blog placeholder

Ouders worden bij de opvoeding van hun kinderen regelmatig met hindernissen en kleine of grote problemen geconfronteerd. Alle ouders kennen het belang van voedsel voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Wanneer het eten moeilijk loopt, kunnen ouders zich dan ook terecht ernstig zorgen maken. Bij een eetstoornis bij kinderen is soms de hulp van een kinderpsycholoog nodig.

 Ouders en eetproblemen bij kinderen: paniek

Geconfronteerd met een kind dat moeilijk eet, trekken ouders soms alle registers open. De creativiteit van ouders op dit vlak leidt tot wisselend succes. Soms slagen zij erin het eetprobleem succesvol aan te pakken, andere keren krijgen ze de indruk dat hun inspanningen vruchteloos zijn en de moeilijkheden alleen maar escaleren.

De eetstoornis en de invloed op het gezin
In dit laatste geval durven de eetproblemen van het jonge kind de normale interacties in het gezin ernstig te verstoren. Tafelmomenten zijn niet langer leuk en gezellig, maar worden een ware tafelstrijd. Daarbij kan het voorvallen dat de strijd zich op andere domeinen eveneens verder zet. De problemen vormen dan een zware belasting voor het functioneren van het gezin.
Het is echter ook mogelijk dat de relaties binnen het gezin verstoord zijn voor de eetproblemen opduiken. In zo’n geval kan de strijd aan tafel één aspect zijn van een veralgemeend patroon binnen het gezin.

Schuld en eetproblemen bij kinderen
Onzekerheid over hun rol als ouder of opmerkingen van de omgeving kan mensen opzadelen met een schuldgevoel. Zij twijfelen aan hun capaciteiten als ouder en zoeken de oorzaak van de eetstoornissen bij zichzelf. Andere ouders leggen de oorzaak dan weer volledig bij het kind.
De waarheid ligt ergens in het midden. Gewoonlijk gaat het om een moeilijkheid in de wederzijdse interactie.

Normale ontwikkeling versus eetstoornis bij kinderen
Het kan erg verhelderend zijn meer zicht te krijgen in de normale ontwikkeling op vlak van voeding. Inzicht in deze processen maakt enkele moeilijke overgangsmomenten begrijpelijker voor ouders en biedt handvatten om ermee om te gaan. Gewoonlijk deelt men deze ontwikkeling op in 3 fases:

1. Een baby is in eerste instantie volledig afhankelijk. Hij krijgt fles- of borstvoeding. Het drinken is niet aangeleerd, de baby wordt geboren met enkele voedingsreflexen.
2. Na een aantal maanden beginnen de ouders halfvast voedsel aan te bieden. De baby krijgt nu ook groenten- en fruitpapjes. Het menu wordt stapsgewijs uitgebreid. Grotere hoeveelheden worden gegeten en de tijd tussen voedingsmomenten kan gevoelig uitbreiden.
3. In een laatste fase verwerft het kind de handigheid om zelf te eten. Geleidelijk aan verwachten de ouders dat hij mee eet met het normale menu. De uitdaging hierbij is dan het wennen aan vele nieuwe smaken en structuren van voedsel.

Voedselneofobie als eetprobleem
Bij deze laatste fase duikt bovendien een nieuw fenomeen op. Kinderen lusten plots veel minder, hoewel ze voordien niet moeilijk deden. Men spreekt over ‘voedselneofobie.’ Die vangt aan tussen de eerste en tweede verjaardag. Het kost ouders dan veel overtuiging om hen bijvoorbeeld nieuwe groenten keer op keer te laten proeven, alvorens ze deze kunnen waarderen.
De reden voor dit lastige fenomeen vindt men in de evolutie. Het moment dat kinderen beweeglijker worden en zich uit het zicht van de ouders kunnen verwijderen, ontstaan er gevaarlijke situaties. Ze komen in contact met niet-eetbare stoffen. Kinderen die niet eten wat ze niet kennen, lopen minder risico op vergiftiging…

Eetstoornissen en de kinderpsycholoog
Helaas kan zo’n beschermingsmechanisme ook uit de hand lopen. Als ouders hier op inadequate manier mee omgaan, kan dit leiden tot voedselweigering. Wanneer dit ernstige vormen aanneemt en van lange duur is, houdt dit uiteraard gezondheidsrisico’s in. Dan spreekt men over chronische voedselweigering en is professionele hulp nodig.
Er zijn echter ook andere oorzaken van voedselweigering. Denk bijvoorbeeld aan een verstoord hongergevoel. Er zijn kinderen die (bv. door sondevoeding) de signalen van hun lichaam niet (meer) begrijpen. Een andere oorzaak kan een verregaande slikfobie zijn. Als het kind een trauma overhield aan een serieuze verslikking, of van nature erg angstig is en de overgang naar vast voedsel erg moeilijk maakt, kan er sprake zijn van een slikfobie. Het kind zal dan weigeren brokjes voedsel te eten. Over het algemeen drinkt het kind wel.

Professionele hulp van de kinderpsycholoog
Afhankelijk van de onderliggende oorzaak kan het probleem via de professionele hulpverlening op verschillende manieren behandeld worden.
Na een grondige probleemverkenning heeft de therapeut de keuze tussen het begeleiden van de ouders in hun aanpak van het kind. Ondersteuning van de relatie tussen ouders en kind is een tweede mogelijkheid. Of de kindertherapeut neemt het kind zelf in therapie om zijn angsten aan te pakken.
In vele gevallen zal bij de eetstoornis bij kinderen geopteerd worden voor een gecombineerde aanpak.