jaar. Een geweldig moment. ’s Middags kwamen mijn ouders om Tom te feliciteren. Dagen lang had ik met hem geoefend dat hij ‘alsjeblieft’ zou zeggen als hij iets kreeg. Dit was het moment van de waarheid. Ma gaf hem zijn cadeau en ik zei: Tom, wat zeg je dan? Tom zei vervolgens: ,,Al-al-al-al-sje-blie-blieft. Ik schrok me rot. Ik was zo bezig geweest met Tom leren praten dat ik helemaal geen rekening had gehouden met spraakgebreken die hij zou kunnen hebben.
Wat Marlous, de moeder van Tom, die dag is overkomen, overkomt één op de twintig ouders. Geen paniek. Als je kindje spreekt, heeft het 150 spieren nodig. Het is helemaal niet raar dat in het eerste jaar dat het praat, één of meer spieren een keer niet mee werken. Maar wanneer het kindje begint met peuteren en drie jaar is, zou het volgens ‘het boekje’ een gesprek moeten kunnen voeren zonder te haperen. Dit natuurlijk nadat je je peuter actief hebt geholpen met de spraakontwikkeling. Is dat niet het geval dan zal het consultatiebureau je doorsturen naar de logopedist.
Stotteren of haperen is geen aangeboren aandoening, want het ontwikkelt zich vaak tussen het tweede en negende levensjaar pas echt. Tom deed dit vanaf zijn eerste woordje, maar dat wordt door deskundige nog geen stotteren genoemd, omdat hij nog geen echte zinnen uitspreekt. Dat het niet aangeboren is, betekent dat het te verhelpen is, echter gaat dat niet gemakkelijk.
Er zijn geen medicijnen tegen stotteren maar, de logopedist kan je vaak met veel oefeningen en trucjes een eind op weg helpen om het stotteren tegen te gaan. Zijn jullie ‘uit geprocedeerd’ bij de logopedist omdat deze ‘echt’ stotteren heeft vastgesteld, dan zijn er allerlei andere therapieën. Zowel op regulier vlak, als op niet-regulier vlak. Op regulier gebied zijn er stottertherapeuten die eerst een diagnostisch onderzoek uitvoeren. Zij hebben ook allemaal een HBO erkend diploma, waardoor hun methode veel lijkt op die van logopedist.
Bij niet-reguliere therapieën hebben de therapeuten niet altijd een opleiding en is hun achtergrond heel verschillend. Vaak zijn het mensen die zelf ooit gestotterd hebben, of dat nog steeds doen maar er een weg in hebben gevonden, en je zo kunnen helpen om het te accepteren. Niet-reguliere therapieën zijn vaak, in tegenstelling tot de reguliere therapieën in groepsverband. Hier kan jullie kind met soort- en leeftijdsgenoten praten over stotteren. Deze therapeuten vind je vaak via stichtingen en verenigingen. Beiden soorten worden bijna altijd vergoed door de zorgverzekeraar.
Onderzoekers zijn er nog niet uit hoe het komt dat kinderen beginnen met stotteren. Ze weten wel dat er bij stotteren sprake is van psychische en lichamelijke factoren. Psychische factoren zijn bijvoorbeeld karakter en de omgeving. Leeft jou kleintje in een drukke omgeving en krijg het geen kans om te spreken, kan het onzeker worden en zo stotteren ontwikkelingen. Lichamelijke factoren zijn bijvoorbeeld motoriek, aanleg en taal. Heeft je peuter bijvoorbeeld de aanleg, dan is bestaat de kans dat het gaat stotteren. Stotter jij of je partner dan is de kans 25% dat jullie zoon of dochter gaat stotteren.
Op psychisch gebied spelen onzekerheid en spanning een grote rol bij het veroorzaken van stotteren. Wanneer je kind in een openbare ruimte of bij vreemde niet makkelijk spreekt, kan het gaan stamelen. Dit is nog helemaal geen duidelijk teken van stotteren, omdat je kind gewoon verlegen is. Wel is het verstandig om op dat moment al naar de logopedist te gaan. Zij kunnen jou zoon of dochter op deze jonge leeftijd van het haperen en stamelen af helpen. Dit is ook wat Marlous gedaan heeft. De logopedist kon met haar 1-jarige zoontje al oefeningen doen om langdurig stotteren te voorkomen.
Stotteren gebeurt in drie vormen. Kinderen hebben last van verlenging, herhaling of blokkades, of alle drie. Bij verlenging herhaalt je kind een deel van het woord steeds. Dat klinkt ongeveer zo: Mag ik een koe-koe-koe-koekje. Bij herhaling gaat het alleen om de eerste letter van het woord: k-k-k-koekje. Heeft je kind last van blokkades dan loopt zijn of haar stem vast en kan het even niks meer uitspreken. De ene vorm van stotteren is niet erger of minder erg dan de ander, want vervelend zijn ze alle drie.
Tom is nu ruim 2 jaar en praat zoals alle kinderen doen op zijn leeftijd. Helemaal stottervrij. Marlous: ,,Ik denk dat het ligt aan het feit dat ik meteen aan de bel heb getrokken bij de logopedist. Tom ging er in het begin drie keer in week een uurtje heen. Nu hoeft hij nog maar een keer in week langs te komen voor een paar oefeningen. Hij stottert niet meer, maar om te voorkomen dat hij terug valt in zijn oude spreekritme houden we dit nog zeker een half jaar aan.’’