blog placeholder

De kredietcrisis is de crisis op de financiële markten vanaf de zomer van 2007. De kredietcrisis heeft 2 oorzaken:

  1. Het vertrouwen in de banken onderling is afgenomen.
  2. De lage rente in de VS, er werden te veel hypotheken verstrekt aan mensen die ze niet konden betalen.

Door de tot stilstand komende (stagnerende) huizenmarkt in de VS werden de als obligaties (=is een schuldbekentenis dat men een som geld heeft uitgeleend tegen een vaste looptijd en rente) verpakte gebundelde hypotheken in het laagste segment (subprime) in een snel tempo minder waard. Hierdoor kwamen financiële instellingen in problemen en werden er miljarden afgeschreven op gekochte obligaties. Doordat onduidelijk was welke instellingen hierdoor in de problemen zouden komen droogde de interbancaire geldmarkt op, banken leenden elkaar geen geld meer. Verschillende banken zijn genationaliseerd, failliet gegaan of overgenomen. Het opmerkelijke aan de kredietcrisis is dat verschillende negatieve ontwikkelingen op deelmarkten elkaar versterkten.

De ontwikkelingen bedreigden al snel het ongestoord functioneren van het internationale financiële systeem, en ingrijpen van nagenoeg alle centrale banken bleek noodzakelijk. Vanaf oktober 2008 namen diverse overheden op grote schaal rechtstreeks deel in het risicodragend kapitaal van banken.

Door de samenwerking tussen deelmarkten is niet exact aan te geven welke gebeurtenissen elkaar op welke wijze beïnvloedden. In het algemeen kan gesteld worden dat problemen rond Amerikaanse hypotheken de onmiddellijke aanleiding vormden tot de crisis, die oversloeg op de markt voor daaraan gerelateerde complexe financiële producten.Een en ander werd versterkt door vragen omtrent de waardebepaling van dergelijke complexe financiële producten.
De achterliggende oorzaken van de crisis zijn zo complex dat het nagenoeg onmogelijk is om een helder volledig beeld van de situatie te krijgen. Analyses van de problemen en de fundamentele oplossingen zijn vaak gericht op slechts een beperkt onderdeel van de crisis.

Krediet is te lang te makkelijk verkrijgbaar geweest. De problemen die dit met zich meebracht werden als eerste zichtbaar op de huizenmarkt in de Verenigde Staten. Banken en kredietverstrekkers hadden teveel mensen toegestaan teveel geld te lenen. Toen de huizenprijzen tegen de verwachtingen in toch gingen dalen, konden deze mensen hun leningen niet meer betalen. Banken en andere kredietverstrekkers dachten deze leningen goed beschermd te hebben. De leningen werden in ingewikkelde financiële constructies gegoten en deze werden doorverkocht aan institutionele (zakelijke) investeerders.Toen de huizenprijzen stegen, was lenen eenvoudig. Banken in de VS dachten dat ze met de huizen een stevig onderpand hadden en dat ze die huizen altijd konden verkopen om daarmee het aan de huizenbezitters uitgeleende geld terug te krijgen. Toen de hypotheekrente echter steeg terwijl de huizenprijzen flink daalden, bleven de banken met miljardenverliezen over. Doorverkoop van al deze gecombineerde hypotheekpakketten aan institutionele investeerders bood helaas ook niet de bescherming die banken en kredietverstrekkers hadden verwacht.

De lage rente in de afgelopen jaren heeft tot twee effecten geleid: Ten eerste ontstond de mogelijkheid minimuminkomens een (tijdelijk) betaalbare hypotheek aan te bieden Ten tweede leidde de lage rente tot vraag van beleggers naar hoogrenderende maar meer risicovolle financiële producten.

De crisis begon bij agressieve Amerikaanse hypotheekverkopers. Zij zadelden armlastige burgers op met hypotheken die heel goedkoop leken (de eerste twee jaar waren de lasten laag), maar uiteindelijk veel te duur waren. Deze Amerikanen konden al snel hun hypotheek niet meer betalen en werden uit hun huis gezet – dat vervolgens door de bank met winst werd verkocht. Het was misschien zielig voor de arme huizenkopers die uitgeperst als een citroen en armer dan ooit tevoren achterbleven, maar banken willen in de eerste plaats geld verdienen. En dat deden ze dus.

Tot ineens de huizenprijs niet meer steeg. De banken maakten daardoor verlies op de verkoop van het huis en bleven met een restschuld achter. Daar was het financiële systeem niet op gebouwd. Het leek wel alsof iemand de onderste kaart verwijderde uit een groot kaartenhuis. Al had op dat moment nog niemand dat door.