blog placeholder

Veel culturen verschillen van elkaar qua psychische gezondheidsproblemen. Kleinman (1978) onderscheidde ‘disease’ en ‘illness’, waarbij ‘disease’ verwijst naar een universele stoornis met biologische basis en ‘illness’ naar een stoornis gevormd door sociale en culturele aspecten (Van Oudenhoven, 2002). Een probleem is het feit dat veel cultuurgebonden stoornissen niet in de westers georiënteerde DSM-IV zijn ondergebracht. Hierdoor is DSM-IV alleen bruikbaar als er rekening wordt gehouden met culturele verschillen in de psychopathologie (Van Oudenhoven, 2002). Een voorbeeld van een universele stoornis is de depressie, maar oorzaken, beleving, verschijningsvormen, enz. zijn overal anders (Gray, 2007). De centrale vraagstelling die hieruit voortvloeit is: waarom wordt een depressie overal verschillend geïnterpreteerd en gewaardeerd? In dit artikel worden verschillende culturele factoren betoogd die bijdragen aan de beleving en diagnose van depressies. Allereerst wordt ingegaan op culturele representaties van de ‘zelf’. Vervolgens zullen geest-lichaamrelaties worden beschreven en wordt betoogd dat er verschillen in diagnosen en statistische gegevens bestaan. Ten slotte zal worden ingegaan op de verschillende associaties bij het woord ‘depressie’.

Culturele representaties van de ‘zelf’

Overal ter wereld bestaan verschillende opvattingen over verschijnselen als bewustzijn, eigen wil en persoonlijkheid. Kortom iedere cultuur heeft een andere representatie van de ‘zelf’ (Van Oudenhoven, 2002). De heersende Westerse waarden zijn sterk gericht op positieve emoties en een goed gevoel over de ‘zelf (Tsai & Chentsova-Dutton, 2002, zoals beschreven door Kanazawa, White & Hampson, 2007). Afgenomen positieve emoties en zelfrespect worden gezien als symptomen van depressies. Individuen worden in Amerikaanse gemeenschappen dan ook aangemoedigd om autonoom en onafhankelijk te zijn (Lewis-Fernandez & Kleinmen, 1994, zoals beschreven door Kanazawa, White & Hampson, 2007). Depressieve verstoringen worden daar beschouwd als ‘interne verstoringen’. In Aziatische culturen gaat het er echter om onderling afhankelijk en verbonden met een groep te zijn. Depressieve symptomen worden daar gezien als ‘interpersoonlijke verstoringen’ (Kanazawa, White & Hampson, 2007) .

Opvattingen over geest en lichaam

In Westerse culturen is sprake van dualisme, een scheiding van lichaam en geest. Een depressie geldt daar ook duidelijk als een psychische stoornis (Van Oudenhoven, 2002). Individuen uiten hun depressie of in de vorm van psychische klachten of in de vorm van lichamelijke klachten (Cheung & Lau, 1982, zoals beschreven door Kanazawa, White & Hampson, 2007). In Aziatische culturen vormen lichaam en geest echter een eenheid (Van Oudenhoven, 2002). Daarom kunnen depressieve symptomen zich zowel psychisch als lichamelijk uiten, dus ook tegelijk. Door dit verschil in opvattingen over lichaam en geest worden depressieve symptomen verschillend ervaren, gemanifesteerd en behandeld.

Verschillen in diagnose en statische gegevens

De verschillen in beleving leiden tot verschillen in diagnosen in verschillende culturen en daardoor ook tot uiteenlopende statistische gegevens. In bijvoorbeeld China wordt in sterke mate gesomatiseerd (Van Oudenhoven, 2002). Een oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat er in het collectivistische China een taboe rust op het uiten van psychische klachten. Somatisering is voor Chinezen dan een omweg om aan te geven dat men niet lekker in zijn/haar vel zit. In sommige culturen betekent het uiten van psychische klachten dus gezichtsverlies, terwijl dat in andere culturen veel minder het geval is. Dit is een mogelijke verklaring voor de lage depressiecijfers die in Azië gerapporteerd worden.

Associaties bij het woord ‘depressie’

Naast de verschillende representaties van de ‘zelf’, opvattingen over geest en lichaam en diagnose en statistische gegevens, bestaat er ook een verschil in associaties bij het woord ‘depressie’. Japanse respondenten denken bij depressie bijvoorbeeld aan woorden die te maken hebben met slecht weer, hoofdpijn en vermoeidheid. Amerikanen daarentegen denken gelijk aan negatieve gemoedstoestanden. Ook Japanse Amerikanen geven woorden als ‘verdrietig’ en ‘alleen’ (Van Oudenhoven, 2002). Dit concept sluit weer aan bij het feit dat Aziatische culturen depressies meer met lichamelijke klachten uitdrukken en dat een depressie in Westerse culturen te maken heeft met emoties over de ‘zelf’. De associaties hebben dus alles te maken met de verschillen in waarden van individualistische en collectivistische culturen.

Conclusie

De centrale vraagstelling die in dit artikel is beantwoord, luidde: waarom wordt een depressie overal verschillend geïnterpreteerd en gewaardeerd? Er blijken verschillende culturele factoren bij te dragen aan de verschillende interpretaties en waarderingen van een depressie. Zo bestaan er wereldwijd verschillende opvattingen over verschijnselen die te maken hebben met de ‘zelf’. In Westerse culturen ziet men autonomie en onafhankelijkheid als belangrijke waarden van een individu, terwijl onderlinge afhankelijkheid en verbondenheid met de groep belangrijke waarden zijn voor veel Aziatische culturen. Ook bestaan er verschillende opvattingen over de wisselwerking tussen lichaam en geest. In westerse culturen zijn lichaam en geest twee gescheiden onderdelen (dualisme), maar in Aziatische culturen vormen lichaam en geest een eenheid. Door dit verschil in opvattingen worden depressies anders ervaren en gemanifesteerd. Dan bestaat er nog een verschil in diagnose en statistische gegevens, dat ontstaat doordat men in de ene cultuur rustig zijn/haar psychische klachten kan uiten, terwijl er in andere culturen een taboe op rust. Dit kan verklaren waarom men depressieve symptomen in China ervaart als lichamelijke klachten, want deze leiden niet tot gezichtsverlies. Ten slotte is er sprake van verschillende associaties die het woord ‘depressie’ opwekt. Japanners associëren depressies bijvoorbeeld met hoofdpijn, vermoeidheid en slecht weer, terwijl Amerikanen depressies associëren met negatieve gemoedstoestanden. Kortom, de verschillende associaties lijken alles te maken te hebben met de verschillen in waarden van individualistische en collectivistische culturen. Associaties houden dus rekening met alle andere bovengenoemde culturele factoren.

Discussie

De in dit artikel betoogde culturele factoren zijn onderzocht bij een vergelijking tussen Aziatische en Westerse culturen. Niet alle specifieke landen zijn genoemd, dus er kunnen uitzonderingen op de regel zijn. Ook hoeven dit niet alle culturele factoren te zijn die van invloed zijn op de omgang met depressies. Er kunnen nog tal van andere factoren meespelen, of ze nou cultureel van aard zijn of niet.