Deze benadering legt de nadruk op omgeving in het vraagstuk van ontwikkeling, omdat er betekenisvolle links zijn tussen stimulus condities en gedragsreacties. Ze zien gedragsveranderingen(ontwikkeling) als een continu proces.
Deze behavioristische benadering gaat er bovendien vanuit dat alle uitgangspunten van conditioneren gelden voor alle gedrag en dus hangen zij domain-general models aan. Het grootste probleem waar deze benadering mee kampt in het verklaren van persoonlijkheid is de blijkbare continuïteit in gedrag. Ze hebben dit probleem opgelost door te zeggen dat persoonlijkheid een verkregen patroon is, met geen enkele basis in het individu. Zij geloven dus niet in het bestaan van het concept persoonlijkheid in het individu. Ze menen dat er twee factoren bestaan die de oorzaak kunnen zijn van de constantheden in persoonlijkheid. De eerste factor is het cumulatieve effect van reinforcement. Elke reinforcement is in samenspraak met alle eerdere reinforcement in dezelfde of gelijke omstandigheden. Het gebeurt bijna nooit dat er een ervaring is die alle andere ervaringen overstemtà history of reinforcement: in operante conditionering de som van alle eerdere reinforcement voor een bepaald gedrag, behavioristen menen dat de cumulatieve history of reinforcement belangrijker is in het bepalen van gedrag dan een enkele reinforcment. De andere factor is de environmental consistency. We hebben vaak een dagelijkse routine, dezelfde vrienden, wonen geruime tijd op dezelfde plek etc. Die dingen dragen er aan bij dat de omgeving constant wordt en daardoor ook de constantheid van ons gedrag vergroot wordt. Door deze factoren zou het alleen maar verassend zijn als gedrag niet constant is.