De Elfstedentocht blijft ieder jaar weer de gemoederen bezighouden. Ieder jaar weer moet ik dan weer denken aan de Elfstedentocht van 1986 toen ik met twee vrienden snert ben wezen verkopen in Harlingen. We hebben er uiteindelijk weinig geld aan overgehouden maar wel een prachtig verhaal.
Hoe het begon:
Toen wij, ik en mijn vrienden, een jaar of 20 waren bedachten we altijd van alles. Zo ook toen de Elfstedentocht dat jaar weer bleek door te gaan. De vader van één van mijn vrienden had een slagerij en mijn vriend stelde voor om naar de Elfstedentocht te rijden en daar snert te verkopen uit de handelsvoorraad van zijn vader. Het risico was laag want wat we overhielden konden we gewoon weer terugbrengen en we konden ook een gasbrander lenen van zijn vader. Van een bekende konden we een marktkraam lenen en één van mijn vrienden had kon van een kunstenaar die hij via via kende een oude Ford Transit bus huren voor een prikkie.
Politie aan huis:
De snert en de dingen die we nodig hadden waren snel geregeld, maar we moesten nog wel een verkoopvergunning regelen ergens langs de Elfsteden route in Friesland. Na bestudering van de route en de kaart besloten we dat het dorpje Kimswerd de meest strategische ligging had vanaf ons vandaan. Dus belde ik de avond voor de Elfstedentocht naar de politie in Kimswerd. De telefoon werd beantwoord door een aardige Friese agente en ik vertelde haar het doel van mijn telefoontje. Net toen ze beginnen zou met haar antwoord zei ze; “een ogenblikje a.u.b., mijn aardappels koken over” ik hoorde haar op de achtergrond wat rommelen en even later kwam ze weer aan de telefoon, “ik kan u helaas niet helpen want u moet bij het gemeentehuis in Wonseradeel een vergunning halen”. Ik hing op en dacht, dit is toch ongelooflijk, de aardappels koken over op het politiebureau!!
Keep it cool:
We hadden de Ford Transit bus de avond van te voren opgehaald en de ochtend van de Elfstedentocht gingen we al vroeg op pad. De bus startte met de grootste moeite want het vroor nog 12 graden toen we vertrokken. De auto kwam de eerste 20 kilometer maar niet op temperatuur. Na ongeveer 25 kilometer begon de temperatuurwijzer eindelijk iets omhoog te gaan maar net toen we dachten dat het goed ging kwamen er grote stoomwolken onder de motorkap vandaan. Gelukkig waren we vlak bij een benzinestation en we reden de afrit af naar het benzinestation om te kijken wat er aan de hand was. We zagen het al meteen, de auto lekte koelvloeistof. We kochten een paar vaatjes koelvloeistof met antivries maar zodra we koelvloeistof bovenin de motor goten liep het er aan de onderkant net zo snel weer uit. Er bleek een grote scheur in het motorblok te zitten doordat de koelvloeistof die nacht was bevroren. Omdat het verschrikkelijk koud was besloten we om zonder koelvloeistof door te rijden, we zouden wel zien hoever we kwamen, de motor was toch al naar de knoppen.
Kimswerd boppe:
De rit verliep boven verwachting goed tot aan het einde van de afsluitdijk. Toen begon de auto op 3 cilinders te lopen. Toch haalden we het tot Kimswerd. We kwamen Kimswers echter niet in met de auto. We hebben het gehucht nog even rondgelopen maar we zagen geen enkele kans om bij de Elfstedenroute te komen. Balen natuurlijk, maar opgeven stond niet in ons woordenboek dus op naar de volgende plaats langs de route, Harlingen.
Hi ha Harlingen:
We reden op 3 cilinders naar Harlingen en ook daar werden we door de politie bij de rand van het centrum tegengehouden. Shit, we baalden weer als een stekker. Dit ging een dure dag worden zo. We gingen dus maar weer lopend op verkenning uit. Het was een drukte van belang in het centrum en er stonden tientallen mensen met kraampjes langs de route. Toen zagen we een man die met een steelpannetje van zijn huis naar een tafel liep om daar samen met zijn vriendin broodjes knakworst te verkopen. We raakten met hem aan de praat en hij stelde zich voor als Werner Woudstra, een echte Fries. Hij zag er een beetje alternatief uit en hij bleek ook inderdaad een bijzondere man te zijn. Hij vertelde dat hij ’s winters in Harlingen fluiten maakte en die zomers in Ierland verkocht. Hij reed al een aantal jaren voor de zomer één dag heen naar de boot naar Ierland en na de zomer één dag terug naar Harlingen met zijn camper. Voor die twee dagen vond hij het niet nodig om wegenbelasting te betalen maar dit jaar had hij pech. Op de terugweg van de boot was hij gefotografeerd en hij moest nu voor 4 jaar wegenbelasting betalen en nog eens dat bedrag als boete. Daarom was hij gister om 6 uur voor het gemeentehuis gaan staan en het was hem gelukt om een verkoopvergunning te bemachtigen. Nu hoopte hij vandaag heel veel te verdienen zodat hij een deel van zijn schuld kon betalen. Wij vertelden hem van ons plan en hij bood spontaan aan dat wij naast hem, op zijn vergunning, snert konden verkopen. We vroegen wat hij daarvoor wilde hebben maar hij hoefde er geen geld voor, wat een geweldige man….
