Volgens Wikipedia is het kapitalisme is een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen van geld in de verwachting winst te maken. Dit gebeurt meestal door meerwaarde te creëren door middel van gebruikmaking van productiemiddelen en loonarbeid. De productiemiddelen zijn hierbij meestal in privaat eigendom van een producent of een groep investeerders. In het verleden was het hoofddoel van het kapitalisme de behoeftebevrediging van de consument, in de loop der eeuwen is het hoofddoel van het kapitalisme opgeschoven naar geld en kapitaalaccumulatie.
Historie van het kapitalisme:
Het kapitalisme als economisch en politiek systeem is ontstaan rond de 11de eeuw na Christus. Vanaf toen is er heel veel geschreven over dit onderwerp. In de vroegmoderne tijd was hierbij het mercantilisme een economische theorie die veel economen aanhingen. Dit vroege mercantilisme ging er van uit dat de welvaart van een natie afhankelijk was van het aanbod van kapitaal in een natie en dat het globale volume van de internationale handel “onveranderlijk” was en dat dus wat de ene partij won, de andere verloor. Het mercantilisme is ontstaan als een verklaring voor de veranderingen die leidde van de feodale particuliere economie tot de ontwikkeling van de handel tussen, grote, rijke en machtige staten en naties.
De revolutie en de verbeterde landbouwmethoden vernietigden de fundamenten van de feodale economie van de landelijke bevolking en veroorzaakten de stedelijke overbevolking. De feodale heersers moesten na de revolutie zelf belasting gaan betalen waardoor zij schulden moesten maken. Om aan deze schulden te kunnen voldoen moesten zij hun landbouwmethoden verder verbeteren om meer aan de markt te kunnen leveren. Zij slaagden hierin en hierdoor konden ze zelfs gaan exporteren. Door de groei van de buitenlandse handel versnelde de accumulatie van hun commerciële kapitaal. Dit kapitaal werd meestal geïnvesteerd in grond, voor de winst, voor politieke invloed of gewoon voor de prestige. Ondertussen vond bij de landadel een tegengestelde ontwikkeling plaats.
Tegen het einde van de veertiende eeuw begonnen een tweetal mercantilistische theorieën in rudimentaire vorm te verschijnen. De ene anticipeert op het ontstaan van de typische ideeën van mercantilisme waarvan de vorm afhangt van de ontwikkeling van commerciële kapitalisme. De tweede is uitsluitend correct als men uitgaat van een aan edelmetalen gekoppelde economie (metalisten) die al lang voor het mercantilistische tijdperk bestond. Het verschil tussen beide theorieën is echter niet groot genoeg om de essentiële eenheid van mercantilistische gedachte te vernietigen.
Maar het idee dat gebaseerd is op de vereniging van alle politieke partijen om een economische theorie in de praktijk te kunnen brengen negeert de invloed van de politiek bij het ontstaan van veranderingen in de economische structuren.
Het contrast tussen het commerciële het industriële kapitalisme heeft een eerdere parallel in de ontwikkeling van het handelskapitalisme. Zij theoretische expressie is de strijd tussen de metalisten mercantilisten. Adam Smith begon zijn beroemde kritiek van mercantilisme met het aanvallen van de populaire opvatting dat rijkdom alleen bestaat uit goud- en zilvergeld. Hij stelt in zijn kritiek dat goud- en zilvergeld is veranderd in oppotmiddel voor de rijken in plaats van het ruilmiddel waar het voor bedoeld is. Het terugbrengen naar de oorspronkelijke functie van goud- en zilvergeld is volgens hem de beste voorwaarde voor een goed functionerende mercantilistische economie.