Eiwitten, oftewel proteïnen, zijn opgebouwd uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. De mens heeft eiwitten absoluut nodig, maar waarom en hoeveel heb je er dan van nodig?
Eiwitten heb je nodig voor de groei, herstel en instandhouding van de cellen in je lichaam en weefsels. Ook zijn eiwitten een bestanddeel van je bloed, enzymen en een aantal hormonen. Eiwitten worden de ‘bouwstenen’ van het lichaam genoemd.
Eiwitten leveren ook energie, namelijk 4 kcal (17kJ) per gram eiwit. Die energie wordt echter pas aangesproken door je lichaam als het niet genoeg uit koolhydraten of vetten heeft kunnen halen. (Lees ook de artikelen Koolhydraten en Vetten).
Er wordt aan volwassen geadviseert dagelijks 0,8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht te gebruiken. Jongvolwassenen en ouderen hebben meer nodig in verband met groei en juist de afbraak van het lichaam. Deze mensen hebben minstens 1 gram eiwit per kg lichaamsgewicht nodig. Ook vegetariërs, die vaak producten eten met een slechte eiwitkwaliteit, hebben een hogere eiwitbehoefte. De aanbeveling moet voor hen met 1,2 of 1,4 vermenigvuldigd worden. In Nederland is de eiwitinname hoog. U zult dus niet snel tekorten aan eiwit oplopen als u een normaal eetpatroon heeft. We gebruiken in Nederland namelijk veel eiwitrijke dierlijke producten. Denk hierbij aan melkproducten, kaas, vlees, vis, ei. Producten die plantaardig zijn en veel eiwit bevatten zijn: brood, graanproducten, peulvruchten, aardappelen, sojabonen en noten.
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Er zijn ongeveer 20 verschillende aminozuren. Hier kunnen echter veel meer eiwitten van gemaakt worden. Voedseleiwitten zijn opgebouwd volgens een voor ieder eiwit specifiek aminozurenpatroon. Er zijn essentiële, semi-essentiële en niet-essentiële aminozuren. Voor de mens zijn 9 aminozuren essentieel. Het lichaam kan deze zelf niet maken en moet ze dus met de voeding binnenkrijgen. Niet-essentiële aminozuren kan je lichaam zelf maken, maar bij bepaalde ziektebeelden kan de productie hiervan tekort schieten. Semi-essentiële aminozuren kunnen uit bepaalde andere essentiële aminozuren worden gevormd als deze voldoende aanwezig zijn. Eiwitten die door het lichaam gemaakt worden heten endogene eiwitten. De endogene opname is ongeveer 80 gram per dag. Eiwitten die met de voeding opgenomen worden heten exogene eiwitten. De exogene opname bedraagt 80-100 gram per dag. Met de feces gaat per dag ongeveer 10 gram eiwit verloren.