Zuinig zijn is te omschrijven als het zo weinig mogelijk willen gebruiken of besteden. In tijden van crisis – maar ook anders – een veel nagestreefd goed voornemen. Maar vaak in de praktijk nog niet zo gemakkelijk. Neem bijvoorbeeld de auto. De auto gebruik je zoveel en zo gemakkelijk.
Een paar gedachten over wat je zou kunnen doen om de kosten in de hand te houden.
1. Bepaal per maand wat je wilt uitgeven aan benzine en hou je daaraan. Bekijk aan de hand van je uitgaven wat een redelijk bedrag is om voor tanken te rekenen. Tank per maand voor niet meer dan dat bedrag. En – als je vindt dat het met minder moet – probeer het dan eens te doen door het bedrag met 5% te verminderen.
2. Maak er een wedstrijd van. Bepaal voor jezelf hoeveel je aan benzine wilt uitgeven en ga met jezelf de strijd aan om zo veel en zo vaak mogelijk onder dat bedrag te blijven. Maak van je “winst” een potje voor bijvoorbeeld een bijzonder doel.
3. Autorijden kost geld. Soms rijden mensen een eind om ergens anders boodschappen te doen. Ze gaan dan af op aanbiedingen of iets dergelijks. En vergeten bij het voordeel dat ze denken te behalen de kosten van het autorijden te verrekenen. Vaak is iets dat je dichtbij koopt (en dat je misschien ook nog op de fiets kunt halen) uiteindelijk goedkoper dan iets dat je voor minder geld van ver haalt.
4. Doe meer als je toch rijdt. Soms rij je meerdere keren voor iets, terwijl je achteraf bedenkt dat het ook anders had gekund. Als je toch de auto pakt, sta dan even stil bij wat je nog meer zou kunnen doen als je toch onderweg bent.
5. Word autodeler. Veel mensen gebruiken de auto zo nu en dan. De auto staat in die gevallen soms dagen in de garage. Je betaalt intussen wel bijvoorbeeld wegenbelasting en verzekering. Kijk eens om je heen en ga na of er ook mensen zijn met wie je de auto zou kunnen delen. Natuurlijk moet je daarvoor goede afspraken maken: hoe regel je de wegenbelasting, de onderhoudsbeurten, de verzekering, het gebruik. Maar daar zijn onder andere op internet wel voorbeelden voor te vinden. Het resultaat zou kunnen zijn dat je zomaar de helft minder autokosten maakt.
6. Het kan ook anders. Vaak zijn er meer middelen om ergens te komen dan met de auto. De auto wordt soms nog al erg gemakkelijk gepakt, terwijl de fiets ook een mogelijkheid is of je kunt met de benenwagen. En er zijn grote winkelketens die met grote regelmaat goedkope treinkaartjes aanbieden. Als je nagaat wat het verschil is tussen met de auto of naar hetzelfde einddoel met de trein, dan is de trein vaak veel voordeliger.