Snert is geen vetpot:
We haalden onze auto op en toen de politie ons staande hield zeiden we luidt, we komen snert brengen voor Werner Woudstra. De politie liet ons door en zorgde er zelfs voor dat we door de mensenmassa heen konden rijden. Toen we bij Werner waren bouwden we onze kraam op en begonnen met snert verkopen. Mijn vriend had van zijn vader ook een enorm blok spek meegekregen en een paar pakjes roggebrood. Dat zou onze redding worden. Het bleek dat er heel veel snertkraampjes stonden en ondanks onze sterke marketingtruc, in de vorm van een echte Friese jongen die de hele dag voor onze kraam in het looppad (gratis) snert stond te eten, verkochten we veel te weinig snert. De roggebroodjes met spek bleken echter een schot in de roos. Die had niemand anders. We verkochten al gauw heel veel halve roggebroodjes met een klein plakje spek voor 1 gulden per stuk. Ze vlogen de deur uit, na een uurtje moest ik zelfs roggebrood gaan kopen bij de Albert Heijn. Één pakje met 20 plakjes voor 1,45, we verkochten daaruit 40 halve plakjes roggebrood met spek voor 40 gulden dus dat verdiende lekker.
Home sweet home:
Het was een leuke dag en aan het eind van de dag braken we onze kraam met een vrolijk gevoel af. We bedankten Werner hartelijk en we stapten in de auto om weer naar huis te gaan. De auto startte echter niet meteen. Na een paar startpogingen begon hij gelukkig te pruttelen. Hij startte gelukkig maar hij liep maar op twee cilinders. Hij reed wel dus we vertrokken richting huis. Na een kilometer of 10 begon de 3de cilinder gelukkig ook mee te lopen. Met een gangetje van een kilometer of 60 per uur reden we, onder het uitstoten van grote blauwe rookwolken, even later de afsluitdijk op. Ondanks dat de kachel het niet deed, omdat we zonder koelvloeistof reden, tuften we, terwijl we steeds het ijs van de binnenkant van de ramen moesten krabben, richting Den Oever. Bij Den Oever aangekomen bleek dat de auto onwijs veel brandstof had gebruikt, dus reden we het pompstation op direct na de afsluitdijk. We wilden de auto laten draaien maar de contactsleutel bleek ook de sleutel van de benzinedop te zijn. Dus de auto moest uit en we tankten de tank vol. En toen wilde hij niet meer starten. Dus hielden we een automobilist aan en die wilde onze auto wel aanslepen. Hij had echter geen sleepkabel dus die hebben wij toen gekocht. De auto startte gelukkig weer snel en we konden verder. We reden met een gangetje van 60 over de A7 die daar toen nog tweebaans was en al gauw reed er een lange file achter ons. Wij reden echter onverstoorbaar verder. Vlak voor Hoorn begon de auto weer op 2 cilinders te lopen en we reden met een gangetje van 40 de rondweg van Hoorn op. De kunstenaar van wie de auto was woonde in Hoorn maar we besloten dat we eerst nog wel onze spullen naar het 12 kilometer verderop gelegen Bovenkarspel konden brengen. Toen we echter Hoorn weer uit reden stopte ook de 3de cilinder ermee. We besloten toen om toch maar te keren en meteen naar Hoorn te gaan. Hortend en stotend reden we naar het centrum van Hoorn en parkeerde de bus voor het huis van de kunstenaar. Ik heb mijn broer gebeld en we hebben met zijn bus de spullen teruggebracht. De bus van de kunstenaar heeft het nooit meer gedaan.
De balans:
Thuisgekomen hebben we samen de balans opgemaakt. We hadden toch nog aardig wat verdiend. We hadden echter ook meer uitgegeven als gepland, twee vaatjes koelvloeistof, een grote tank benzine en een sleepkabel. Toen we uiteindelijk de balans opmaakten bleek onze winst de sleepkabel te zijn. Omdat ik het contact had gelegd met Werner Woudstra mocht ik die hebben.
Conclusie:
Ondanks dat we niets verdiend hebben aan deze actie zijn we er toch een ervaring rijker uit gekomen. Bovendien is het verhaal dat we er aan over gehouden hebben onbetaalbaar.