blog placeholder

Het carpaal tunnelsyndroom komt zeer veel voor. Hier leest u wat het is, wat de symptomen zijn, hoe de diagnose gesteld wordt en wat de behandeling is.

Carpaal tunnel syndroom

Wat is het carpaal tunnel syndroom?

Het carpaal tunnel syndroom (CTS) is een aandoening aan de handen. Hierbij wordt er bij de pols (in de zogenaamde carpale tunnel) de middelste handzenuw (nervus medianus). zenuw afgekneld.

Hoe wordt het carpaal tunnel syndroom veroorzaakt?

Het carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door een zwelling van het weefsel op het dak van de tunnel en om de tunnel heen. Dit kan het gevolg zijn van irritatie van de pezen die daar lopen, vocht en zwangerschap. De aandoening komt zeer veel voor, vaker bij vrouwen dan bij mannen. Bij vrouwen heeft dit deels te maken met de hoormoonhuishouding. Hierdoor kan er meer vocht zitten in de weefsels rond de carpale tunnel. Zie ook het filmpje hieronder (Engelstalig).

Wat zijn de symptomen van het carpaal tunnel syndroom?

Er is een grote verscheidenheid aan klachten waarmee mensen met CTS zich kunnen presenteren. Hierdoor is het moelijker om alleen op basis van de klachten een diagnose te stellen. Veel voorkomende klachten zijn:

  • tintelingen in de hand, vooral ’s nachts. Deze tintelingen worden (vooral in het beginstadium) vaak minder bij het schudden van de hand
  • veranderd/verminderd gevoel in het gebied van de aangedane zenuw. Dit zijn de duim, de wijsvinger, de middelvinger en de helft van de ringvinger. De andere helft van de ringvinger en de pink worden door een andere zenuw verzorgd (de nervus ulnaris)
  • krachtverlies in de hand
  • onhandigheid met de hand, bijvoorbeeld zomaar iets laten vallen
  • klachten nemen toe bij het buigen van de pols, bijvoorbeeld bij het uitwringen van een kledingstuk of bij het fietsen
  • soms pijn in de hand of pijn in de onderarm

Hoe wordt de diagnose CTS gesteld?

Zoals eerder aangegeven is het moelijk om op grond van alleen de klachten de diagnose te stellen. De meest gebruikte methode is dan ook een EMG (elektromyografie). Hiermee wordt de snelheid van een signaal door de zenuwen gemeten met behulp van kleine schokjes. Omdat bij CTS de middelste handzenuw minder ruimte heeft, is het signaal daar vertraagd.

Er zijn twee testen om een CTS aannemelijker te maken:

  • De test van tinell: hierbij wordt er op de pols getikt op de plaats van de carpale tunnel. Dit geeft tintelingen in het gebied van de middelste handzenuw
  • De test van phalen: hierbij moeten de handen tegen elkaar gehouden worden en de polsen moeten in een hoek van 90 graden staan. Hierdoor wordt de carpale tunnel nog kleiner en krijgt iemand tintelingen in het gebied van de middelste handzenuw

De betrouwbaarheid van deze testen laat helaas te wensen over. Om deze reden wordt een EMG gezien als gouden standaard.

Hoe kun je een CTS behandelen?

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk:

  • nachtspalken: deze spalken lijken een beetje op de polsbeschermers bij het skeeleren. Door het spalken kun je irritatie aan de pezen rond de carpale tunnel verminderen en zo zorgen voor meer ruimte, waardoor de klachten afnemen
  • fysiotherapie met een phystractieapparaat: deze methode wordt door verschillende fysiotherapeuten gedaan. De effectiviteit van de behandeling is nog niet voldoende bewezen
  • operatie: hierbij wordt de carpale tunnel operatief (vaak onder plaatselijke verdoving) opengemaakt door het doorsnijden van het ligamentum carpi transversum (het dakje van de carpale tunnel). Het is de meest definitieve behandeling en ruim 90% geneest hiermee
  • injectie met corticosteroïden: hierdoor neemt irritatie (en dus het vocht) van de structuren om de carpale tunnel heen af en verminderen de klachten. Helaas komen de klachten bij sommige mensen na verloop van tijd weer terug

Welke methode er wordt gekozen is afhankelijk van de ernst van de klachten, de voorkeur van de patiënt, de voorkeur van de arts en nog vele andere factoren.