Mensen standaard donor laten worden.
Tegenwoordig wordt er vaak gediscussieerd over het wel of niet worden van een donor. Vaak wordt er over gedebatteerd met hevige discussies als gevolg. De voors en tegens worden uitgebreid besproken en zijn vooral op de ethiek gebaseerd. Daarmee bedoel ik mee dat vooral de standpunten zoals: “Iedereen is baas over zijn eigen lichaam” en “Iedereen heeft recht om te blijven leven” vaak naar voren worden gebracht. Deze standpunten worden door elke partij die voor of tegen is steeds weer gebruikt.
Waar mensen niet naar kijken en dus ook niet als standpunt gebruiken, is of het juridisch wel haalbaar is om mensen standaard donor te laten worden en alleen als ze een formulier invullen dat men dit ongedaan kan maken.
In dit artikel zal ik dieper ingaan op de vraag of het juridisch wel haalbaar is om de regel in te stellen. Daarbij kijk ik naar een van de belangrijkste wetten in ons stelsel, namelijk de grondwet (een van de hoogste en belangrijkste wtten waar Nederland zich aan moet houden), maar ook andere wetten. Ook zal ik kijken naar onze staat. Uiteindelijk zal ik een conclusie geven gebaseerd op de juridische feiten. Ik zal alles simpel proberen uit te leggen zodat dit artikel gemakkelijk te gebruiken is.
Laten we eerst eens kijken naar onze staat. Waar leven wij tegenwoordig in? Nederland is een verzorgingsstaat, dat wil zeggen dat de overheid als taak heeft om voor het welzijn van de burgers te zorgen. Denk hier bijvoorbeeld aan onderwijs, werkgelegenheid en ook de gezondheidszorg! Om voor het welzijn van de burgers te kunnen zorgen zijn er verschillende bevoegdheden nodig. Zonder bepaalde bevoegdheden kan de overheid niet tot actie overgaan en dus komt het idee van het zijn van een verzorgingsstaat in gevaar.
Kan de overheid gewoon zeggen dat mensen standaard donor zijn, tenzij deze aangeven dit niet te willen zijn? Dit is een hele moeilijke beslissing waar heel Nederland belang bij heeft en dus kan dit niet zomaar op een middag worden beslist door de overheid. Bepaalde grondrechten zullen bij de beslissing in acht moeten worden genomen.
Kijk bijvoorbeeld naar artikel 11 Grondwet. Daarin staat het volgende: “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaanstastbaarheid van zijn lichaam”. Wat de wet hiermee bedoeld te zeggen is dat iedereen recht heeft op onaantastbaarheid van zijn of haar lichaam, tenzij de wet hier iets anders over zegt. De vraag is natuurlijk of dit artikel alleen van levende mensen uitgaat of ook van mensen die al zijn overleden. Omdat de wet hier verder niet duidelijk in is, kunnen we ervan uitgaan dat dit ook nog geldt als mensen overleden zijn, een belangrijk feit voor het antwoord op onze hoofdvraag. Uitgaande van dit artikel kan de overheid dus niet zeggen dat mensen standaard donor zijn, dit zou in strijd zijn met dit artikel.
Bladeren we verder in het wetboek, dan komen we bij artikel 22 van de grondwet. Dit artikel gaat over de volksgezondheid in Nederland en zegt: “De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid”. De vraag is of dit donorprobleem onder de volksgezondheid valt. Een van de definities van volksgezondheid is: “Het woord `Volksgezondheid` slaat op de gezondheid van de bevolking in een bepaald land en de zorg daarvoor door verschillende instanties”. Een andere definitie is: “Verdediging en verbetering van de gezondheid van de gemeenschap door middel van georganiseerde gemeenschappelijke inspanning”. Uitgaande van deze definities valt het onderwerp donor hier ook in, immers, het gaat over de gezondheid van de bevolking en bepaalde instanties moeten hiervoor zorgen. Ook voorziet het donorschap in verbetering van de gezondheid, iets wat in de tweede definitie staat. Gaan we dus uit van dit artikel, dan zien we dat de overheid misschien wel tot een beslissing zou kunnen komen.
Het is goed te zien dat de grondwet ook geen verduidelijking kan geven omtrent de vraag of mensen standaard donor kunnen zijn. Er is nog een grote wet die belangrijk is in ons stelsel. Dit is een internationale wet en misschien kan die ons meer duidelijkheid verschaffen. Ik heb het hier over het EVRM, dat staat voor: “Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten voor de Mens en Fundamentele Vrijheden. Als we in deze wet rondbladeren, dan zien we niks hierover staan. Het beperkt zich bij deze wet vooral tot het privéleven etc. In deze wet zullen we dus geen antwoord vinden op onze vraag.
Als laatste is het verstandig om stil te staan bij de “gewoonte”. De mensen in Nederland vinden het over het algemeen normaal dat zij zelf mogen beslissen over hun eigen lichaam. De overheid mag dit niet voor hun doen. De vraag is natuurlijk of het standaard maken van het zijn van een donor hiermee in strijd is, de mensen kunnen immers zelf bepalen of men dit uiteindelijk wel of niet wilt. De overheid zal met deze regeling uiteindelijk wel in beginsel beslissen over mensen. Daarna is het uiteindelijk wel aan de mensen zelf te beslissen of ze donor blijven of dit uiteindelijk niet doen, maar in beginsel beslist de overheid.
Zo zie je maar dat het moeilijk is om te beslissen of mensen standaard donor moeten zijn. Ook vanuit juridisch oogpunt zijn er voors en tegens. Uiteindelijk denk ik dat er meer tegens zijn, zie een aantal artikelen zoals artikel 11 Grondwet en de “gewoontes” die men hanteert in de Nederlandse verzorgingsstaat.
Natuurlijk zijn er meerdere wetten die antwoord kunnen geven op de hoofdvraag van dit artikel. Deze heb ik niet in het artikel opgenomen omdat het anders te moeilijk wordt. De grondwet en het EVRM zijn ongeveer de basis van ons wetstelsel en dus is dit in beginsel voldoende om de vraag te kunnen beantwoorden.
Ik denk dat het uiteindelijk vanuit juridisch oogpunt onmogelijk is om mensen standaard donor te laten worden. Simpelweg omdat je uiteindelijk meer tegens dan voors zult tegenkomen.
Ik hoop dat ik met dit artikel wat meer duidelijkheid heb kunnen verschaffen op juridisch gebied over de vraag of de overheid mensen standaard donor kan laten worden.